ECLI:NL:RBDHA:2015:6878
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van uitkeringen op basis van gefingeerd dienstverband
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de herziening en terugvordering van uitkeringen. Eiseres, die in Den Haag woont, had aanspraak gemaakt op uitkeringen op basis van de Ziektewet (ZW), de Wet arbeid en zorg (Wazo) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De Uwv had echter vastgesteld dat eiseres een gefingeerd dienstverband had met uitzendbureau [X] B.V. en dat zij nooit daadwerkelijk arbeid had verricht. Dit leidde tot de herziening van haar uitkeringen en de terugvordering van in totaal € 59.794,07.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv zorgvuldig en toereikend onderzoek heeft verricht naar de werkelijke situatie van eiseres. Eiseres had in beroep aangevoerd dat zij wel degelijk werkzaam was geweest en dat zij recht had op de uitkeringen. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiseres niet in staat was om overtuigend tegenbewijs te leveren dat haar dienstverband met [X] B.V. niet gefingeerd was. De rechtbank heeft daarbij de verklaringen van de Uwv-inspecteur en de (mede-)eigenaar van [X] B.V. meegewogen, die bevestigden dat eiseres slechts kortstondig had gewerkt en dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de herziening en terugvordering van de uitkeringen door het Uwv rechtmatig was. Eiseres heeft geen aanleiding kunnen aanvoeren voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat een rechtsmiddel open voor hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.