Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplichtigheid aan medeplegen van poging tot moord.
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel
kapot juweel, en heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
schoenen, broek, jack, trui, reiskostenen
medische kostentoewijzen, nu de vordering in zoverre niet is betwist en uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partijen deze schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde feit.
arbeidsvermogentot en met week 43 en de post
smartengeldtot een bedrag van € 3.500,00 toewijzen, nu de vordering, met inachtneming van de aard en ernst van het letsel, in zoverre voldoende is onderbouwd en uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij deze schade rechtstreeks heeft geleden als gevolg van het onder 2 subsidiair bewezenverklaarde feit.
arbeidsvermogenen
smartengelden ten aanzien van de posten
kapot juweel,
verzorgingskostenen
vervoerskostenonvoldoende is onderbouwd en een nader onderzoek daarnaar een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
8.De toepasselijke wetsartikelen
6 (ZES) MAANDEN,
nietzal worden
tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
twee jarenvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;