ECLI:NL:RBDHA:2015:8778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot afwijzing verblijfsvergunning en verzoek om schadevergoeding wegens teveel betaalde leges
In deze zaak heeft eiseres, een Japanse nationaliteit bezittende vrouw, op 24 maart 2015 beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, dat op 24 februari 2015 was genomen en op 2 maart 2015 was verzonden. Dit besluit wees haar aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd af. De behandeling van het beroep vond plaats op 16 juli 2015, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. J. Luscuere, en de staatssecretaris door mr. drs. S.F.E. Verdonck. Tijdens de zitting was ook de werkgever van eiseres aanwezig.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris bij het bestreden besluit het bezwaar van eiseres gegrond heeft verklaard en haar alsnog een verblijfsvergunning heeft verleend, geldig tot 16 februari 2016. Eiseres heeft echter in beroep aangevoerd dat de beperking van de vergunning en de geldigheidsduur haar mogelijkheden op de arbeidsmarkt belemmeren. Daarnaast heeft zij geklaagd over de hoogte van de leges die voorafgaand aan de aanvraag in rekening zijn gebracht, die met € 861,-- aanzienlijk hoger was dan het bedrag dat voor Zwitserse onderdanen geldt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de staatssecretaris in strijd heeft gehandeld met de meestbegunstigingsclausule uit het Nederlands-Japans Verdrag, door eiseres een hoger bedrag aan leges in rekening te brengen dan Zwitserse onderdanen. De rechtbank heeft het verzoek om schadevergoeding toegewezen, waarbij verweerder € 808,-- aan eiseres moet vergoeden voor teveel betaalde leges. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos en openbaar uitgesproken op 30 juli 2015.