ECLI:NL:RBDHA:2015:528

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 januari 2015
Publicatiedatum
20 januari 2015
Zaaknummer
AWB - 14 _ 7636
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing tot ambtshalve vermindering van aanslag inkomstenbelasting 2005

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing van verweerder om een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting 2005 niet in behandeling te nemen. De aanslag was opgelegd op 20 december 2007 en eiser had op 25 april 2014 een verzoek tot vermindering ingediend. Verweerder heeft dit verzoek op 15 mei 2014 afgewezen, omdat het buiten de vijfjaarstermijn was ingediend. Eiser heeft vervolgens op 28 juli 2014 opnieuw een verzoek ingediend, dat op 13 augustus 2014 wederom werd afgewezen om dezelfde reden. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld op 6 augustus 2014. Tijdens de zitting op 6 januari 2015 is eiser verschenen, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door een gemachtigde.

De rechtbank heeft overwogen dat ingevolge artikel 26 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) in afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, beroep tegen een belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking slechts mogelijk is indien het gaat om een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking. Aangezien de beslissingen van verweerder niet als zodanig kunnen worden aangemerkt, is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.I. Batelaan-Boomsma en is openbaar uitgesproken op 15 januari 2015. Partijen kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 14/7636

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 januari 2015 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [plaats] , eiser

en

[P] , verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft, met dagtekening 20 december 2007, aan eiser voor het jaar 2005 een aanslag (aanslagnummer [nummer] ) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (de aanslag IB 2005) opgelegd .
Eiser heeft een brief, met dagtekening 25 april 2014 naar verweerder gezonden, door verweerder aangemerkt als een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag IB 2005.
Verweerder heeft bij beslissing van 15 mei 2014 eiser meegedeeld dat het verzoek buiten de vijfjaarstermijn is ingediend en derhalve niet meer in behandeling kan worden genomen.
Eiser heeft wederom een brief, met dagtekening 28 juli 2014, naar verweerder gezonden, door verweerder aangemerkt als een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag IB 2005.
Verweerder heeft bij beslissing van 13 augustus 2014 eiser meegedeeld dat het verzoek buiten de vijfjaartermijn is ingediend en derhalve niet meer in behandeling kan worden genomen.
Eiser heeft, met dagtekening 6 augustus 2014, beroep tegen voormelde beslissingen van verweerder ingesteld.
Verweerder heeft, met dagtekening 20 november 2014, een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 januari 2015 te Den Haag.
Eiser is verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde [gemachtigde] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiser is, met dagtekening 6 augustus 2014, in beroep gekomen tegen de beslissing van verweerder op een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag IB 2005, gedagtekend 15 mei 2014 en tegen de beslissing van verweerder op een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslag IB 2005, gedagtekend 13 augustus 2014.

Geschil2. In geschil is of er beroep tegen de voormelde beslissingen van verweerder kan worden ingesteld.

Beoordeling van het geschil
3. Ingevolge artikel 26 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) kan in afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een ingevolge de belastingwet genomen besluit slechts beroep bij de bestuursrechter worden ingesteld, indien het een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking betreft. De beslissingen van verweerder zijn, nu zij zien op het belastingjaar 2005, niet voor beroep vatbaar, omdat het geen belastingaanslagen of voor bezwaar vatbare beschikkingen zijn.
4. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dient het beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Proceskosten
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. van Duijvendijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
15 januari 2015.
griffier rechter

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021,
2500 EA Den Haag.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.