ECLI:NL:RBDHA:2015:3903

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2015
Publicatiedatum
8 april 2015
Zaaknummer
C-09-473226 - FA RK 14-7079
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieverzoek door verzoeksters afgewezen en toegewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 april 2015 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. Verzoeksters, [verzoekster x] en [verzoekster y], hebben op 5 september 2014 een verzoekschrift ingediend tot adoptie van de minderjarige [naam], die oorspronkelijk in de Verenigde Staten is geadopteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie door verzoekster [verzoekster x] op basis van het Haags Adoptieverdrag van rechtswege wordt erkend, waardoor het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht voor haar is afgewezen. Voor verzoekster [verzoekster y] is het verzoek tot adoptie echter toegewezen, omdat zij voldoet aan de vereisten van de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft ook de geboortegegevens van de minderjarige vastgesteld, aangezien er geen akte van geboorte beschikbaar was volgens de Nederlandse voorschriften. De minderjarige is op 20 december 2012 in het gezin van verzoeksters opgenomen en heeft de Nederlandse en Amerikaanse nationaliteit. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en de noodzakelijke gegevens voor de geboorteakte vastgesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 14-7079
Zaaknummer: C/09/473226
Datum beschikking: 8 april 2015

Adoptie

Beschikking op het op 5 september 2014 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster x] en [verzoekster y],

verzoeksters,
wonende te [woonplaats],
advocaat: mr. M. Koomen te Alkmaar.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,

zetelend te 's-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het verzoekschrift;
- de brief d.d. 22 oktober 2014 van de zijde van de ambtenaar;
- de brief d.d. 5 november 2014 van de zijde van verzoeksters;
- de brief d.d. 28 november 2014, met bijlage, van de zijde van verzoeksters;
- de brief d.d. 21 januari 2015, met bijlagen, van de zijde van verzoekers;
- de brief d.d. 26 januari 2015, met bijlagen, van de zijde van verzoekers;
- de brief d.d. 24 februari 2015, met bijlage, van de zijde van de ambtenaar;
- de brief d.d. 13 maart 2015 van de zijde van verzoekers.
Verzoeksters hebben bij brief van hun advocaat d.d. 13 maart 2015 bericht dat zij afzien van een behandeling van hun verzoek ter terechtzitting.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot:
-adoptie door verzoeksters van de minderjarige [naam], oorspronkelijk
genaamd [naam], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Verenigde
Staten van Amerika;
-vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige;
- te verstaan dat verzoeksters hebben verklaard dat de minderjarige de geslachtsnaam
[geslachtsnaam] zal behouden, op dat de volledige namen van de minderjarige zullen blijven
luiden [naam].
De ambtenaar heeft schriftelijk gereageerd op het verzoek. Ten aanzien van de adoptie naar Nederlands recht is de ambtenaar geen belanghebbende. Tegen vaststelling van de geboortegegevens van de minderjarige heeft de ambtenaar geen bezwaar.

Feiten

  • Op 30 maart 2012 is aan verzoekster [verzoekster x] toestemming verleend tot opneming ter adoptie van een eerste buitenlands kind.
  • Blijkens het overlegde stuk Findings of Fact and Order werd de minderjarige op 15 juni 2012 in het kader van het Haags Adoptieverdrag naar het recht van de staat New Jersey, Verenigde Staten van Amerika, aan verzoeksters toevertrouwd en werd verzoeksters toegestaan de minderjarige in verband met de voorgenomen adoptie over te brengen naar Nederland.
  • Blijkens het overgelegde stuk Judgement of Adoption werd de minderjarige op 26 februari 2013 naar het recht van de staat New Jersey, Verenigde Staten van Amerika, door verzoeksters geadopteerd, waarbij de minderjarige de namen [naam] heeft gekregen.
  • Door verzoeksters is een Certificate of Conformity als bedoeld in artikel 23 van het Haags Adoptieverdrag overgelegd.
  • Verzoeksters hebben de Nederlandse nationaliteit.
  • De minderjarige heeft de Nederlandse nationaliteit en is tevens Amerikaans burger.

Beoordeling

De rechtbank dient (ambtshalve) de vraag te beantwoorden of in de onderhavige zaak sprake is van een adoptie ingevolge het Haagse Verdrag inzake de bescherming van kinderen en samenwerking op het gebied van interlandelijke adoptie van 29 mei 1993 (Haags Adoptieverdrag), waarbij de adoptie van rechtswege wordt erkend dan wel of er sprake is van een buitenlandse adoptiebeslissing zoals bedoeld in de artikelen 10:108 en 10:109 Burgerlijk Wetboek (BW). Indien sprake is van een voor erkenning vatbare adoptiebeslissing, komt de rechtbank niet toe aan het verzoek de adoptie uit te spreken naar Nederlands recht.
Nu gebleken is dat de afgegeven beginseltoestemming van de Minister van Justitie enkel op naam staat van verzoekster [verzoekster x], zal de rechtbank ten aanzien van verzoekster [verzoekster x] ambtshalve beoordelen of de buitenlandse adoptie (van rechtswege) wordt erkend.
Ten aanzien van verzoekster [verzoekster y] zal de rechtbank het verzoek beoordelen aan de hand van de artikelen 1:227 en 1:228 BW (voor zover van toepassing) aangezien ten aanzien van verzoekster [verzoekster y] niet is voldaan aan de vereisten van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (Wobka).
Haags Adoptieverdrag 1993
Voor de toepasselijkheid van het Haags Adoptieverdrag is vereist dat op het tijdstip van de indiening van het verzoek door de aspirant adoptiefouders het verdrag in beide staten in werking is getreden (artikel 41 Haags Adoptieverdrag). Wat betreft de adoptieprocedure in Nederland volgt uit artikel 14 van het Haags Adoptieverdrag dat deze begint op het tijdstip van de indiening van het verzoek om een beginseltoestemming bij de minister van Justitie te verkrijgen (het zogenaamde BKA-nummer). Uit de stukken blijkt dat verzoekster [verzoekster x] op 1 juli 2010 haar adoptiewens bij de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie kenbaar heeft gemaakt. Nu het Haags Adoptieverdrag voor de Verenigde Staten op 1 april 2008 in werking is getreden en in Nederland het verdrag op 1 oktober 2008 in werking is getreden, is het Haags Adoptieverdrag van toepassing.
In artikel 2 van genoemd verdrag is geregeld dat het Haags Adoptieverdrag van toepassing is wanneer een kind dat zijn gewone verblijfplaats heeft in een verdragsluitende staat naar een andere verdragsluitende staat is overgebracht met het oog op een adoptie in de staat van opvang. Op grond van artikel 17 van het Haags Adoptieverdrag moeten zowel de Centrale Autoriteit van de staat van herkomst als de Centrale Autoriteit van de staat van opvang de voorgestelde adoptie goedkeuren. Het betreft hier de afstemming met betrekking tot de wenselijkheid van de adoptie. De afstemming houdt onder meer in dat voordat in de staat van herkomst wordt beslist of de adoptie doorgang zal vinden, wordt geverifieerd of de minderjarige in de staat van opvang zal worden toegelaten en er zal mogen verblijven.
Uit de stukken blijkt dat:
  • verzoekster [verzoekster x] met de plaatsing van de minderjarige akkoord is gegaan;
  • de autoriteiten van de staat New Jersey met de plaatsing hebben ingestemd;
  • alle betrokken autoriteiten hebben ingestemd dat de adoptie voortgang vindt;
  • verzoekster [verzoekster x] aan de vereisten voor adoptie voldoet en geschikt is;
  • de minderjarige een verblijftitel voor verblijf in Nederland heeft.
Voorts bevindt zich bij de stukken een verklaring in de zin van artikel 23 Haags Adoptieverdrag, hetgeen inhoudt dat de onderhavige adoptie in overeenstemming met het Haags Adoptieverdrag tot stand is gekomen. Ten aanzien van verzoekster [verzoekster x] is derhalve sprake van een buitenlandse adoptie die van rechtswege wordt erkend in Nederland. Verzoekster [verzoekster x] heeft daarom geen belang bij het verzoek tot adoptie naar Nederlands recht zodat het verzoek ten aanzien van verzoekster [verzoekster x] wordt afgewezen.
Adoptie naar Nederlands recht
Gelet op het vorenstaande beschouwt de rechtbank het verzoek tot adoptie van de minderjarige door beide verzoeksters als een verzoek strekkende tot adoptie van de minderjarige door verzoekster [verzoekster y]. Zoals vermeld zal de rechtbank dit verzoek beoordelen aan de hand van de artikelen 1:227 en 1:228 BW, voor zover van toepassing.
De minderjarige is geboren uit de moeder [naam]. De identiteit van de vader van de minderjarige is niet bekend. Zoals hierboven vermeld is de minderjarige in de Verenigde Staten van Amerika reeds door verzoeksters geadopteerd.
Verzoekster [verzoekster x], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], en verzoekster [verzoekster y], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan op [datum]. Verzoeksters hebben derhalve tenminste drie aaneengesloten jaren onmiddellijk voorafgaand aan de indiening van het verzoek met elkaar samengeleefd.
De minderjarige is op 20 december 2012 in het gezin van verzoeksters opgenomen. Verzoekster [verzoekster y] heeft met verzoekster [verzoekster x] de minderjarige sedertdien en derhalve gedurende ten minste één jaar verzorgd en opgevoed.
Nu aan de artikelen 1:227 en 1:228 BW – voor zover in deze zaak van toepassing – is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie ten aanzien van verzoekster [verzoekster y] toewijzen.
De namen van de minderjarige luiden volgens voormelde adoptie uitspraak [naam], welke naamsvaststelling volgens artikel 10:19 van het Burgerlijk Wetboek dient te worden erkend in Nederland.
Nu de minderjarige reeds de geslachtsnaam [verzoekster x] draagt en verzoeksters geen wijziging van de geslachtsnaam hebben verzocht, komt aan artikel 1:5, derde lid, juncto 1:5, achtste lid, van het Burgerlijk Wetboek geen betekenis toe en behoudt de minderjarige de geslachtsnaam [verzoekster x]
.
Vaststellen geboortegegevens
Voldoende aannemelijk is gemaakt dat met betrekking tot de minderjarige niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte van geboorte van de minderjarige, althans dat niet kan worden beschikt over een overeenkomstig de voorschriften naar Nederlands recht opgemaakte akte van geboorte.
De rechtbank is van oordeel dat uit de inhoud van de in het geding gebrachte stukken voldoende aanwijzingen zijn verkregen omtrent de omstandigheden waaronder en de datum waarop de geboorte van voornoemde minderjarige moet hebben plaatsgehad.
De rechtbank beslist, gelet op artikel 1:25c, derde lid, BW, als volgt.

Beslissing

De rechtbank:
spreekt uit de adoptie van [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Verenigde Staten van Amerika, door [verzoekster y], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:
geslachtsnaam : [geslachtsnaam]
voornamen : --
geboortedatum : [geboortedatum]
geboorteplaats : [geboorteplaats], Verenigde Staten van
Amerika
geslacht : vrouwelijk
geslachtsnaam moeder : [geslachtsnaam]
voornaam moeder : [naam]
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J. Brandt, kinderrechter, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 april 2015.