ECLI:NL:RBDHA:2015:4052
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting aan gehandicapte eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 april 2015 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd. Eiser, die in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart, ontving op 10 juli 2014 een naheffingsaanslag van € 60,10, bestaande uit € 2,10 aan parkeerbelasting en € 58 aan kosten van de naheffingsaanslag. Eiser was niet op de hoogte van het gewijzigde parkeerbeleid in Den Haag, dat op 1 december 2012 was ingegaan, en voerde aan dat hij niet bekend was met de wijziging en dat hij in het verleden wel gratis had kunnen parkeren met zijn gehandicaptenparkeerkaart.
De rechtbank oordeelde dat eiser aan zijn onderzoeksplicht had voldaan, gezien zijn handicaps en de omstandigheden van het geval. De rechtbank stelde vast dat eiser niet meer onderzoek kon worden verwacht dan hij had verricht, en dat hij op de parkeermeter geen aanwijzingen had gevonden over de verschuldigdheid van parkeerbelasting. De rechtbank oordeelde dat het beleid van verweerder, dat geen coulance betracht bij personen die niet op de hoogte zijn van het gewijzigde parkeerbeleid, niet in de weg staat aan de individuele toetsing van de onderzoeksplicht.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en droeg verweerder op het betaalde griffierecht van € 45 aan eiser te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, in aanwezigheid van mr. F. Andrea, griffier.