Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A],
[B],
[C],
[D],
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 maart 2015, met producties;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met producties;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties.
2.De beoordeling in het incident
“De rechtsbetrekking tussen de gemeente en de persoon die tot het tijdstip waarop de rechtskracht van de verordeningen ingevolge het derde lid vervalt, retributie verschuldigd is voor een standplaats, wordt, indien de in dit lid omschreven procedure is gevolgd, op dat tijdstip van rechtswege omgezet in een overeenkomst van huur en verhuur van woonruimte, als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek”. Tot zover [A] c.s.