Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[vader],
[D]en
[C]en [vader] tevens voor zichzelf
1.De procedure
- het verzoekschrift van 17 november 2014, ingekomen ter griffie van de rechtbank op 21 november 2014, met veertien producties,
- het op 26 februari 2015 ingekomen verweerschrift, met zes producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het confrontatievereiste
(kort) nadatde gebeurtenis die tot de dood of verwonding van een ander heeft geleid, heeft plaatsgevonden. De aard van deze schade brengt mee dat deze schade in het algemeen slechts voor vergoeding in aanmerking komt indien (i) de betrokkene
rechtstreekswordt
geconfronteerd met de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevondenen, (ii) deze confrontatie bij de betrokkene een hevige schok teweeggebracht heeft, hetgeen zich met name kan voordoen indien sprake is van een nauwe (affectieve) band met degene die door het ongeval is gedood of gewond geraakt.
op de plaats van het ongevaldood en ernstig verminkt aantreft en als gevolg van deze traumatiserende ervaring geestelijk letsel oploopt. In het onderhavige geval is [verweerster] als moeder van [de dochter]
onmiddellijk na het ongeval betrokken geraakt bijen
fysiek geconfronteerd met de zeer ernstige gevolgen van het ongevalwaarbij haar dochter zware verwondingen heeft opgelopen waaraan zij is overleden, en staat vast dat bij [verweerster] als gevolg van deze
betrokkenheid bijen
directe confrontatie met de gevolgen van het ongevalgeestelijk letsel is ontstaan. [onderstreping rechtbank]