In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 mei 2015 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die beiden de Nederlandse nationaliteit bezitten en voorheen op Guadeloupe woonden. De man, die op Guadeloupe woont, heeft verzocht om echtscheiding met nevenvoorzieningen, waaronder alimentatie en de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding uitgesproken. De hoofdverblijfplaats van het minderjarige kind is bij de vrouw bepaald, en de man is verplicht om € 650,-- per maand aan kinderalimentatie en € 1.340,-- per maand aan partneralimentatie te betalen. De rechtbank heeft ook de reiskosten voor de bezoeken van het kind aan de man op Guadeloupe geregeld en bepaald dat de man deze kosten voor zijn rekening neemt. De rechtbank heeft het verzoek van de man om de partneralimentatie te limiteren afgewezen, omdat de vrouw door het huwelijk in haar carrièremogelijkheden is beperkt. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure.