Uitspraak
REchtbank DEN Haag
de vereniging AWN, vereniging van vrijwilligers in de archeologie (AWN), te Delft, verzoeksters
het college van burgemeester en wethouders van Delft, verweerder
Protestantse Gemeente Delft, te Delft, vergunninghoudster
Procesverloop
Overwegingen
b. Indien uit het in lid 21.2 onder a genoemde archeologische onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning:
1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
2. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, onder h, van de Monumentenwet 1988;
3. De verplichting de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.
Ingevolge artikel 1:2, derde lid, van de Awb worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat met de huidige motivering in samenhang bezien met het negatieve advies van de deskundige op archeologisch gebied en de onomkeerbaarheid van de gevolgen van de bouwwerkzaamheden er voldoende aanleiding bestaat tot het treffen van een voorlopige voorziening. Daarbij zijn andere in de procedure naar voren gebrachte punten –zoals het beroep op artikel 4.2 van de Wabo- niet bij de beoordeling betrokken, nu die aan die afweging niet af dan wel toedoen.
Beslissing
- schorst het bestreden besluit tot zes weken na verzending van de uitspraak op het beroep;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 331 aan verzoeksters te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 980, te betalen aan verzoeksters.