Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[gedaagde 1] ,
'VERENIGING' DE VLOEK,
[gedaagde 4] ,
[gedaagde 5] ,
[gedaagde 6] ,
[gedaagde 8] ,
ZIJ DIE VERBLIJVEN OF WONEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN, STAANDE EN GELEGEN AAN DE HELLINGWEG NR. 127 (2583 DZ) TE DEN HAAG, ZIJNDE DEZE ANDEREN DAN GEBRUIKERS DIE KRACHTENS EEN PERSOONLIJK OF ZAKELIJK RECHT IN VOORMELDE ONROERENDE ZAAK OF EEN GEDEELTE DAARVAN WONEN OF VERBLIJVEN EN VAN WIE DE NAMEN EN WOONPLAATSEN NIET BEKEND ZIJN,
[gedaagde 9a] ,
nietverschenen.
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
" 'VERENIGING' DE VLOEK ". Op de zitting heeft zij aangegeven dat zij vereniging tussen aanhalingstekens heeft geplaatst omdat zij niet weet of De Vloek wel een vereniging is. Op de zitting is gebleken dat De Vloek noch een (formele dan wel informele) vereniging, noch een andere rechtspersoon, noch een personenvennootschap is. De Vloek heeft aangevoerd dat zij een sociaal-culturele broed- c.q. vrijplaats is, waarbinnen kunstenaars, ambachtslieden en (culturele) ondernemers hun activiteiten (kunnen) ontplooien. Haar samenstelling is wisselend en bestaat uit een vaste kern van circa 40 personen. Op de zitting heeft zij aangegeven dat zij een
"ongrijpbaar geheel"vormt. Als een (identificeerbaar) natuurlijk persoon kan zij dus ook niet worden aangemerkt. Ingevolge het Nederlandse burgerlijke procesrecht kunnen - met uitzondering van de in artikel 45 lid 4 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering ('Rv') bedoelde situatie (krakers) - slechts natuurlijke personen, rechtspersonen en personenvennootschappen als procespartij optreden in een rechtsgeding. Uit het voorgaande volgt dat De Vloek geen van die kwaliteiten bezit. Dit betekent dat de Gemeente niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering voor zover deze zich richt tot De Vloek. Voor de goede orde wordt hierbij nog opgemerkt dat dat niet betekent dat de tot De Vloek behorende (rechts)personen het Pand niet behoeven te verlaten indien in dit vonnis wel de ontruiming van het Pand door de Overigen (gedaagden sub 9) wordt bevolen, aangezien zij (ook) tot die procespartij moeten worden gerekend.
Blijkens de onder 2.13 vermelde brief van 19 februari 2015 betreffende het aanbod van het pand aan de Beatrijsstraat 12 te Den Haag, welke locatie volgens de verschenen gedaagden op zichzelf een aanvaardbaar alternatief is, is de Gemeente bereid aan haar onderhavige verplichting te voldoen indien De Vloek (lees: de daartoe behorende personen en bedrijven) er voor garant staat dat iedereen die zich in het Pand bevindt meewerkt aan de ontruiming. Een dergelijke - verstrekkende - voorwaarde kan in redelijkheid echter niet worden gesteld, aangezien De Vloek dat niet in haar macht heeft. Aan de andere kant moet De Vloek - gelet op hetgeen onder 4.3 en 4.4 is overwogen - (kunnen) begrijpen dat de Gemeente wil weten met wie zij een eventuele bruikleenovereenkomst sluit met betrekking tot een alternatieve locatie. De tot De Vloek behorende personen en bedrijven, die de overeenkomst aangaan, dienen zich dan ook jegens de Gemeente te identificeren en het contract persoonlijk, dan wel deugdelijk vertegenwoordigd, te ondertekenen.