Op 28 januari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op Oudejaarsavond 2012 een vuurwerkbom heeft afgestoken in Leimuiden. De verdachte, geboren in 1993, werd beschuldigd van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing, wat gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor aanwezigen met zich meebracht. Tijdens de zitting op 14 januari 2015 werd de vordering van de officier van justitie besproken, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman. De officier van justitie eiste een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van het primair ten laste gelegde.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een medeverdachte een zogenaamde 'telefoonboekbom' had gemaakt en deze had afgestoken op een openbare weg, dicht bij een woning. De rechtbank concludeerde dat er een voorzienbare kans op schade en letsel was, gezien de aard van de explosieve constructie en de locatie van de ontploffing. De verdachte werd schuldig bevonden aan medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, met gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank legde een werkstraf van 80 uur op en kende een schadevergoeding toe aan de benadeelde partij. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn jonge leeftijd en het feit dat hij geen strafblad had. De uitspraak benadrukte de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers, maar ook de spijt en medewerking van de verdachte tijdens het proces.