Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2013;
- de akte houdende overlegging producties van 8 mei 2013 van Euronext met producties 1-26;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties en eiswijziging van 19 juni 2013 van Euronext met producties 28-59 (productie 27 bestaat niet);
- de conclusie van antwoord van 17 juli 2013 van TOM met producties 1-34;
- de conclusie van antwoord van 17 juli 2013 van BinckBank met producties 1-20;
- de akte houdende vermeerdering van (de grondslag van de) eis en overlegging aanvullende producties van 17 juli 2013 van Euronext met producties 60-63;
- de akte houdende verzet tegen de vermeerdering van (de grondslag van) de eis tevens houdende verzoek tot toestaan van re- en dupliek van TOM van 31 juli 2013;
- de akte houdende verzet tegen de vermeerdering van (de grondslag van) de eis tevens houdende verzoek tot toestaan van re- en dupliek van BinckBank van 31 juli 2013;
- het tussenvonnis van 31 juli 2013, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de brief van TOM en BinckBank aan de rechtbank van 7 augustus 2013 met het verzoek tot meervoudige behandeling;
- de rolbeslissing van 14 augustus 2013 waarin de zaak is verwezen voor uitlaten partijen;
- de akte houdende uitlating van TOM van 28 augustus 2013;
- de akte houdende uitlating van BinckBank van 28 augustus 2013;
- de brief van 28 augustus 2013 van Euronext in reactie op de aktes van TOM en BinckBank;
- de opgave verhinderdata met een toelichting van Euronext van 28 augustus 2013;
- de beschikking van 6 september 2013, waarbij de comparitie van partijen is bepaald op 4 juli 2014;
- de akte overlegging nadere producties van 22 mei 2014 van Euronext met producties 64-71;
- het op 2 juni 2014 door Euronext ingediende exploot houdende schorsing en hervatting van de procedure van 21 mei 2014 en herstelexploot van 27 mei 2014;
- de rolbeslissing van 4 juni 2014, waarbij het verzet van TOM en BinckBank tegen de vermeerdering van de grondslag van de eis van Euronext is verworpen;
- de akte overlegging nadere producties en vermeerdering van de grondslag van de eis van 20 juni 2014 van Euronext met producties 72-75;
- de akte overlegging aanvullende producties van 20 juni 2014 van TOM met producties 15, 30 en 35-40;
- de brief van 23 juni 2014 van BinckBank waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de door Euronext bij akte van 20 juni 2014 ingediende eisvermeerdering;
- de brief van 25 juni 2014 van Euronext met een reactie op de brief van BinckBank van 23 juni 2014;
- de akte overlegging aanvullende producties van 25 juni 2014 van BinckBank met producties 21 en 22;
- de antwoordakte met de nadere producties en de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van 25 juni 2014 van TOM met producties 41-46;
- de rolbeslissing van 26 juni 2014, waarbij is beslist dat Euronext tijdens de comparitie kan reageren op het bevoegdheidsincident opgeworpen door TOM en dat Euronext en BinckBank zich tijdens de comparitie kunnen uitlaten over de toelaatbaarheid van de eisvermeerdering ten aanzien van BinckBank (zonder inhoudelijk op die eisvermeerdering in te gaan);
- de akte overlegging nadere productie van 26 juni 2014 van TOM met productie 47;
- de akte houdende wijziging en aanvulling van de (grondslag van de) eis en overlegging aanvullende producties van 4 juli 2014 van Euronext met producties 76-92;
- de brief van 2 juli 2014 van Euronext met productie 93 (kostenstaat);
- de brief van 2 juli 2014 van TOM en BinckBank met de aanvullende productie A (kostenstaat);
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 4 juli 2014 met daaraan gehecht de pleitaantekeningen van partijen en het door TOM en BinckBank overgelegde overzicht van de proceskosten van Euronext met daarin geel gemaakt het deel van die kosten dat ziet op de vraag of zij over een databankrecht beschikt;
- de antwoordakte van 6 augustus 2014 van Binckbank;
- de akte overlegging proceskostenoverzicht van 6 augustus 2014 van Binckbank met producties A en B;
- de antwoordakte van 20 augustus 2014 van Euronext met producties 94-101;
- de antwoordakte van 3 september 2014 van BinckBank met overlegging van productie C (kostenspecificatie).
Trading Platform Agreementgeen vorderingen heeft ingesteld zodat het door TOM opgeworpen bevoegdheidsincident geen nadere bespreking behoeft.
2.De feiten
effectenhandel
Markets in Financial Instruments Directive(richtlijn 2004/39/EG,
PbEG2004, L 145/1) en daaraan gerelateerde regelgeving (hierna: de MiFID-regelgeving). Onder de MiFID-regelgeving is het mogelijk om een zogeheten Multilateral Trading Facility (hierna: MTF) op te zetten. Een MTF is een handelsplatform, dat bedoeld is om een alternatief te bieden voor de traditionele beurzen.
contract specification, waarin onder meer bepaald is wat de handelstijden zijn, wat het minimale prijsinterval is waarop gehandeld kan worden (de zogeheten
tick size) en op hoeveel aandelen één optiecontract ziet (de zogeheten
contract size).
Liffe Database System(hierna: LDS) van Euronext raadplegen om te zien welke optieproducten verhandelbaar zijn. Die informatie maakt Euronext in XML-formaat beschikbaar op een met een wachtwoord beveiligde FTP-server.
the supply and use of Euronext Market Information.In de bij de overeenkomst behorende
general conditionsstaat onder meer:
6.USE OF THE INFORMATION
Trading Platform Agreement(hierna: TPA) gesloten.
3.Het geschil
Derived Data. Uit deze
Derived Datais de door Euronext aangeleverde informatie herleidbaar. Ingevolge artikel 6.2 van de EMDDA heeft Binckbank daarvoor voorafgaand toestemming nodig van Euronext, welke ontbreekt. Voor zover sprake is van
Informationgeldt het gebruik door Binckbank als
misrepresentationvan die informatie als bedoeld in artikel 6.3 EMDDA, nu Binckbank die informatie volgens Euronext bewust gebruikt als misleidende verwijzing naar opties die op TOM MTF worden verhandeld, waarmee Binckbank tevens in strijd handelt met artikel 6.4 van de EMDDA. Ingevolge art. 6.7 EMDDA mag Binckbank de informatie slechts verspreiden via de
data communication methods or Devicesgenoemd in de
Application Form. Voor verspreiding via andere kanalen heeft Binckbank voorafgaande toestemming van Euronext nodig.
4.De beoordeling
bevoegdheid
Gerolsteiner – Putsch, r.o. 26).
Trb. 1980, 31, hierna VvP) kan niet leiden tot een andere uitkomst. Daargelaten of AEX een algemeen bekend merk in de zin van het VvP is, kan gelet op het verschil tussen het merk AEX en de door TOM gebruikte symbolen en de overige hiervoor genoemde omstandigheden niet worden geoordeeld dat er sprake is van een reproductie of nabootsing welke verwarring kan wekken met het merk in de zin van die bepaling.
Endstra). Het HvJEU heeft de maatstaf aldus geformuleerd dat het moet gaan om ‘een eigen intellectuele schepping van de auteur van het werk’ (HvJEU 16 juli 2009, C-5/08, ECLI:EU:C:2009:465,
Infopaq I).
William Hill, r.o. 35). Voor databankrechtelijke bescherming volstaat dat de investeringen betrekking hebben op het verkrijgen, controleren en presenteren van bestaande elementen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld middelen die worden aangewend voor het creëren van de elementen die de inhoud van de databank vormen.
Local Market Servicesteam (hierna: LMS-team) in Amsterdam, dat op basis van marktcondities en verzoeken van klanten bepaalt welke series er wanneer moeten worden geïntroduceerd. Een ander team, het
Market Services Operationsteam in Londen (hierna: MOS-team), verzamelt de optieseries bij de diverse LMS-teams, controleert of die data voldoen aan bepaalde voorwaarden en voert die in in het zogeheten
Liffe Database System(LDS), van waaruit de optieseries via XDP en XML worden gepubliceerd. De door Euronext genoemde investeringen hebben betrekking op die laatstgenoemde gegevensverwerkingen. Daaronder vallen dus niet de werkzaamheden van het LMS-team, maar wel de hardware en software die nodig is voor het opslaan en verwerken van gegevens in het LDS en de presentatie daarvan via XDP, de werkzaamheden van het MOS-team met betrekking tot het LDS en XDP, en de ondersteunde diensten van de afdeling
IT Services Operations. Die investeringen merkt Euronext terecht aan als databankrechtelijk relevant. Het doel van het databankrecht is immers het bevorderen en beschermen van investeringen in ‘systemen voor de opslag en verwerking van gegevens’ (overweging 12 van richtlijn 96/9/EG en HvJ EG 9 november 2004, C-203/02, ECLI:EU:C:2004:695,
William Hill, r.o. 30) en het LDS is onmiskenbaar een systeem voor opslag en verwerking van gegevens.
William Hill, r.o. 52). Van het kopiëren vanuit een kopie van de databank van Euronext is in dit geval – in ieder geval tot 13 juni 2014 – sprake geweest. Hiervoor is immers vastgesteld dat de data van TOM waaraan BinckBank haar optieseries zegt te ontlenen, een inbreukmakende kopie van de databank van Euronext vormen.
altijdleidt tot de beste prijs, kan niet worden volgehouden in het licht van de testresulaten die Euronext heeft overgelegd. In die tests zijn orders niet uitgevoerd tegen de beste prijs die op NYSE Liffe Amsterdam beschikbaar was.
altijdleidt tot de beste prijs leidt. Bovendien is voor de klant juist bij de aantrekkelijker prijzen van belang dat die claim wordt waargemaakt. In die zin onderstrepen de testen juist het misleidende karakter van de reclame-uiting.
altijdwordt uitgevoerd op TOM MTF, ook als op NYSE Liffe Amsterdam een betere prijs beschikbaar is. In dat laatste geval laat het systeem een market maker een spiegelorder plaatsen op NYSE Liffe Amsterdam, waarna die market maker op TOM MTF voor dezelfde prijs de order van de klant aanvaardt. Dit verschil is ook relevant voor de klant omdat, zoals hiervoor is vastgesteld, deze werking van het systeem ertoe leidt dat de klant niet altijd de beste prijs krijgt.