ECLI:NL:RBDHA:2015:4486
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 maart 2015 uitspraak gedaan in een beroep tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting en een boetebeschikking. Eiseres, een internationaal intermediair op het gebied van bloemen en planten, had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd voor het tijdvak van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008. De naheffingsaanslag was het gevolg van het terugvragen van omzetbelasting door eiseres, die in totaal € 1.500 voor het eerste kwartaal en € 2.000 voor de daaropvolgende kwartalen had teruggevraagd. De Belastingdienst had echter geconstateerd dat eiseres geen facturen had overgelegd die als voorbelasting voor aftrek in aanmerking kwamen.
Tijdens de zitting op 24 februari 2015 heeft eiseres verklaard dat zij de aangiften had ingediend om geld te verkrijgen voor haar levensonderhoud, en niet om rechtmatige teruggaven te vragen. De rechtbank oordeelde dat eiseres opzettelijk onjuiste aangiften had gedaan, wat leidde tot de conclusie dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De rechtbank heeft ook de opgelegde vergrijpboete van 50 procent van de nageheven belasting, ter hoogte van € 3.750, bevestigd. De rechtbank oordeelde dat de boete passend en geboden was, gezien de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, waarbij partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak hun beroepschrift moeten indienen, vergezeld van een afschrift van de uitspraak en andere vereiste gegevens.