In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van kinder- en partneralimentatie. De man, die eerder gehuwd was met de vrouw, heeft verzocht om de alimentatie te verlagen op basis van gewijzigde omstandigheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man sinds zijn huwelijk op 22 mei 2014 onderhoudsplichtig is jegens zijn nieuwe echtgenote en haar minderjarige stiefdochter, wat zijn draagkracht beïnvloedt. De vrouw heeft verweer gevoerd en betwist dat de man zijn alimentatieverplichtingen kan verlagen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de financiële situatie van beide partijen en de behoeften van de minderjarige kinderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die aanleiding geeft tot herbeoordeling van de alimentatie. De kinderalimentatie is vastgesteld op € 844,- per maand voor de twee minderjarige kinderen, en de partneralimentatie is vastgesteld op € 2.505,- bruto per maand voor de vrouw van 1 augustus 2015 tot 1 augustus 2016, met verdere aanpassingen in de daaropvolgende jaren. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten gecompenseerd.