3.1.Verweerder stelt dat eiser de aanvraag te laat heeft gedaan. Uit het medisch advies dat verweerder heeft opgevraagd blijkt dat eiser wel in staat geacht moest worden om tijdig zijn verzoek in te dienen.
Beoordeling van het geschil
4. Art. 12f. van het Besluit studiefinanciering 2000 luidt ten tijde van belang:
“Aanvraag en tijdstip kwijtschelding
1. Onze Minister neemt een aanvraag die wordt ingediend voor 1 november van het vierde jaar volgend op het kalenderjaar van het laatste studiefinancieringstijdvak, niet eerder dan op die datum in behandeling, waarbij 1 november geldt als datum van indiening.
2. Onze Minister besluit binnen 8 weken na de indiening van een aanvraag van een debiteur om kwijtschelding van de aanvullende beurs.
3. Onze Minister neemt slechts een aanvraag in behandeling die wordt ingediend binnen de diplomatermijn, genoemd in de artikelen 4.9 en 5.5 van de wet, of, indien dit daarna is, binnen 5 jaren volgend op het kalenderjaar van het laatste studiefinancieringstijdvak.
4. Het kwijt te schelden bedrag wordt aan de aanvrager uitbetaald indien verrekening niet mogelijk is.”
5. Gelet op bovenstaande bepaling had eiser - zoals tussen partijen ook niet in geschil is - uiterlijk op 31 augustus 2009 zijn verzoek om kwijtschelding van zijn aanvullende beurs moeten doen. Eiser ontving immers met ingang van 1 september 1999 voor het eerst studiefinanciering en de diplomatermijn van 10 jaar vangt na die dag aan. Eiser heeft zijn verzoek eerst ingediend op 31 januari 2014.
6. Naar aanleiding van het verweer van eiser dat hij vanwege zijn psychische problematiek niet in staat was om het verzoek tijdig in te dienen heeft verweerder advies ingewonnen bij de medisch adviseur (MA) [naam] . Verzocht is om advies te geven over de vraag in hoeverre eiser in staat moest worden geacht zijn aanvraag tijdig, dat wil zeggen vóór 31 augustus 2009, in te dienen.
De MA is op grond van de tot zijn beschikking staande medische gegevens tot de conclusie gekomen dat eiser in staat was om uiterlijk 31 augustus 2009 zijn verzoek om kwijtschelding in te dienen of te laten indienen en dat het tijdsverloop hem is toe te rekenen.
Door of namens eiser zijn geen (medische) feiten of omstandigheden aangevoerd die afbreuk kunnen doen aan deze conclusie. Gelet hierop dient het te laat indienen van het verzoek om kwijtschelding voor rekening van eiser te blijven.
7. Namens eiser is nog aangevoerd dat de beslissing op bezwaar gebrekkig is gemotiveerd, nu het rapport van de MA daar niet was bijgevoegd. Naar het oordeel van de rechtbank maakt dit echter niet dat het bestreden besluit daarom vernietigd dient te worden.
Daargelaten dat het volledige rapport inclusief het daaraan voorafgaande verzoek om informatie van de afdeling bezwaar van DUO zich thans bij de stukken bevinden en eiser voldoende in de gelegenheid is geweest daarop te reageren, is de MA in zaken als deze de aangewezen deskundige. Verweerder mag in beginsel afgaan op een door de MA gegeven advies. Niet aannemelijk is geworden dat het advies op onzorgvuldige of gebrekkige wijze tot stand is gekomen.
8. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
9. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.