Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 juli 2015 in de zaak tussen
[eiser] te [plaats] , eiser
de minister van Defensie, verweerder
Procesverloop
“Wanneer u gebruik maakt van de flexibilisering
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser, een militaire ambtenaar, verzocht om compensatie voor erkende feestdagen die samenvallen met zijn roostervrije dag. Eiser stelt dat hij een deeltijdwerker is omdat hij minder dan 38 uur per week werkt, terwijl verweerder, de minister van Defensie, van mening is dat eiser een voltijdwerker is, aangezien zijn aanstelling voor 38 uur per week is. De rechtbank heeft geoordeeld dat de tijdelijke verkorting van de arbeidsduur van 38 naar 36 uur door eiser, door gebruik te maken van de Regeling flexibilisering arbeidsduur, niet betekent dat hij in deeltijd werkt. De aanstelling van eiser is niet gewijzigd en hij heeft deze status niet betwist. De rechtbank concludeert dat de afhouding van salaris en het aantal verlofuren niet verminderd worden, wat bevestigt dat eiser niet als deeltijdwerker kan worden beschouwd.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat de praktijk om compensatie toe te kennen voor feestdagen die samenvallen met een flexdag, indien deze al heeft bestaan, niet in overeenstemming was met het beleid van verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat hij geen aanspraak kan maken op de rechten die voortvloeien uit de Richtlijn 97/81/EG inzake deeltijdarbeid, aangezien hij niet als deeltijdwerker wordt aangemerkt. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de uitspraken van het College voor de Rechten van de Mens (CRM) als advies gelden en niet automatisch van toepassing zijn op militaire ambtenaren. De rechtbank heeft de beslissing van verweerder om het verzoek om compensatie af te wijzen, als redelijk beoordeeld.