Uitspraak
Voorlopige voorzieningen
Beschikking op het op 7 april 2015 ingekomen verzoek van:
[verzoekster],
[verweerder],
Procedure
Verzoek en verweer
- een weekend per veertien dagen, vanaf vrijdag uit school tot maandag voor school, waarbij de man de minderjarige uit school zal halen en haar weer terugbrengt naar school;
- de helft van de algemeen erkende feestdagen, in onderling overleg tussen de ouders te bepalen;
- twee weken aaneengesloten in de zomer(school)vakantie, in onderling overleg tussen de ouders te bepalen;
- Vaderdag;
- de verjaardag van de man;
Beoordeling
NJ1973/405, ECLI:NL:HR:1973:AB4157).
NJ1998, 551, ECLI:NL:HR:1998:ZC2618) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ingevolge artikel 1:401, eerste lid, BW een overeenkomst betreffende levensonderhoud bij rechterlijke uitspraak kan worden gewijzigd of ingetrokken wanneer zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen, maar dat die bepaling de rechter in beginsel vrij laat te beoordelen aan welke omstandigheden hij bij zijn beslissing omtrent het verzoek tot wijziging betekenis wil toekennen, en zo ja, welke betekenis. Niet valt in te zien dat dit anders zou zijn indien – zoals in het onderhavige geval – wijziging van een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud wordt verzocht.
nadienheeft voorgedaan, is de rechtbank van oordeel dat aan de door de vrouw geschetste omstandigheid, te weten ‘de ontwikkeling van de Haagsche Lijn’ niet de betekenis moet worden toegekend die de vrouw daaraan toegekend wil zien. De geschetste omstandigheid levert geen relevante wijziging op als bedoeld in artikel 1:401, eerste lid, BW en noopt dientengevolge niet tot een hernieuwde beoordeling van de behoefte en de draagkracht.
feitenbedoeld (MvA II, Parl. gesch. Invoeringswet boek 1, blz. 1445).