Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het incident tot tussenkomst c.q. voeging
2.De feiten
1.Inhoud Plan van Aanpak
De Inschrijver dient bij inschrijving een Plan van Aanpak in te dienen. Dit zal worden meegenomen in de kwalitatieve beoordeling van de inschrijving. Na opdrachtverlening zal het Plan van Aanpak van de inschrijver aan wie de opdracht wordt verleend deel uitmaken van diens Inschrijving (contractdocument).
2.Subgunningscriteria Kwaliteit
De Economisch Meest Voordelige Inschrijving wordt bepaald aan de hand van onderstaande criteria, welke in de volgende paragrafen verder worden uiteengezet.
3.Beoordeling van de Inschrijving
In dit hoofdstuk is aangegeven op welke wijze de EMVI wordt vastgesteld. Het gunningcriterium is de "Economisch Meest Voordelige Inschrijving" (EMVI). De beoordelingscriteria zijn prijs (inschrijvingssom) en kwaliteit (bestaande uit de in hoofdstuk 2 beschreven subgunningscriteria).
4 Voldoet en biedt optimale meerwaarde
3 Voldoet en biedt veel meerwaarde
2 Voldoet en biedt enige meerwaarde
1 Voldoet, maar biedt weinig meerwaarde
0 Voldoet, maar biedt geen meerwaarde
-1 Voldoet niet (= knock-out)
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
"Aanbestedende diensten kunnen er voor kiezen om meer gewicht toe te kennen aan andere subcriteria van het gunningscriterium EMVI dan prijs, zoals kwaliteit of duurzaamheid". Een en ander brengt mee dat een aanbestedende dienst de mogelijkheid heeft om aan het subcriterium prijs meer gewicht toe te kennen dan aan alle andere, op de kwaliteit van de inschrijving betrekking hebbende, subcriteria gezamenlijk. Deze vrijheid bereikt echter haar grens waar de keuze van de aanbestedende dienst voor het gunningscriterium EMVI de facto neerkomt op een keuze voor het gunningscriterium laagste prijs. Hiervan is sprake wanneer op basis van de uitwerking van het gunningscriterium in de aanbestedingsdocumenten, alle omstandigheden van het geval afwegende, inschrijvers redelijkerwijs mogen verwachten dat de waardering van de kwalitatieve aspecten van de inschrijvingen - naast het aspect prijs - geen significante invloed heeft op de uitkomst van de aanbestedingsprocedure. Immers, in een dergelijke situatie hanteert de aanbestedende dienst weliswaar formeel het gunningscriterium EMVI, maar is materieel sprake van het gunningscriterium laagste prijs.
€ 1.861.800,-- bedraagt, ofwel een maximale korting van ongeveer 43%. Uit het bij de gunningsbeslissing behorende overzicht blijkt ook dat ter zake van de inschrijvingen, die na de kwalitatieve beoordeling als eerste vier uit de bus kwamen, (zeer) substantiële fictieve kortingen zijn toegekend tussen € 571.625,-- en € 347.750,--. Op de veruit als slechtst beoordeelde inschrijving (nummer 5 in de rangorde) is zelfs nog een korting van € 162.750,--toegepast. Daarnaast heeft de Provincie in het (beperkte) bestek van dit kort geding - in het bijzonder aan de hand van een, niet voldoende bestreden, notitie van professor dr. P.G.M. van der Heijden van 8 april 2015 - aannemelijk gemaakt dat de factor kwaliteit een niet te verwaarlozen factor speelt bij de bepaling van de winnaar van de aanbesteding (tussen ± 33% en ± 20%). Daarnaast heeft [B] op de zitting onweersproken aangevoerd dat haar inschrijving als vierde zou zijn geëindigd, indien deze geen enkele meerwaarde zou hebben gehad. Onder die omstandigheden kan - ander dan in de casus die heeft geleid tot het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland van 24 januari 2014, waarop [A] zich beroept - niet worden aangenomen dat de waardering van de kwalitatieve aspecten van de inschrijvingen geen significante invloed heeft op de uitkomst van de aanbestedingsprocedure.