In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Timing Uitzendteam B.V. [verzoeker] had een verzoek ingediend tot veroordeling van Timing tot betaling van een aanzegboete, omdat hij meende dat Timing de aanzegplicht had geschonden. De arbeidsovereenkomst van [verzoeker] eindigde op 31 januari 2015, terwijl de nieuwe aanzegplicht volgens artikel 7:668 lid 1 BW pas van toepassing werd op arbeidsovereenkomsten die eindigen op of na 1 februari 2015. De kantonrechter oordeelde dat Timing geen aanzegverplichting had, omdat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] eindigde binnen een maand na de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving. Dit betekende dat de aanzegplicht niet van toepassing was op zijn situatie. De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van [verzoeker] moesten worden afgewezen, en dat beide partijen hun eigen proceskosten moesten dragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om op de hoogte te zijn van de wijzigingen in de wetgeving omtrent aanzegverplichtingen en de gevolgen daarvan voor hun werknemers.