Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
De rechtbank verklaart het beroep dan ook ongegrond.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2015, met zaaknummer AWB 15/11636, werd een beroep behandeld van een Salvadoraanse eiseres die op 10 juni 2015 op de luchthaven Schiphol de toegang tot Nederland was geweigerd. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet in het bezit was van de vereiste middelen van bestaan, waardoor de weigering van toegang terecht was. De rechtbank stelde vast dat de verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, de toegang had geweigerd op basis van artikel 6, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat de eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor toegang tot het Schengengebied. De rechtbank oordeelde dat de verweerder onvoldoende had onderbouwd waarom een vrijheidsbeperkende maatregel was opgelegd, en dat de belangenafweging in het besluit ontbrak. Hierdoor werd de vrijheidsbeperkende maatregel onrechtmatig verklaard en werd de onmiddellijke opheffing ervan bevolen. De rechtbank kende de eiseres een schadevergoeding toe van € 560,-- voor de onrechtmatige maatregel en veroordeelde de verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 980,--.