Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
“Dit wordt niet verwacht. Er is een wisselende compliance met betrekking tot de behandeling, waardoor er feitelijk sprake is van onderhandeling. Desalniettemin is er geen sprake van concrete suïcidaliteit (plannen of ondernomen pogingen), is er geen indicatie voor opname gesteld, is er geen toestand op grond waarvan BOPZ maatregelen getroffen dienen te worden. Dit is ook niet in het recente verleden beschreven.”
“In geen van de stukken, die doorlopen tot ver voor 2012, wordt een poging tot zelfdoding beschreven. Dit betekent concreet dat anno 2014 door de vluchtelingenarts twee pogingen tot zelfdoding worden genoemd, die zouden hebben plaatsgevonden in 2012 en die eerder kennelijk niet belangrijk genoeg gevonden zouden zijn om genoemd te worden door de huisarts, de praktijkondersteuner GGZ of de behandelend GGZ. Het lijkt dat het ontbreken van de beschrijving van deze twee pogingen dan niet aan ondergetekende euvel geduid kan worden. Dit betekent dat ook nu en in september 2013 de twee ondernomen pogingen tot zelfdoding niet gedocumenteerd staan.
Met betrekking tot de aanname dat er gebruik is gemaakt van verouderde informatie en dat daarom de pogingen tot zelfdoding in 2012 niet genoemd zou zijn: de informatie was niet ouder dan een halfjaar en de datum van de brief van september 2013 ligt dichter bij de thans aangehaalde problematiek in 2012 dan de datum van de brief (april 2014) die thans werd verkregen. Overigens zij opgemerkt dat er aangegeven is dat er geen concrete plannen, ondernomen pogingen etc, zijn in het recente verleden, de periode na de vorige beoordeling, en dit ondanks behandeling. Hiervoor wordt verwezen naar de rapportage van 13 maart 2014.”