Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 december 2013, met zesentwintig producties,
- de incidentele conclusie tot verwijzing aan de zijde van [eiseres],
- de incidentele conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde],
- het vonnis in het incident van 16 april 2014, waarbij de kantonrechter zich onbevoegd
- de conclusie van antwoord,
- het vonnis van 11 juni 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 21 juli 2014, met de daarin genoemde stukken, waaronder de ter comparitie ingediende akte vermeerdering/wijziging van eis tevens houdende akte overleggen producties, aan de zijde van [gedaagde],
- de antwoordakte van 17 september 2014 aan de zijde van [eiseres],
- het vonnis van 5 november 2014, waarbij het verzoek van [gedaagde] om pleidooi is afgewezen.
2.De feiten
Ik reed vandaag 10 januari 2012 omstreeks 17.35 uur, op mijn fiets zijnde een zwarte Dahlon Vitesse vouwfiets op het fietspad van Msg van Steelaan te Voorburg gaande in de richting Den Haag. Ik was van plan over te gaan steken naar de andere zijde van de Msg van Steelaan ter hoogte van de Wilgendreef te Voorburg. Ik keek vervolgens over mijn linkerschouder toen ik de kruising gepasseerd was. Ik weet dat dit een drukke gevaarlijke kriusing is, en ik wilde goed kijken of er geen overig verker was om over te gaan steken. Op het moment dat ik omkeek zag ik dat er plotseling een vrouw naast mij fietste. Ik schrok en maakte een sturende beweging en slingerde. Ik zag dat de dame naast mij op de fiets ten val kwam, volgens mij raakten wij elkaar met de mouw/arm. Volgens mij zijn we verder niet met elkaar in aanraking gekomen. ik zag vervolgens dat de vrouw op de grond lag, ben direct naar haar toe gegaan en heb eerste hulp verleend/112 gebeld. Ik heb uiteraard nooit opzet gehad haar eventueel aan te rijden. Ik ben verder hel erg geschrokken en onder de indruk van dit voorval en voor mijn gevoel ging alles in een flits.”
Ik kan u niets vertellen over de loop van de dag. Door het ongeval ben ik alles kwijt. Alles wat ik toto nu weet is van horen vertellen. De verwachting van herstel is minimaal een half jaar. Ik heb en beperking op het functioneren van de rechterzijde van het lichaam. Ik ben werkzaam in het verpleeghuis Mariahoeve te Den Haag als nurspractiteonair. Door mijn opgelopen letsel werk ik ook nog niet.”
Ik ben werkzaam bij de Hartstichting gevestigd, Bordewijklaan te Den Haag. Dit adres was ten tijde van het ongeval. Ik ben die dag, dinsdag 10 januari 2012 met de randstad rail vanuit Zoetermeer naar mijn werk gegaan. Omdat ik vanaf het station in Voorburg nog een stukje naar mijn werk moest heb ik om deze afstand te overbruggen een vouwfiets meegenomen. Toen ik na een dag werken, ben omstreeks 17.30 uur, met mijn fiets vanaf het werk weer richting het station gereden. Ik heb dit gedaan door het fietspad gelegen langs de Hofzichtlaan overgaand in Mgr van Steelaan te volgen. Gekomen vlak voor de kruising gevormd door de Mgr van Steelaan en de Wilgendreef heb ik een keer achterom gekeken. Ik deed dit omdat ik voornemens was om de rijbaan van de Mgr van Steelaan over te steken. Ik zag dat over de rijbaan mei twee voertuigen van achteren naderde en passeerden. Tevens zag ik op het fietspad in de verte twee lampjes. Ik weet niet van wat voor voertuig deze lichtpuntjes waren. Daar waren ze voor mij te ver weg. Dit werd mede veroorzaakt omdat het al donker was. De kruising werd wel goed verlicht door de straatverlichting. Ik ben vervolgens de rijbaan van de Wilgendreef overgestoken. Komende aan de overzijde op het fietspad wilde ik links van het fietspad op een aanwezige punt gaan staan om daarna de rijbaan van de Mgr van Steelaan eventueel over te steken. Ik wide eerst kijken of het aan de andere zijde van de weg gelegen fietspad ook voor twee richtingen was om dit dan te kunnen gaan volgen. Voordat ik naar dit punt wilde rijden keek ik eerst weer over mijn linker schouder of alles vrij was van verkeer. Op het moment dat ik keek zag ik dat er een fietser schuin achter mij links naderde. Deze fietser was bij de eerste waarneming al zeer dicht bij mij en vrijwel direct naast mij. Ik schrok van deze fietser. Ik had de fietser niet verwacht of gehoord dan wel eerder gezien. Ik weet niet waar deze fietser vandaan kwam. Ik hep in mijn eerste verklaring gezegd dat ik een sturende beweging dan wel slingerende beweging maakte. Ik weet niet of ik dit wel gedaan heb. Ik kan het mij in ieder geval niet herinneren. Ik denk dat ik deze opmerking gemaakt heb omdat ik aan het zoeken was naar een mogelijke oorzaak van het gebeuren. Ik heb in ieder geval geen grote stuurbeweging dan wel slingerbeweging gemaakt. Namelijk ik kan gewoon mijn balans houden op de fiets. Ik heb ook niet gevoeld dat ik of de andere fietser bij elkaar raakten. Ik heb geopperd dat er mogelijk een aanraking is geweest met de mouwen van de jassen. Ook dit weet ik niet zeker. Ook dit is een suggestie. Ik ben van mening dat wij elkaar niet hebben geraakt. Toen ik weer naar links keek zag ik dat de fiets naar links een flauwe bocht maakte. De punt opstuurde waar ik in eerste instantie op wilde stoppen en vervolgens ten val kwam met fiets en al. Hoe en waardoor de bestuurder van de fiets in onbalans is geraakt en vervolgens is gevallen weet ik niet. Ik zag dat bij het vallen van de fietser deze schuin naar voren viel dat tijdens het vallen niets werd gedaan uit normale reactie om de val op te vangen. Dit deed ze niet met benen of armen. Ik ben vervolgens afgestapt en naar deze fietser gerend. Ik bemerkte dat de fietser een vrouw was en dat zij niet reageerde. Ik zag en hoorde wel een duidelijke ademhaling. Hierna heb ik direct 112 gebeld. Op dat moment, in ieder geval kort daarna kwam er al een politieauto aangereden.”
Gezien de situatie plaats ongeval en de toedracht van het ongeval is het niet ondenkbeeldig dat verdachte [eiseres] rijdende op haar fiets en voornemend was om naar links de rijbaan van de Mgr. van Steelaan te willen oversteken bij het achterom naar linkskijkend ingestuurd heeft naar links anders wel een lichte stuur beweging heeft gemaakt naar links. Het is namelijk niet onwaarschinlijk dat wanneer rijdend met een voertuig naar links wordt gekeken dan wel naar links achter word gekeken gedraaid word met het bovenlichaam wat tot gevolg heeft dat hierdoor ook het stuur wordt bewogen in de richting waar bestuurder naar kijkt. In dit geval naar links. Dat beide bestuurders elkaar geraakt hebben is niet kunnen worden vastgesteld. Aannemelijk is dat bestuurder/slachtoffer van de mogelijke beweging, sturende beweging naar links, is geschrokken en daarbij een noodremming heeft gemaakt met waarschijnlijk alleen de voorrem van het voertuig, dat verklaart dat slachtoffer vooruit over haar fiets heen is gevallen en uiteindelijk op het wegdek terecht is gekomen. Er is contact tussen verdachte en slachtoffer geweest in verband met interesse van de gezondheidstoestand.”
Omstanders zagen dat fietser tegen andere fietser reed. Zij was op grond gevallen en had een bewustzijnsdaling. Er waren geen trekkingen gezien.”