ECLI:NL:RBDHA:2015:4690

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 april 2015
Publicatiedatum
23 april 2015
Zaaknummer
819245-14
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging, belaging, belediging en mishandeling van politieagenten en ex-partner

Op 22 april 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging, belaging, belediging en mishandeling. De zaak betreft een reeks van bedreigende e-mails en beledigende berichten die de verdachte heeft gestuurd naar politieagenten en zijn ex-partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 18 augustus 2014 tot en met 10 september 2014 de verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met de dood en zware mishandeling. De verdachte heeft hen via e-mail dreigende boodschappen gestuurd, waarin hij hen waarschuwde dat ze aan de 'allerhoogste boom' zouden komen te hangen. Daarnaast heeft hij in dezelfde periode stelselmatig inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van deze agenten door hen herhaaldelijk te beledigen en te belagen.

De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte zijn ex-partner, [slachtoffer 6], heeft mishandeld en beledigd. Dit gebeurde onder andere door haar te slaan met een asbak en haar te beledigen met kwetsende woorden. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van enkele punten waar hij vrijgesproken is. De officier van justitie had een gevangenisstraf van negen maanden geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een contactverbod voor de slachtoffers. De rechtbank heeft uiteindelijk een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een contactverbod met de politie-eenheid Den Haag, team Kaag en Braassem. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn geestelijke gezondheid en de impact van de feiten op de slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/819245-14
Datum uitspraak: 22 april 2015
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1974,
postadres: [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 8 april 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. P.A. Willemse en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. H. Warendorp Torringa, advocaat te Den Haag, en door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 augustus 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] per email dreigend de woorden toegevoegd:
"een nekschot zou nog teveel eer zijn voor uw soort mensen meneer [slachtoffer 1], zou zonde van de kogel zijn"
[pag. 87]
en/of
"Een gewaarschuwd mens telt voor 2 meneer [slachtoffer 1] en wie niet luisteren wil die moet maar voelen. Er staat u de komende tijd het een en ander te wachten meneer [slachtoffer 1], als ik u was zou ik het land gaan ontvluchten. Dan bent u tenminste veilig. Jullie komen aan de allerhoogste boom te hangen voor het kapot maken van het leventje van mijn dochtertje.."
[p. 88]
en/of
"Ik ben de gevaarlijkste vijand die u zich maar kunt wensen meneer [slachtoffer 1]. Dalijk ben ik niet meer zo aardig als nu en zal ik er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat jullie aan de allerhoogste boom komen te hangen die ik maar kan vinden."
[p. 89]
en/of
"Ik doe jou een belofte [slachtoffer 2], zoals jij mijn leven en het leven van mijn dochtertje kapot hebt gemaakt zo ga ik jouw leven kapot maken [slachtoffer 2]. Dat beloof ik je.. Ik richt je echt compleet te gronde. Ik maak je leven helemaal kapot [slachtoffer 2]. Ik ga er persoonlijk voor zorgen dat er aan jouw corrupte misdadige politiecarriere een einde gaat komen."
[p. 85]
en/of
"Geachte heer [slachtoffer 2]. Ik ga u aan de allerhoogste boom ophangen die er maar te vinden is vieze vuile grote smeerpijp, gore rioolrat dat je er bent. Je komt aan de allerhoogste boom te hangen [slachtoffer 2], hoor je me? Aan de allerhoogste boom. Papa laat zich door niks en niemand meer tegen houden."
[p. 193]
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 april 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag), in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte een groot aantal emails en/of sms-berichten gestuurd aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2];
3.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 april 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, in elk geval in Nederland, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling en/of schriftelijk (per email) heeft toegevoegd de woorden: "[slachtoffer 1], het betreft hier een corrupte teamchef politie regio Kaag en Braassem"
[p. 47+134]
en/of
"U en uw beider corrupte agenten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] maken het complete Nederlandse politiekorps te schande en zijn de uniformen die jullie dragen onwaardig. Meneer [slachtoffer 1] u bent een misdadiger, [slachtoffer 2] is een misdadiger"
[p. 61+150]
en/of
"[slachtoffer 1], de grootste corrupte smeerpijp van allemaal en de reden dat zijn agenten corrupt zijn, immers goed voorbeeld doet volgen. Politieteam Kaag en Braassem, misdadigers pur sang"
[p. 73+181]
en/of
"In wezen bent u niet meer en niet minder als een kinderleven kapotmakende rioolrat meneer [slachtoffer 1]. Kruip alstublieft terug het riool in waar u hoort samen met uw 2 corrupte agenten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]"
[p. 74+181]
en/of
"Addergebroed dat is wat jullie zijn, lowlifes, scumbags, je reinste addergebroed niet meer en niet minder"
[p. 77+185]
en/of
"Geachte alle corrupte rioolratten. Corrupt kinderlevenskapotmakend zwijn [slachtoffer 2]. Corrupt kinderlevenskapotmakend tuig zoals jullie zijn. Opperrioolrat [slachtoffer 1]. Stinkende rioolratten"
[p. 85}
en/of
"Geachte meneer [slachtoffer 1], kijkt u eens, ik kwam een plaatje tegen van uw collega kinderleventjeskapotmaker Marc Dutroux"
[p. 86]
en/of
"Jullie soort corrupte zwijnen zijn er de reden van dat [naam] vorig jaar zn zoontjes Ruben en Julian onder een duiker heeft verstopt"
[p. 105]
en/of
"U bent een corrupte agent en die zijn erger als de drugsdealers op de [slachtoffer 6] van de straat"
[p. 127]
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
4.
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 september 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, in elk geval in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en/of [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag) heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij met voormeld doel via het internet (facebook) aan meerdere bezoekers/gebruikers van die internetpagina('s) (te weten de facebookpagina van Politie Kaag en Braassem en/of de door hem, verdachte, gemaakte facebookpagina genaamd "[Facebookpagina]") medegedeeld:
"Mooie verhalen maar vertel ook eens over de misdaden die jullie plegen. Onze corrupte agent [slachtoffer 3] die valse getuigen opvoert tegen onschuldige mensen, corrupte agent [slachtoffer 2] die ook alle wetten overtreedt die er te bedenken zijn, laten we vooral onze onafhankelijke klachtenverdoezelaar [slachtoffer 4] niet vergeten en de grootste corrupte smeerpijp van allemaal [slachtoffer 1] die levens van kinderen kapot maakt door valse getuigen tegen hun vaders op te voeren.je hebt het leventje van mijn dochtertje kapot
gemaakt [slachtoffer 1]. De onderste steen gaat boven komen Ik zal niet rusten voordat jij verantwoording af hebt gelegd over het kapot maken van mijn leven en het leventje en de toekomst van mijn kleine meisje."
[p. 94]
en/of
"[slachtoffer 1] teamleider Kaag en Braassem is een corrupte agent die valse getuigen opvoert en levens van kinderen kapot maakt."
[p. 205]
en/of
"[slachtoffer 1] is een corrupte politieagent die volledig bewust valse getuigen opvoert en kinderen daarmee hun vader en de hoop op een mooie toekomst ontneemt."
[p. 205]
en/of
"Aangifte ga doen tegen [slachtoffer 1] en z'n corrupte boevenbende vanwege het volledig bewust opvoeren van een valse getuige, meineed, valsheid in geschrifte en nog vele andere zaken. Ik hang je op aan de hoogste boom die ik maar kan vinden [slachtoffer 1].. Je weet wie ik ben, hoe vond je mn smsjes vanmorgen corrupt zwijn?"
[p. 206]
en/of
"Een collega kinderleventjeskapotmaker van [slachtoffer 1] (+foto Marc Dutroux)"
[p. 207]
en/of
"Deze corrupte smeerlappen [slachtoffer 1], [slachtoffer 5], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en de onafhankelijke klachtenverdoezelaar [slachtoffer 4] hebben de volgende misdrijven begaan: 1)het bewust opvoeren van een valse getuige door een corrupte politieagent, 2)valsheid in geschrifte, 3)meineed, 4)belemmering van de rechtsgang, 5)corruptie, 6)misleiding strafrechter, 7)misleiding familierechter."
[p. 208];
5.
ter berechting gevoegd 09-176735-14:
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 30 maart 2013 tot en met 29 juni 2013 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 6], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 6], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij verdachte
- een (groot) aantal e-mails en/of Whatsapp-berichten aan die [slachtoffer 6] verstuurd
met (onder andere) de volgende inhoud: "goedkope snol" en/of "(vieze) goedkope hoer" en/of "(vieze) smethoer" en/of "viespeuk en/of viezerd en/of viezerik" en/of "(vuile vieze goedkope) stinkhoer" en/of "straathoer" en/of "(uitgerangeerde) hoer" en/of "gore hoerenkop" en/of "verschrikkelijke teringkop" en/of "(fucking) kankerwijf" en/of "kankerveraaier" en/of "(fucking) stoephoer" en/of "crackhoer" en/of "goedkope rothoer", althans woorden van gelijke (beledigende) aard en/of strekking en/of
- meer malen, althans eenmaal gedreigd (een) naaktfoto('s) van die [slachtoffer 6] op de (openbare) website Facebook te plaatsen en/of
- eenmaal (een) naaktfoto('s) van die [slachtoffer 6] naar de broer van die [slachtoffer 6] (te weten [slachtoffer 6]) verstuurd;
6.
hij op of omstreeks 8 juni 2013 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop opzettelijk beledigend [slachtoffer 6], in diens/dier tegenwoordigheid en/of in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden "Viezerd" en/of "Kuthoer" en/of "Kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
7.
hij op of omstreeks 16 juni 2013 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop opzettelijk mishandelend zijn (ex-)partner, althans een persoon, te weten [slachtoffer 6], meermalen, althans eenmaal in/op het gezicht, althans op het hoofd en/of op de hand(en) en/of de arm(en), althans het lichaam heeft gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
8.
ter berechting gevoegd 09-029923-13:
hij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 2 tot en met 3 februari 2013 te Delft opzettelijk mishandelend zijn partner/levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer 6], met een asbak op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of meerdere malen, althans eenmaal, met een schoen op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of meerdere malen, althans eenmaal, tegen het lichaam heeft geschopt en/of gestompt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;

3.Overwegingen omtrent het bewijs

3.1
Standpunten van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van de onder feit 7 ten laste gelegde mishandeling. De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde bedreiging, belaging, belediging en smaad ten aanzien van de aldaar genoemde politieagenten heeft gepleegd, alsmede de onder 5, 6 en 8 ten laste gelegde belaging, belediging en mishandeling van de (ex-)vriendin van verdachte.
3.2
Standpunten van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het onder 1 ten laste gelegde geen bedreiging oplevert. De ten laste gelegde uitingen waren niet bedreigend bedoeld en dienen te worden bezien in het licht van verdachtes streven de waarheid te achterhalen. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman bepleit dat Facebook verschillende niveaus van openbaarheid kent en dat niet duidelijk is hoeveel mensen toegang hadden tot de ten laste gelegde pagina’s, c.q. tot de door verdachte geplaatste teksten, zodat verdachte ook van dit feit dient te worden vrijgesproken. De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de onder 7 ten laste gelegde mishandeling, wegens gebrek aan bewijs, nu de getuigenverklaringen elkaar tegenspreken. Wat betreft de feiten 2, 3, 5 en 6 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ook met betrekking tot de onder feit 8 ten laste gelegde mishandeling met de asbak heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, voor het overige heeft hij vrijspraak van dit feit bepleit.
3.3
Oordeel van de rechtbank [1]
3.3.1.
Feit 1
Uit hetgeen de rechtbank onder 3.3.2 omtrent feiten 2 en 3 overweegt volgt dat zij bewezen acht dat verdachte in de periode van 18 augustus 2014 tot en met 10 september 2014 in Ter Aar de verbalisanten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] e-mails heeft gestuurd. De specifieke e-mails die onder 1 ten laste zijn gelegd behoren daartoe. Gelet op de bewoordingen van deze emails – mede bezien in de context van de langdurige en agressieve wijze waarop verdachte de betrokken verbalisanten blijkens de bewezenverklaarde feiten 2 en 3 bejegende – kon bij de geadresseerden de redelijke vrees ontstaan het slachtoffer te zullen worden van de misdrijven waarmee gedreigd werd. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte met het versturen van deze e-mails de verbalisanten heeft bedreigd.
3.3.2.
Feiten 2 en 3
De rechtbank is op basis van de verklaring van verdachte [2] , de verklaringen van aangevers [3] en de in het dossier aanwezige e-mails [4] van oordeel dat is komen vast te staan dat verdachte verbalisanten J. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in de periode tussen 23 april 2014 en 10 september 2014 te Ter Aar met de ten laste gelegde teksten heeft beledigd en voorts heeft belaagd.
3.3.3.
Feit 4
De rechtbank is op basis van de verklaring van verdachte [5] en de schermprints van Facebook die zich in het dossier bevinden [6] van oordeel dat verdachte in de periode van 3 september 2014 tot en met 10 september 2014 de ten laste gelegde teksten op de Facebook-pagina van het politieteam Kaag en Braassem en op een door hem zelf gemaakte Facebook-pagina heeft gepost. De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte heeft gehandeld met het kennelijke doel om aan die teksten ruchtbaarheid te geven. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. Kenmerkend voor Facebook is dat bezoekers van pagina’s kennis kunnen nemen van hetgeen daarop gepubliceerd wordt. Dat de toegang tot Facebook-pagina’s tot bepaalde (kringen van) personen kan worden beperkt, doet daaraan niet af nu niet is gesteld of anderszins aannemelijk is geworden dat de toegang tot de in de tenlastelegging bedoelde pagina’s beperkt was. Van een door een politieteam bijgehouden pagina ligt dat bepaald niet voor de hand. Overigens blijkt ook dat er diverse reacties zijn gevolgd op de door verdachte geposte teksten. Voorts blijkt uit de inhoud van bedoelde berichten verdachtes bedoeling daaraan ruchtbaarheid te geven. De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de raadsman en acht bewezen dat verdachte zich schuldig gemaakt heeft aan smaad.
3.3.4.
Feit 5
De rechtbank is anders van de officier van justitie (de raadsman heeft wat dit feit betreft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank) van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen verklaard kan worden dat verdachte de onder 5 ten laste gelegde belaging heeft gepleegd. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de schriftelijke weergaven van de in de tenlastelegging bedoelde e-mails en WhatsApp-berichten niet blijkt dat deze overwegend van verdachte uitgingen. Zowel verdachte als de geadresseerde [slachtoffer 6] nam het initiatief tot uitwisseling van berichten en beantwoordde ook de berichten die de ander stuurde. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van dit feit.
3.3.5.
Feit 6
De rechtbank is op basis van de verklaring van verdachte [7] de verklaring van aangeefster [8] en de verklaring van getuige [getuige] [9] van oordeel dat is komen vast te staan dat [slachtoffer 6] op 8 juni 2013 in Ter Aar opzettelijk door verdachte is beledigd.
3.3.6.
Feit 7
Aangeefster [slachtoffer 6] heeft op 21 juni 2013 verklaard dat verdachte haar tijdens een autorit heeft uitgescholden en in de auto met de vlakke hand in het gezicht heeft geslagen. Zij heeft toen blijkens het proces-verbaal van aangifte niet verklaard dat zij buiten de auto is geslagen en dat een getuige die mishandeling gezien heeft. Op 29 juni 2013 heeft aangeefster aanvullend verklaard dat verdachte haar tijdens de autorit met zijn vlakke hand had geslagen, dat zij na het uitstappen op de Hoogerheijdestraat door verdachte met de vuist op haar linkerarm is geslagen en dat haar broer deze laatste mishandeling gezien had. De broer van aangeefster heeft op 29 juni 2013 verklaard dat hij had gezien dat verdachte aangeefster een klap met de vlakke hand had gegeven op haar gezicht/schouder. Uit de opname die aangeefster met haar telefoon gemaakt heeft blijkt volgens de verbalisant die deze beluisterd heeft niet dat er geslagen is. Voorts blijkt uit deze opname dat aangeefster bij aankomst op de Hoogerheijdestraat tegen haar moeder enkel zegt dat ze door verdachte was bedreigd. Een en ander in aanmerking genomen acht de rechtbank niet overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster mishandeld heeft, en zal zij hem van dit feit vrijspreken.
3.3.7.
Feit 8
De rechtbank is op basis van de verklaring van verdachte [10] en de verklaring van aangeefster [11] en de medische verklaring betreffende aangeefster [12] van oordeel dat is komen vast te staan dat [slachtoffer 6] op 2 februari 2013 in Delft door verdachte met een asbak op/tegen het hoofd is geslagen, waardoor deze [slachtoffer 6] letsel en pijn heeft ondervonden. De rechtbank acht tevens bewezen dat verdachte aangeefster daar en toen met een schoen meermalen tegen het hoofd heeft geslagen en de volgende dag wederom meerdere malen tegen het hoofd heeft geslagen. De rechtbank bezigt hiertoe als bewijsmiddelen de verklaring van verdachte bij de politie dat hij het slachtoffer verscheidene keren hard op haar lichaam heeft geslagen met een schoen en dat hij haar de volgende dag onder de douche klappen op haar rug heeft gegeven, alsmede de verklaring van aangeefster dat zij door verdachte met een schoen meermalen op haar hoofd is geslagen en de volgende dag onder de douche op haar achterhoofd en rug is geslagen door verdachte.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen - met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad - dat verdachte:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 18 augustus 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/ofmet zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] per email dreigend de woorden toegevoegd:
"een nekschot zou nog teveel eer zijn voor uw soort mensen meneer [slachtoffer 1], zou zonde van de kogel zijn"
en
"Een gewaarschuwd mens telt voor 2 meneer [slachtoffer 1] en wie niet luisteren wil die moet maar voelen. Er staat u de komende tijd het een en ander te wachten meneer [slachtoffer 1], als ik u was zou ik het land gaan ontvluchten. Dan bent u tenminste veilig. Jullie komen aan de allerhoogste boom te hangen voor het kapot maken van het leventje van mijn dochtertje.."
en
"Ik ben de gevaarlijkste vijand die u zich maar kunt wensen meneer [slachtoffer 1]. Dalijk ben ik niet meer zo aardig als nu en zal ik er hoogstpersoonlijk voor zorgen dat jullie aan de allerhoogste boom komen te hangen die ik maar kan vinden."
en
"Ik doe jou een belofte [slachtoffer 2], zoals jij mijn leven en het leven van mijn dochtertje kapot hebt gemaakt zo ga ik jouw leven kapot maken [slachtoffer 2]. Dat beloof ik je.. Ik richt je echt compleet te gronde. Ik maak je leven helemaal kapot [slachtoffer 2]. Ik ga er persoonlijk voor zorgen dat er aan jouw corrupte misdadige politiecarriere een einde gaat komen."
en
"Geachte heer [slachtoffer 2]. Ik ga u aan de allerhoogste boom ophangen die er maar te vinden is vieze vuile grote smeerpijp, gore rioolrat dat je er bent. Je komt aan de allerhoogste boom te hangen [slachtoffer 2], hoor je me? Aan de allerhoogste boom. Papa laat zich door niks en niemand meer tegen houden.";
2.
hij op tijdstippen in de periode van 23 april 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag), met het oogmerk die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te dwingen te dulden, immers heeft verdachte een groot aantal e-mails en sms-berichten gestuurd naar die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2];
3.
hij op tijdstippen in de periode van 23 april 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten [slachtoffer 1]
rg(inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in dier tegenwoordigheid schriftelijk (per email) heeft toegevoegd de woorden:
"[slachtoffer 1], het betreft hier een corrupte teamchef politie regio Kaag en Braassem"
en
"U en uw beider corrupte agenten [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] maken het complete Nederlandse politiekorps te schande en zijn de uniformen die jullie dragen onwaardig. Meneer [slachtoffer 1] u bent een misdadiger, [slachtoffer 2] is een misdadiger"
en
"[slachtoffer 1], de grootste corrupte smeerpijp van allemaal en de reden dat zijn agenten corrupt zijn, immers goed voorbeeld doet volgen. Politieteam Kaag en Braassem, misdadigers pur sang"
en
"In wezen bent u niet meer en niet minder als een kinderleven kapotmakende rioolrat meneer [slachtoffer 1]. Kruip alstublieft terug het riool in waar u hoort samen met uw 2 corrupte agenten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]"
en
"Addergebroed dat is wat jullie zijn, lowlifes, scumbags, je reinste addergebroed niet meer en niet minder"
en
"Geachte alle corrupte rioolratten. Corrupt kinderlevenskapotmakend zwijn [slachtoffer 2]. Corrupt kinderlevenskapotmakend tuig zoals jullie zijn. Opperrioolrat [slachtoffer 1]. Stinkende rioolratten"
en
"Geachte meneer [slachtoffer 1], kijkt u eens, ik kwam een plaatje tegen van uw collega kinderleventjeskapotmaker Marc Dutroux"
en
"Jullie soort corrupte zwijnen zijn er de reden van dat [naam] vorig jaar zn zoontjes Ruben en Julian onder een duiker heeft verstopt"
en
"U bent een corrupte agent en die zijn erger als de drugsdealers op de [slachtoffer 6] van de straat";
4.
hij op tijdstippen in de periode van 3 september 2014 tot en met 10 september 2014 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop, opzettelijk de eer en de goede naam van [slachtoffer 1] (inspecteur van politie, eenheid Den Haag) en [slachtoffer 2] (hoofdagent van politie, eenheid Den Haag) heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij met voormeld doel via het internet (Facebook) aan meerdere bezoekers/gebruikers van die internetpagina's (te weten de Facebook-pagina van Politie Kaag en Braassem en de door hem, verdachte, gemaakte Facebook-pagina genaamd "[Facebookpagina]") medegedeeld:
"Mooie verhalen maar vertel ook eens over de misdaden die jullie plegen. Onze corrupte agent [slachtoffer 3] die valse getuigen opvoert tegen onschuldige mensen, corrupte agent [slachtoffer 2] die ook alle wetten overtreedt die er te bedenken zijn, laten we vooral onze onafhankelijke klachtenverdoezelaar [slachtoffer 4] niet vergeten en de grootste corrupte smeerpijp van allemaal [slachtoffer 1] die levens van kinderen kapot maakt door valse getuigen tegen hun vaders op te voeren.je hebt het leventje van mijn dochtertje kapot
gemaakt [slachtoffer 1]. De onderste steen gaat boven komen Ik zal niet rusten voordat jij verantwoording af hebt gelegd over het kapot maken van mijn leven en het leventje en de toekomst van mijn kleine meisje."
en
"[slachtoffer 1] teamleider Kaag en Braassem is een corrupte agent die valse getuigen opvoert en levens van kinderen kapot maakt."
en
"[slachtoffer 1] is een corrupte politieagent die volledig bewust valse getuigen opvoert en kinderen daarmee hun vader en de hoop op een mooie toekomst ontneemt."
en
"Aangifte ga doen tegen [slachtoffer 1] en z'n corrupte boevenbende vanwege het volledig bewust opvoeren van een valse getuige, meineed, valsheid in geschrifte en nog vele andere zaken. Ik hang je op aan de hoogste boom die ik maar kan vinden [slachtoffer 1].. Je weet wie ik ben, hoe vond je mn smsjes vanmorgen corrupt zwijn?"
en
"Een collega kinderleventjeskapotmaker van [slachtoffer 1] (+foto Marc Dutroux)"
en
"Deze corrupte smeerlappen [slachtoffer 1], [slachtoffer 5], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3] en de onafhankelijke klachtenverdoezelaar [slachtoffer 4] hebben de volgende misdrijven begaan: 1)het bewust opvoeren van een valse getuige door een corrupte politieagent, 2)valsheid in geschrifte, 3)meineed, 4)belemmering van de rechtsgang, 5)corruptie, 6)misleiding strafrechter, 7)misleiding familierechter.";
6.
hij op 8 juni 2013 te Ter Aar, gemeente Nieuwkoop opzettelijk beledigend [slachtoffer 6], in dier tegenwoordigheid en in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden "Viezerd" en "Kuthoer" en "Kankerhoer”;
8.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 2 tot en met 3 februari 2013 te Delft opzettelijk mishandelend zijn partner/levensgezel, te weten [slachtoffer 6], met een asbak op/tegen het hoofd heeft geslagen en meerdere malen met een schoen op/tegen het hoofd heeft geslagen en meerdere malen tegen het lichaam heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.

4.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde een contactverbod met betrekking tot [slachtoffer 6], [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Voorts heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht de dadelijke uitvoerbaarheid van deze contactverboden te bevelen.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de ouderdom van de feiten – die deels uit 2013 dateren – alsmede met de omstandigheid dat die feiten veel gevolgen hebben gehad voor de familierechtelijke procedure tussen mevrouw [slachtoffer 6] en verdachte over hun dochter. Voorts heeft de raadsman verzocht bij het bepalen van de straf rekening te houden met het nagenoeg blanco strafblad van verdachte en met de omstandigheid dat verdachte zich sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis niet meer schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. Uit het psychologische rapportage volgt verder dat de feiten, indien bewezen, verdachte verminderd kunnen worden toegerekend. Verdachte staat wel open voor hulp van De Waag, maar heeft negatieve ervaringen met hulpverlening. De raadsman heeft verzocht een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarde behandeling bij een instelling als De Waag. De raadsman heeft daarnaast verzocht het door de officier van justitie gevorderde contactverbod met betrekking tot mevrouw [slachtoffer 6] niet op te leggen, aangezien mevrouw [slachtoffer 6] de moeder van hun dochter is en zij in het kader van de familierechtelijke procedure betreffende gezag en bezoek contact met elkaar zullen moeten hebben.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en is gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zijn vriendin mishandeld en beledigd. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn vriendin. Bovendien heeft verdachte het slachtoffer in haar eigen woning mishandeld. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig mag voelen.
Verdachte heeft zich voorts schuldig gemaakt aan bedreiging, belaging, belediging en smaad ten aanzien van politieagenten door middel van e-mails en berichten op Facebook. Verdachte heeft de agenten met zijn handelen niet alleen angst aangejaagd, maar ook de eer en goede naam van die verbalisanten aangetast. Verbalisanten zouden niet met dergelijke op de persoon gerichte bedreigende en onterende teksten geconfronteerd moeten worden.
Wat de omstandigheden waaronder verdachte de strafbare feiten heeft gepleegd betreft, neemt de rechtbank in aanmerking dat afgezien van het oudste feit, te weten de mishandeling van zijn vriendin, alle feiten voortkomen uit het verlangen van verdachte naar een omgangsregeling met zijn dochter. De rechtbank ziet hierin geen verzachtende omstandigheid, maar zij ziet wel dat verdachte, gelet op het hem betreffende uittreksel justitiële documentatie van 9 maart 2015, niet recent voor soortgelijke strafbare feiten met politie en justitie in aanraking is gekomen. De verdachte heeft ook meermalen duidelijk gemaakt dat zijn gedragingen voortkomen uit frustratie, omdat hij zijn dochter niet kan zien.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het pro justitia-rapport betreffende verdachte door de psycholoog dr. R.A.R. Bullens van 24 november 2014. De psycholoog heeft gerapporteerd dat verdachte aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens lijdt, in de vorm van ADHD van het gecombineerde type en dat verder sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, in de vorm van een persoonlijkheidsstoornis NAO (met paranoïde, antisociale en borderline trekken). De deskundige heeft geadviseerd verdachte de feiten – indien bewezen verklaard – verminderd toe te rekenen.
De rechtbank neemt dit advies van de deskundige over en maakt deze tot de hare.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op de adviezen van het Leger des Heils van 30 oktober 2014 en van Palier van 12 september 2014 en 5 juni 2014. De reclassering heeft geconcludeerd dat geen gepaste interventies kunnen plaatsvinden, gelet op de interventies die reeds hebben plaatsgevonden en die kennelijk niet tot het gewenste resultaat hebben geleid, alsmede gelet op het gedrag van verdachte bij de hulpinstellingen tot nu toe.
Blijkens het rapport van dr. Bullens heeft verdachte tijdens het psychologische onderzoek aangegeven dat hij geenszins gemotiveerd is voor behandeling, noch reclasseringstoezicht, omdat geen werkgever akkoord zou gaan met zijn afwezigheid in verband met de afspraken die hij met ‘de instanties’ zou moeten nakomen. Ter terechtzitting heeft verdachte uiteindelijk verklaard dat hij zal meewerken als het moet, maar dat hij geen hoge pet op heeft van de hulpverleners.
Gelet op deze houding van verdachte acht de rechtbank het niet opportuun de bijzondere voorwaarden op te leggen dat verdachte een behandeling zou moeten volgen of zich zou moeten houden aan de aanwijzingen van de reclassering.
De rechtbank acht het opleggen van een gevangenisstraf van na te melden iets lagere duur dan door de officier van justitie gevorderd passend en geboden, gelet op al het hiervoor overwogene. Zij zal een substantieel deel van deze straf voorwaardelijk opleggen, teneinde verdachte ervan te weerhouden nogmaals strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal met datzelfde doel en ter bescherming van de desbetreffende agenten aan het voorwaardelijke deel als bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte geen contact mag opnemen met politie-eenheid Den Haag, team Kaag en Braassem. Voor een contactverbod met aangeefster [slachtoffer 6] ziet de rechtbank geen aanleiding, omdat zij de moeder is van verdachtes dochter en contact in dat verband onvermijdelijk is.
De rechtbank zal niet de dadelijke uitvoerbaarheid van dit contactverbod bevelen. De rechtbank overweegt daartoe dat de dadelijke uitvoerbaarheid kan worden bevolen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank overweegt dat de wetgever daarmee het oog heeft gehad op een ernstig gewelds- of zedendelict en niet op feiten als ten aanzien van personeel van het politieteam Kaag en Braassem bewezen verklaard zijn.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57, 261, 266, 267, 285, 285b, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 5 en 7 tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 6 en 8 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
en
bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
belaging;
ten aanzien van feit 3:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 4:
smaad, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 6:
eenvoudige belediging;
ten aanzien van feit 8:
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
8 (acht) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot
6 (zes) MAANDEN nietzal worden
tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij
op twee jarenvastgestelde
proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met (medewerkers van de) politie eenheid Den Haag, team Kaag en Braassem;
heft op het opgeschorte bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.M. Krans, voorzitter,
mrs. G.P. Verbeek en M.M. Dolman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.N. Schuurmans-van Erkel, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 april 2015.
Mr. Dolman is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit
2.Proces-verbaal verhoor verdachte van 11 september 2014, blz. 34 onderaan, blz. 35 onderaan, alsmede het proces-verbaal ter terechtzitting van 8 april 2014, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte dat ‘[e-mailadres]’ zijn mailadres is.
3.Proces-verbaal aangifte van 10 september 2014, blz. 39-42, alsmede van 3 september 2014, blz. 122-123.
4.Geschriften, blz. 43-103 en blz. 105-116 en blz. 126-204.
5.Proces-verbaal verhoor verdachte van 11 september 2014, blz. 35, 6e t/m 10e alinea.
6.Geschriften, zijnde schermprints van Facebook, blz. 94-99 en 205-211.
7.Proces-verbaal verhoor verdachte van 15 augustus 2013, blz. 19 bovenste helft.
8.Proces-verbaal aangifte van 21 juni 2013, blz. blz. 6, derde alinea.
9.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige], blz. 23 en 24.
10.Proces-verbaal verhoor verdachte van 11 februari 2013, blz. 37, derde alinea.
11.Proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 6] van 9 februari 2013, blz. 29, derde alinea.
12.Een geschrift, te weten een medische verklaring van de waarnemend huisarts van 3 februari 2013 betreffende [slachtoffer 6], blz. 9.