Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 september 2013, met producties 1 tot en met 20;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot en met 17;
- het tussenvonnis van 18 december 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van 12 februari 2014, met producties 18 en 19 van Uptown Properties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte houdende wijziging van eis van de curator;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 februari 2014;
- de akte na comparitie van Uptown Properties, met producties 18 en 19;
- de antwoordakte na comparitie van de curator, met producties 21 en 22.
2.De feiten
in conventie en in reconventie
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
- opheffing van de door de curator gelegde beslagen wordt gelast;
- de curator wordt veroordeeld tot betaling van € 25.000,=, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaaarding,
4.De beoordeling
kansop benadeling van een of meer schuldeisers van [A] in het leven riep (zie HR 1 oktober 1993, NJ 1994/257, Ontvanger/Pellicaan) of dat er een
verwachtingis van een eventuele benadeling. Wetenschap van benadeling wordt aangenomen indien ten tijde van de handeling – in dit geval het sluiten van de koopovereenkomst – het faillissement en het tekort daarin met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien (zie HR 22 december 2009, NJ 2010/273, ABN/Van Dooren qq). De stelplicht en de bewijslast rusten op de curator.
all you can eatrestaurants in de buurt gingen, is de rechtbank met de curator van oordeel dat het restaurant ten tijde van de overname van de exploitatie door [A] in ‘zwaar weer’ verkeerde. Nu verder niet blijkt dat [A] beschikte over of concreet toegang had tot voldoende vermogen om de schulden van het restaurant te betalen en investeringen te doen die tot een rendabele exploitatie zouden kunnen leiden (zie ook r.o. 4.9), waren begin juni 2012 het faillissement van [A] en het tekort daarin in redelijke mate voorzienbaar. Dat moet Uptown Properties ook hebben geweten, aangezien [D] jr., die [A] eerder had bijgestaan bij het zoeken naar financiering om het Pand te kunnen betalen en bij de ABC-constructie waar de koopovereenkomst deel van uitmaakte zich, naar eigen zeggen van Uptown Properties, eind april/begin mei op verzoek van [A] heeft gewend tot de Belastingdienst en de verhuurder in verband met de schulden het restaurant, dat toen nog werd geëxploiteerd door mevrouw [H]. Verder heeft Uptown Properties naar eigen zeggen op 11 mei 2012 cijfers opgevraagd in verband met de (voorgenomen) overname van de exploitatie van het restaurant door [A]. Dat Uptown Properties volgens haar verklaring tijdens de comparitie van partijen toen heeft vertrouwd op de hiervoor genoemde mededeling van [A] over geld dat zijn vader zou krijgen, waardoor [A] een en ander zou kunnen oplossen, maakt dat niet anders, aangezien er geen enkele concrete aanwijzing was dat de mededeling van [A] bewaarheid zou kunnen worden.
gelastenwordt verstaan zoals die kennelijk is bedoeld, namelijk als strekkende tot opheffing van de beslagen. Nu de vordering in conventie wordt afgewezen, ligt deze vordering voor toewijzing gereed.