Op 19 mei 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin drie eisers, allen Syrische vreemdelingen, een beroep hebben ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvragen waren ingediend op 22 september 2014, maar werden door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie afgewezen op grond van de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van hun aanvragen. De eisers voerden aan dat er geen garanties zijn dat zij als gezin bij elkaar zullen blijven in Italië, en dat de Italiaanse autoriteiten hen eerder hadden verzocht om het land te verlaten. Tijdens de zitting op 11 mei 2015 zijn de eisers in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en heeft de verweerder zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de garanties van de Italiaanse autoriteiten onvoldoende zijn om te concluderen dat de eenheid van het gezin gewaarborgd is. De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en verweerder opgedragen nieuwe besluiten te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eisers tot een bedrag van € 980,--. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken.