ECLI:NL:RBDHA:2015:6744

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2015
Publicatiedatum
12 juni 2015
Zaaknummer
C-09-476245 - HA RK 14-578
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van de Nederlandse nationaliteit van een minderjarige op basis van afstamming

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, hebben verzoekers, de ouders van een minderjarige, verzocht om vast te stellen dat hun dochter, geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], de Nederlandse nationaliteit bezit. Dit verzoek is ingediend op 28 oktober 2014 en is gebaseerd op het feit dat de vader van de minderjarige, [verzoeker], de Nederlandse nationaliteit heeft. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft het verzoek ondersteund en geconcludeerd dat de minderjarige vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.

De rechtbank heeft de ingediende stukken beoordeeld, waaronder een akte van geboorte en een beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de geslachtsnaam van de minderjarige werd verbeterd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [verzoeker] de juridische vader is van de minderjarige en dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit. Op basis van artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap heeft de minderjarige, door afstamming van haar Nederlandse vader, bij geboorte de Nederlandse nationaliteit verkregen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek van de ouders toewijsbaar is en heeft vastgesteld dat de minderjarige vanaf haar geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit. De beschikking is gegeven door mr. M.E. Groeneveld-Stubbe en openbaar uitgesproken op 8 juni 2015.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rekestnummer: C/09/476245 / HA RK 14-578
Beschikking van 8 juni 2015
in de zaak van

1.[verzoekster],

2.
[verzoeker],
in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van hun minderjarige dochter
[minderjarige ](verder te noemen: [minderjarige ]),
allen wonende te [woonplaats],
verzoekers,
advocaat mr. B. van Dijk te Groningen,
en
DE STAAT DER NEDERLANDEN(Ministerie van Veiligheid en Justitie,
Immigratie- en Naturalisatiedienst), verder te noemen de IND,
zetelende te Den Haag,
belanghebbende,
vertegenwoordigd door mr. R.Y. Reckers.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 28 oktober 2014 ingekomen verzoekschrift,
  • de brieven van mr. Van Dijk van 18 november en 22 december 2014,
  • de brieven van de IND van 5 december 2014 en 10 maart 2015,
  • de brief van de officier van justitie van 29 april 2015.

2.Het verzoek en het standpunt van de IND

2.1.
Verzoekers verzoeken de rechtbank te bepalen dat [minderjarige ], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], sinds haar geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit. Zij voeren daartoe aan dat [minderjarige ] sinds haar geboorte in familierechtelijke betrekking staat tot haar vader [verzoeker], van Nederlandse nationaliteit. Aldus bezit ook [minderjarige ] de Nederlandse nationaliteit.
2.2.
De IND stelt zich op het standpunt dat [minderjarige ] vanaf geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit en concludeert tot toewijzing van het verzoek.
2.3.
De officier van justitie heeft zich aangesloten bij het standpunt van de IND.
2.4.
Mr. Van Dijk, mr. Reckers en de officier van justitie hebben te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling.

3.De beoordeling

3.1.
Bij het verzoekschrift is overgelegd een op [datum] opgemaakte akte van geboorte van [minderjarige ]. Daarin is [verzoeker] vermeld als aangever. Gegevens van de vader zijn niet opgenomen. Als geslachtsnaam van [minderjarige ] is vermeld [A]. Vervolgens hebben verzoekers overgelegd de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Privaatrecht, Locatie Assen, van 5 november 2014 waarbij de verbetering van die akte van geboorte is gelast in die zin dat de geslachtsnaam van [minderjarige ] dient te worden verbeterd in [verzoeker] en dat als vader wordt opgenomen [verzoeker], geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum]. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat genoegzaam is komen vast te staan dat [minderjarige ] is geboren uit het op 11 oktober 2011 in Mexico gesloten huwelijk van verzoekers.
3.2.
De rechtbank overweegt dat aldus is komen vast te staan dat de heer [verzoeker] de juridische vader is van [minderjarige ]. De heer [verzoeker] bezit de Nederlandse nationaliteit. Ingevolge artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap heeft [minderjarige ] dan ook door afstamming van een Nederlandse vader bij geboorte de Nederlandse nationaliteit verkregen. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank stelt vast dat [minderjarige ] vanaf haar geboorte op [geboortedatum] in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Groeneveld-Stubbe en in het openbaar uitgesproken op 8 juni 2015. [1]

Voetnoten

1.type: