2.12Pas op 16 januari 2012 heeft de maatschap de op 12 januari 2012 gedagtekende bankgarantie van ABN AMRO Bank ontvangen, zulks ter opheffing van de vier gelegde conservatoire derdenbeslagen en als vervangende zekerheid voor de daarin in hoofdsom op € 27.137,95 begrote vordering van de begunstigde [A] BV op de debiteur HKM BV, en geldig tot maximaal € 36.000,00 inclusief rente en kosten. Deze bankgarantie is geredigeerd volgens het standaardmodel beslaggarantie NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) 1999. Daarin zijn onder meer de volgende contractsbepalingen opgenomen.
1. De Bank stelt zich hierbij onherroepelijk garant jegens de Begunstigde voor de betaling van al hetgeen de Begunstigde terzake van de Vordering van de Debiteur te vorderen heeft blijkens één van de onder 2. sub a. tot en met c. of onder 3. aanhef of sub a. en b. vermelde bewijsstukken met inachtneming van het hierna bepaalde.
2. De Bank verbindt zich op eerste schriftelijk verzoek van de Begunstigde, onder gelijktijdige overlegging van:
a. een afschrift van een beslissing van een Nederlandse rechter met betrekking tot de Vordering, gewezen in een procedure tussen de Begunstigde en de Debiteur, vergezeld van (…); of
b. een origineel afschrift van een arbitraal vonnis met betrekking tot de Vordering gewezen in een procedure tussen de Begunstigde en de Debiteur; of
c. een door partijen gewaarmerkt afschrift van een akte, houdende een minnelijke regeling tussen de Begunstigde en de Debiteur met betrekking tot de Vordering;
aan de Begunstigde te voldoen het bedrag dat de Begunstigde schriftelijk verklaart terzake van de Vordering opeisbaar van de Debiteur te vorderen te hebben, met dien verstande dat de Bank niet gehouden is meer te voldoen dan het bedrag dat de Begunstigde blijkens één of meer van de bovenbedoelde bewijsstukken van de Debiteur te vorderen heeft.
3. Ingeval van faillissement van de Debiteur (…) zal de Bank na verloop van een termijn van vier (4) maanden na de dag waarop de Begunstigde per aangetekende brief aan de Bank heeft bericht dat de Debiteur in staat van faillissement is verklaard (…), onder meezending van een bevestiging van de curator (…) dat de Debiteur failliet is verklaard (…), aan de Begunstigde voldoen hetgeen de Begunstigde schriftelijk verklaart terzake van de Vordering opeisbaar van de Debiteur te vorderen te hebben tenzij
a. de Bank binnen voornoemde termijn van vier (4) maanden de Begunstigde heeft gedagvaard in een gerechtelijke procedure teneinde de gegrondheid en de hoogte van de Vordering te doen vaststellen of de Begunstigde te doen verbieden een beroep op deze garantie te doen, in welk geval de Bank zal overgaan tot betaling aan de Begunstigde tegen overlegging van een afschrift van een in kracht van gewijsde gegane beslissing van een Nederlandse rechter, gewezen in een procedure tussen de Begunstigde en de Bank; of
b. de curator in het faillissement (…) binnen voornoemde termijn van vier (4) maanden de Begunstigde heeft gedagvaard in een gerechtelijke procedure teneinde de gegrondheid en de hoogte van de Vordering te doen vaststellen of de Begunstigde te verbieden een beroep op deze garantie te doen en de curator (…) binnen voornoemde termijn de bank per aangetekend schrijven hiervan mededeling heeft gedaan, in welk geval de Bank zal overgaan tot betaling aan de Begunstigde tegen overlegging van een afschrift van een beslissing van een (Nederlandse) rechter gewezen in een procedure tussen de Begunstigde en de curator (…) en voor het overige tegen overlegging van een verklaring conform artikel 2. sub a. dan wel een akte als bedoeld in artikel 2. sub c.;
met dien verstande dat de Bank niet gehouden is meer te voldoen dan het bedrag dat de Begunstigde blijkens één van de bovenbedoelde bewijsstukken terzake van de Vordering te vorderen heeft.
Het in dit artikel gestelde laat onverlet de rechten van de Begunstigde om betaling te vorderen op grond van artikel 2.
5. Deze bankgarantie vervalt indien niet voor, of binnen 1 maand(en) na dagtekening van deze garantie een vordering als bovenbedoeld voor de bevoegde rechter tussen de Begunstigde en de Debiteur terzake van de Vordering aanhangig is gemaakt of de benoeming van één of meer scheidslieden ingevolge een arbitraal beding is aangezegd, verzocht of voorgesteld, dan wel een minnelijke regeling tot stand is gekomen en de Bank niet binnen één maand na afloop van de hiervoor in dit artikel vermelde termijn door middel van een schriftelijke mededeling van of namens de Begunstigde hiervan in kennis is gesteld en in ieder geval tien (10) jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de Bank tenminste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekend schrijven een schriftelijke verklaring van een in Nederland ingeschreven advocaat van de Begunstigde heeft ontvangen dat een procedure tussen de Begunstigde en de Debiteur terzake van de Vordering nog aanhangig is of op grond van artikel 3. nog een procedure tussen de Begunstigde en de curator (…) of de Bank aaanhangig is, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van tien (10) jaar geldig is.
6. Na verval van deze garantie kan de Begunstigde geen enkele aanspraak meer maken jegens de Bank uit hoofde van deze garantie en is de Begunstigde verplicht het origineel van deze garantie aan de Bank terug te geven c.q. de Bank uit haar verplichtingen te ontslaan.