ECLI:NL:RBDHA:2015:528
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beslissing tot ambtshalve vermindering van aanslag inkomstenbelasting 2005
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder om een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting 2005 niet in behandeling te nemen. De aanslag was opgelegd op 20 december 2007 en eiser had op 25 april 2014 een verzoek tot vermindering ingediend. Verweerder heeft dit verzoek op 15 mei 2014 afgewezen, omdat het buiten de vijfjaarstermijn was ingediend. Eiser heeft vervolgens op 28 juli 2014 opnieuw een verzoek ingediend, dat op 13 augustus 2014 wederom werd afgewezen om dezelfde reden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld op 6 augustus 2014. Tijdens de zitting op 6 januari 2015 is eiser verschenen, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat ingevolge artikel 26 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) in afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, beroep tegen een belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking slechts mogelijk is indien het gaat om een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Aangezien de beslissingen van verweerder niet als zodanig kunnen worden aangemerkt, is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.I. Batelaan-Boomsma en is openbaar uitgesproken op 15 januari 2015. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.