Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 juni 2015 in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Het volgende wettelijke kader is van belang.
a. algemene bijstand;
b. inkomensvoorzieningen, bedoeld in de Wet investeren in jongeren;
c. uitkeringen, bedoeld in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet werk en inkomen kunstenaars.
a. voldaan is aan bij ministeriële regeling te stellen vormvoorschriften;
b. de gemaakte kosten, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Wwb de verstrekte uitkering met minimaal tien procent overstijgen;
c. de uitkomst van de beoordeling van het effect van de arbeidsmarkt en van het gevoerde gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan alsmede de rechtmatige uitvoering van de wet daartoe aanleiding geeft.
a. sprake is van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt, en
b. de overstijging, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit Wwb 2007 , niet het gevolg is van:
1. onrechtmatige uitvoering van de wet, de Wij, de Ioaw, de Ioaz of de Wwik, of
2. de beleidskeuzen van, dan wel handelen door het college of de gemeenteraad van de tekortgemeente.
a. de instroom van de tekortgemeente in jaar [t] ten opzichte van de gemiddelde instroom van de tekortgemeente in de jaren [t-1], [t-2] en [t-3] hoger is dan de landelijke instroom in jaar [t] ten opzichte van de gemiddelde landelijke instroom in de jaren [t-1], [t-2] en [t-3], en
b. de uitstroom van de tekortgemeente in jaar [t] ten opzichte van de gemiddelde uitstroom van de tekortgemeente in de jaren [t-1], [t-2] en [t-3] lager is dan de landelijke uitstroom in jaar [t] ten opzichte van de gemiddelde landelijke uitstroom in de jaren [t-1], [t-2] en [t-3].
a. de ontwikkelingen in de periode van 2008 tot en met 2010 (jaargemiddelden) van de werkloze beroepsbevolking in het COROP-gebied van die gemeente, ten opzichte van de ontwikkeling in Nederland, meer is gestegen dan 1,0 procentpunt, of:
b. de ontwikkelingen in de periode van 2008 tot en met 2010 (jaargemiddelden) van het aantal niet-werkende werkzoekenden in die gemeente, ten opzichte van de ontwikkeling in Nederland, meer is gestegen dan 5,0 procentpunt.
4.1 De rechtbank overweegt als volgt.
4.6 De TC heeft vastgesteld dat eiser in 2011 niet voldeed aan het statistisch criterium van artikel 15, vijfde lid, van de Regeling omdat de uitstroom in de gemeente Leiden niet lager was dan het landelijk gemiddelde. De uitstroom van werklozen in Leiden was toen slechts 0,01 % hoger dan het landelijk gemiddelde. Het betreft weliswaar een gering verschil waarop de inwilliging van de aanvraag afstuit, maar dit is geen grond voor de juistheid van eisers stelling dat het bestreden besluit daardoor in strijd komt met het evenredigheidsbeginsel. Dat eiser in 2011 niet voldeed aan het statistisch criterium is de uitkomst van een in artikel 15, vijfde lid, van de Regeling vastgelegde rekensystematiek. Deze geldt voor alle belanghebbenden en wordt op hen gelijkelijk toegepast. De IAU- systematiek biedt verweerder geen ruimte om daarvan af te wijken. De gevonden absolute waarde is bepalend en op grond daarvan moet worden vastgesteld dat in eisers geval niet wordt voldaan aan het door de regelgever voorgeschreven statistisch criterium. Bovendien betekent de omstandigheid dat niet aan het statistisch criterium wordt voldaan niet automatisch dat er geen aanspraak bestaat op de IAU. In een dergelijke situatie kan toch sprake zijn van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. De TC heeft immers (aanvullende) criteria geformuleerd, op grond waarvan alsnog sprake kan zijn van een uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie.
4.9 De TC heeft naar aanleiding van de door eiser voorgelegde analyse overwogen dat de gemeente Leiden de gevolgen ondervindt van de economische conjunctuur. De situatie voor Leiden was ten opzichte van andere gemeenten in Nederland echter niet uitzonderlijk. Vanuit een breder perspectief gezien zijn er volgens de TC contra-indicaties voor een uitzonderlijke arbeidsmarktsituatie. Zo bevindt de werkloosheid in het Corop-gebied Agglomeratie Leiden en Bollenstreek van 3,7% zich 1,7 procentpunt onder het landelijk percentage. Bovendien was sinds 2009 de ontwikkeling van de werkloosheid in het Corop-gebied beter dan landelijk; waar deze landelijk steeg met 0,6 procentpunt, daalde dit in het Corop-gebied met 0,1 procentpunt. Daarnaast is het aantal niet-werkende werkzoekenden in de gemeente Leiden sterker gedaald dan landelijk. Ook dit wijst niet in de richting van een uitzonderlijke situatie op de arbeidsmarkt. Dat geldt eveneens voor de uitstroom in 2011 in vergelijking met de gemiddelde uitstroom in 2008 tot en met 2010. Deze verhouding was voor Leiden gelijk aan de landelijke, aldus de TC.
5. Gezien hetgeen hiervoor is overwogen is er geen grond voor het oordeel dat verweerder niet van de juistheid van het TC-advies mocht uitgaan. Van strijd met het evenredigheids-, zorgvuldigheids- of motiveringsbeginsel is geen sprake. Het beroep is ongegrond.