ECLI:NL:RBDHA:2015:3710

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 maart 2015
Publicatiedatum
1 april 2015
Zaaknummer
09/808805-14
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting door valse voorwendselen in de mode- en filmindustrie

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 maart 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van oplichting. De verdachte heeft gedurende een lange periode een groot aantal personen opgelicht door valse advertenties te plaatsen voor fotoshoots, castings en workshops. De slachtoffers moesten vooraf een bedrag betalen, maar de beloofde evenementen vonden nooit plaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich heeft voorgedaan als een betrouwbare partij, terwijl hij in werkelijkheid geen intentie had om de diensten te leveren waarvoor de betalingen werden gedaan. De verdachte heeft ook mensen in dienst genomen om deze evenementen te organiseren, maar heeft hen nooit betaald. Daarnaast heeft hij op Marktplaats kaarten voor evenementen aangeboden, die nooit zijn geleverd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, wat de omvang van de schade aantoont die door de oplichtingspraktijken is veroorzaakt. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten en zijn psychische problemen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/808805-14 (dagvaarding I); 09/075242-14 (dagvaarding II) en 09/797069-15 (dagvaarding III)
Datum uitspraak: 30 maart 2015
Tegenspraak
(Promis vonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op 8 juni 1972 te [geboorteplaats],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [detentie adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 20 januari 2015 en 16 maart 2015.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. A.J. Algera en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. H. Kamphuis, advocaat te Leiden, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging - ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
hij op of omstreeks 23 juli 2014 te Leiden (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door (telkens) het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [valse naam verdachte 1] en/of
- [valse naam verdachte 2] en/of
-[valse naam verdachte 3] en/of
- [benadeelde partij 45] en/of
-[valse naam verdachte 5] en/of
-[valse naam verdachte 6] en/of
-[valse naam verdachte 7]
(telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (telkens) een geldbedrag van 100 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - een (zogenaamde) fotoshoot georganiseerd in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte], althans voorgewend dat een fotoshoot zou plaats vinden;
- die [valse naam verdachte 1]en/of [valse naam verdachte 2] en/of [valse naam verdachte 3] en/of [benadeelde partij 45] en/of [valse naam verdachte 5] en/of[valse naam verdachte 6] en/of [valse naam verdachte 7] uitgenodigd voor die fotoshoot;
- te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond, althans plaats zou vinden, waardoor die [valse naam verdachte 1]en/of [valse naam verdachte 2] en/of [valse naam verdachte 3] en/of [benadeelde partij 45] en/of [valse naam verdachte 5] en/of[valse naam verdachte 6] en/of [valse naam verdachte 7] (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
2.
hij op of omstreeks 07 mei 2014 te Utrecht met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid die [benadeelde partij 1] te kennen heeft gegeven dat hij namens een [benadeelde bedrijfsnaam 3] bureau op zoek was naar modellen en/of daartoe een (zogenaamde) fotosessie georganiseerd in een hotel, althans die indruk gewekt bij die [benadeelde partij 1] en/of dat die [benadeelde partij 1] voor deelname aan die/een fotosessie en/of het krijgen van een contract een geldbedrag diende te betalen, waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij in of omstreeks de periode van 14 mei 2014 tot en met 27 mei 2014 te Eindhoven, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van 199 euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- in vervolg op een eerder op Facebook geplaatste advertentie voor het maken van een fotoshoot, die [benadeelde partij 2] uitgenodigd voor een castingsgesprek en/of vervolgens voor die fotoshoot en/of
- die [benadeelde partij 2] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 99 euro en/of 100 aan borg betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond, althans plaats zou vinden, waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in de periode van omstreeks 21 juni 2014 tot en met 28 juni 2014 te Nijmegen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of [benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] heeft bewogen tot de afgifte van telkens een geldbedrag van 120 euro (in totaal 480 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een (zogenaamde) fotoshoot georganiseerd en/of heeft laten organiseren (door [benadeelde partij 7]) in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1], althans voorgewend dat daarvoor een fotoshoot zou plaats
vinden en/of
- die [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of[benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] uitgenodigd voor die fotoshoot en/of
- die [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of[benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zouden ontvangen en/of
- die [benadeelde partij 3] en/of [benadeelde partij 4] en/of[benadeelde partij 5] en/of [benadeelde partij 6] te kennen gegeven en/of laten geven door die [benadeelde partij 7] dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 120 euro per deelnemer betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en/of verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 3] en/of die [benadeelde partij 4] en/of die[benadeelde partij 5] en/of die [benadeelde partij 6] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2014 tot en met 28 juni 2014 te Nijmegen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 8] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 120 euro, in elk geval van enig goed, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een advertentie in een krant gezet voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en/of
- naar aanleiding van een reactie op die advertentie van die [benadeelde partij 8] haar - die [benadeelde partij 8] - uitgenodigd voor een fotoshoot en/of
- die [benadeelde partij 8] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zou ontvangen en/of
- die [benadeelde partij 8] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 120 euro betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en/of verdachte daartoe niet de intentie had, waardoor die [benadeelde partij 8] bewogen werd tot de afgifte van dat geldbedrag van 120 euro, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2014 tot en met 22 juli 2014 te Nijmegen, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 9] en/of[benadeelde partij 10] en/of [benadeelde partij 11] en/of[benadeelde partij 12] heeft bewogen tot de afgifte van telkens 100 euro (in totaal 200 euro), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een (zogenaamde) fotoshoot georganiseerd en/of heeft laten organiseren (door [benadeelde partij 13]) in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte], althans voorgewend dat daarvoor een fotoshoot zou plaats vinden en/of
- die[benadeelde partij 10] en/of[benadeelde partij 12] uitgenodigd voor die fotoshoot en/of
- die[benadeelde partij 10] en/of[benadeelde partij 12] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zouden ontvangen en/of
- die[benadeelde partij 10] en/of[benadeelde partij 12] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro per deelnemer betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en/of verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 9] en/of[benadeelde partij 10] en/of en/of [benadeelde partij 11] en/of[benadeelde partij 12] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
7.
hij in of omstreeks de periode van 5 juli 2014 tot en met 12 juli 2014 te Gouda, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 14] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [benadeelde partij 14] (naar aanleiding van een reactie van die [benadeelde partij 14] op een advertentie) uitgenodigd voor een fotoshoot voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en/of
- die [benadeelde partij 14] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond, althans plaats zou vinden,
waardoor die [benadeelde partij 14] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
8.
hij in of omstreeks de periode van 29 september 2014 tot en met 4 oktober 2014 te Utrecht en/of Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 15] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een (zogenaamde) fotoshoot georganiseerd en/of heeft laten organiseren (door [benadeelde partij 16]) voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte], althans voorgewend dat daarvoor een fotoshoot zou plaats vinden en/of
- die [benadeelde partij 15] uitgenodigd voor die fotoshoot en/of
- die [benadeelde partij 15] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zou ontvangen en/of
- die [benadeelde partij 15] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en/of verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 15] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Ten aanzien van dagvaarding II
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 3 augustus 2013 tot en met 4 oktober 2013 te Leiden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 17] en/of [benadeelde partij 18] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst en/of tot de afgifte van een geldbedrag ( 92,00), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker (in de hoedanigheid van [benadeelde partij 19] en/of [benadeelde partij 20] en/of [benadeelde partij 21]) van het (niet bestaande) bedrijf/kunstenaars[benadeelde bedrijfsnaam 2] en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 17] aangenomen voor de functie van productie assitente en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 17] werkzaamheden voor voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief uit laten oefenen en/of
- nooit met die [benadeelde partij 17] een arbeidscontract afgesloten en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 17] niet heeft (uit)betaald voor de verrichtte werkzaamheden en/of
- die [benadeelde partij 17] uit naam van voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief een danszaal laten huren en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 17] en/of haar vader [benadeelde partij 18] de huur van de danszaal laten betalen en/of
- ( vervolgens) de huurgelden niet terugbetaald aan die [benadeelde partij 17] en/of [benadeelde partij 18]
waardoor [benadeelde partij 17] en/of [benadeelde partij 18] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of het verlenenen van een dienst;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 november 2013 tot en met 30 november 2013 te Heemskerk, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 22] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag ( 109,00), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker (in de hoedanigheid van [benadeelde partij 23]) van het (niet bestaande) [benadeelde bedrijfsnaam 3] en/of
- ( vervolgens) uit naam van voornoemd castingbureau een workshop aangeboden en/of
- ( vervolgens) uit naam van voornoemd castingbureau een workshop aangeboden en/of gezegd dat die workshop € 109,- zou kosten en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 22] en/of haar dochter geen workshop laten volgen en/of
- ( vervolgens) geen contact meer opgenomen en/of gezocht met die [benadeelde partij 22],
waardoor [benadeelde partij 22] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op een of meer tijstippen in of omstreeks de periode van 9 december 2013 tot en met 15 december 2013 te Heerde, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 24] en/of [benadeelde partij 25] en/of [benadeelde partij 26] heeft bewogen tot verlenen van een dienst hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en/of medewerker (in de hoedanigheid van [benadeelde partij 19] en/of [benadeelde partij 20] en/of [benadeelde partij 27]) van het (niet bestaande) bedrijf/kunstenaars[benadeelde bedrijfsnaam 2] en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 24] en/of [benadeelde partij 25] en/of [benadeelde partij 26] gevraagd om tegen betaling werkzaamheden (workshops) te geven voor voornoemd bedrijf/kunstenaarscollectief en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 24] en/of [benadeelde partij 25] en/of [benadeelde partij 26] werkzaamheden voor voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief uit laten oefenen en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde partij 24] en/of [benadeelde partij 25] en/of [benadeelde partij 26] niet heeft (uit)betaald voor de verrichtte werkzaamheden,
waardoor [benadeelde partij 24] en/of [benadeelde partij 25] en/of [benadeelde partij 26] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of het verlenen van een dienst;
Ten aanzien van dagvaarding III
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 april 2011 tot en met 20 mei 2011 te Nijmegen en/of Landgraaf en/of Heerlen en/of Gorinchem en/of Schagen en/of Valkenburg (Lb), althans op Nederlands grondgebied met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 28] en/of [benadeelde partij 29]en/of [benadeelde partij 30] en/of [benadeelde partij 31] en/of [benadeelde partij 32] heeft bewogen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- via www.marktplaats.nl één of meerdere ticket(s) voor Lowlands en/of Pinkpop te koop aangeboden en/of (vervolgens/daarbij)
- zich per e-mail en/of e-mailverkeer voorgedaan als [valse naam verdachte 8] en/of [valse naam verdachte 9] en/of [valse naam verdachte 9] en/of (vervolgens)
- ter betaling van die aangeboden tickets zijn rekeningnummer opgegeven,
waardoor die [benadeelde partij 28] en/of [benadeelde partij 29] en/of [benadeelde partij 30] en/of [benadeelde partij 31] en/of [benadeelde partij 32] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 april 2011 tot en met 18 mei 2011 te Nijmegen en/of Landgraaf en/of [geboorteplaats] en/of Gorinchem en/of Schagen en/of Valkenburg (Lb), althans op Nederlands grondgebied opzettelijk één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 28] en/of [benadeelde partij 29]en/of [benadeelde partij 30] en/of [benadeelde partij 31] en/of [benadeelde partij 32], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als aankoopbedrag(en) bij de verkoop van één of meerdere ticket(s) onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij in of omstreeks de periode van 31 januari 2011 tot en met 15 juni 2011 te Harderwijk en/of Alkmaar en/of Deventer en/of Arnhem en/of Amersfoort en/of 's-Gravenhage en/of Purmerend en/of Valkenburg (Lb), althans op Nederlands grondgebied met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 33] en/of [benadeelde partij 34] en/of [benadeelde partij 35] en/of [benadeelde partij 36] en/of[benadeelde partij 37] en/of [benadeelde partij 38] en/of [benadeelde partij 39] heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- op één of meerdere website(s) ([valse website verdachte 1] en/of [valse website verdachte 2] en/of [valse website verdachte 3] en/of [valse website verdachte 4]) één of meerdere advertentie(s) geplaatst voor audities en/of acteurworkshops en/of castings voor één of meerdere rol(len) binnen series en/of films, althans werkzaamheden binnen de tv- en/of filmindustrie en/of (vervolgens/daarbij)
- melding heeft gemaakt van het bedrijf [valse bedrijfsnaam verdachte 2] met bijbehorende websites en/of kvk-nummer en/of btw-nummer als het bedrijf waardoor en/of via welke die workshops en/of castings en/of rol(len) werd(en) aangeboden en/of verzorgd en/of (vervolgens/daarbij)
- per e-mail en/of binnen het e-mailverkeer met die perso(o)n(en) gebruik heeft gemaakt van één of meerdere alias(sen) (alszijnde deze aliassen één of meerdere werknemer(s) van [valse bedrijfsnaam verdachte 2]), te weten [valse email adres 1] en/of [valse emailadres verdachte 2] en/of [valse emailadres verdachte 3] en/of [valse emaildres verdachte 4] en/of [valse emaildres verdachte 5] en/of [valse emaildres verdachte 6] en/of (vervolgens)
- een (volledige) betaling vooraf, voor die audities en/of workshops en/of castings op een door verdachte aangegeven bankrekeningnummer gevraagd/verzocht waardoor die [benadeelde partij 33] en/of [benadeelde partij 34] en/of [benadeelde partij 35] en/of [benadeelde partij 36] en/of [benadeelde partij 37] en/of [benadeelde partij 38] en/of [benadeelde partij 39] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2011 tot en met 17 november 2011 te Hoofddorp en/of Geleen en/of Nistelrode en/of Valkenburg (Lb) en/of Alkmaar en/of Maastricht en/of Heerlen en/of Roermond en/of Utrecht en/of Amsterdam, althans op Nederlands grondgebied met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 40] en/of [benadeelde partij 41] en/of [benadeelde partij 42] en/of[benadeelde partij 43] heeft bewogen tot de afgifte van één of meerdere geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- op één of meerdere website(s) en/of krant(en) één of meerdere advertentie(s) geplaatst voor audities en/of acteurworkshops en/of castings voor één of meerdere rol(len) binnen series en/of films, althans werkzaamheden binnen de tv- en/of filmindustrie en/of (vervolgens/daarbij)
- per e-mail en/of binnen het e-mailverkeer en/of in persoon en/of per telefoon contact gehad met die perso(o)n(en) waarbij hij verdachte gebruik heeft gemaakt van één of meerdere alias(sen), te weten
[valse emaildres verdachte 7]en/of[valsenaam 11] en/of [valse emailadres verdachte 8] en/of [valse naam 12] en/of [valse naam 13] en/of (daarbij) van die [benadeelde partij 42] één of meerdere betaling(en) ontvangen en/of die[benadeelde partij 40] en/of [benadeelde partij 41] en/of [benadeelde partij 43] uitgenodigd voor een intakegesprek en/of (vervolgens)
- één of meerdere perso(o)n(en) heeft aangenomen als tussenperso(o)n(en) en/of (vervolgens)
- die tussenperso(o)n(en) een intakegesprek laten doen met die[benadeelde partij 40] en/of [benadeelde partij 41] en/of [benadeelde partij 43], binnen welk(e) intakegesprek(en) er tegen (aan)betaling één of meerdere workshop(s) en/of masterclass(es) werd(en) aangeboden waardoor [benadeelde partij 40] en/of [benadeelde partij 41] en/of[benadeelde partij 43] en/of [benadeelde partij 42] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in of omstreeks de periode van 21 februari 2012 tot en met 28 februari 2012 te Alkmaar, althans op Nederlands grondgebied opzettelijk een laptop en/of beamer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 47], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Verdachte wordt ervan verdacht dat hij gedurende een lange periode een groot aantal personen heeft opgelicht, dan wel (in één geval) heeft geprobeerd op te lichten (de feiten 1 tot en met 8 van dagvaarding I, feit 2 van dagvaarding II en de feiten 2 en 3 van dagvaarding III). Hij zou – kort en zakelijk weergegeven – advertenties in kranten en op websites hebben geplaatst waarin mensen worden opgeroepen deel te nemen aan een fotoshoot, casting of acteerworkshop, waarbij zij eerst een bepaald bedrag moesten betalen voordat zij daaraan konden deelnemen. Nadat het bedrag was betaald , bleek er geen fotoshoot, casting of acteerworkshop te zijn.
Ook wordt hij ervan verdacht dat hij diverse mensen heeft opgelicht door hen in dienst te nemen, dan wel opdracht te geven om een fotoshoot, casting of workshop te organiseren en te regelen. Deze mensen kregen echter nooit voor hun diensten betaald, terwijl dat wel was afgesproken (de feiten 1 en 3 van dagvaarding II).
Voorts wordt verdachte ervan verdacht dat hij diverse mensen heeft opgelicht door op Marktplaats kaarten voor Lowlands en Pinkpop te koop aan te bieden, waarna de kopers vervolgens geen kaarten kregen geleverd (feit 1 van dagvaarding III).
Ten slotte wordt verdachte ervan verdacht dat hij een door hem gehuurde laptop en beamer heeft verduisterd (feit 4 van dagvaarding III).
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – zoals verwoord in haar schriftelijke requisitoir – gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van dagvaarding I de feiten 1 tot en met 8, dagvaarding II de feiten 1 en 2, en dagvaarding III de feiten 1, 3 en 4 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Hij heeft vrijspraak van de bij dagvaarding II onder 3 en bij dagvaarding III onder 2 ten laste gelegde feiten bepleit en de hierna te bespreken verweren gevoerd.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van dagvaarding I [1]
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 1
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [valse naam verdachte 1], mede namens [valse naam verdachte 2], [valse naam verdachte 3], [benadeelde partij 45], [valse naam verdachte 5],[valse naam verdachte 6] en [valse naam verdachte 7], blz. 73-75;
  • Het proces-verbaal van verhoor getuige [benadeelde partij 13], blz. 127-129;
  • Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], blz. 132-133.
Ten aanzien van feit 2
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1], met bijlagen, blz. 161-171.
Ten aanzien van feit 3
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 2], met bijlagen, blz. 233-244.
Ten aanzien van feit 4
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3], met bijlagen, blz. 246-254;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 4], met bijlagen, blz. 255-265;
  • Het proces-verbaal van verhoor benadeelde [benadeelde partij 5], blz. 266-268;
  • Het proces-verbaal van verhoor benadeelde [benadeelde partij 6], blz. 269-270;
  • Het proces-verbaal verhoor getuige [benadeelde partij 7], met bijlagen, blz. 271-276.
Ten aanzien van feit 5
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 8], met bijlagen, blz. 282-284.
Ten aanzien van feit 6
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 9], met bijlagen, blz. 290-300;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 11], met bijlagen, blz. 301-309.
Ten aanzien van feit 7
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 14], met bijlagen, blz. 311-335;
  • Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2], blz. 336-339.
Ten aanzien van feit 8
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 16], blz. 341-344;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 15], blz. 345-347.
Ten aanzien van dagvaarding II
Ten aanzien van feit 1 [2]
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 17], met bijlagen, blz. 196-218.
Ten aanzien van feit 2 [3]
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 22], met bijlagen, blz. 28-46.
Ten aanzien van feit 3 [4]
Niet ter discussie staat dat verdachte in de periode van 9 december 2013 tot en met 15 december 2013 [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] heeft gevraagd om tegen betaling werkzaamheden te verrichten, te weten het geven van workshops voor het bedrijf/kunstenaarscollectief[benadeelde bedrijfsnaam 2]. Verdachte heeft zich daarbij voorgedaan als de eigenaar, dan wel een medewerker van[benadeelde bedrijfsnaam 2], te weten [benadeelde partij 19], [benadeelde partij 20] en/of [benadeelde partij 27]. Voornoemde personen hebben de werkzaamheden voor[benadeelde bedrijfsnaam 2] ook daadwerkelijk verricht, maar zij hebben uiteindelijk – tegen de afspraken in – niets uitbetaald gekregen.
Het vorenstaande blijkt uit de eigen verklaring van verdachte [5] en uit de aangifte van [benadeelde partij 24] [6] .
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Naar zijn mening had verdachte niet het opzet om voornoemde personen op te lichten, aangezien verdachte van tevoren de intentie had om deze personen voor hun werkzaamheden te betalen. Door het feit dat er te weinig mensen bij de workshops kwamen opdagen, had verdachte uiteindelijk niet genoeg geld om dit te doen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
Verdachte heeft diverse niet-bestaande namen gebruikt om deze mensen te benaderen omdat – volgens de eigen verklaring van verdachte – mensen door de negatieve berichtgeving over hem op internet bevreesd waren met hem in zee te gaan. [7] [benadeelde bedrijfsnaam 2] is, zo oordeelt de rechtbank, anders dan verdachte heeft willen suggereren helemaal geen (kunstenaars)
collectief, nu verdachte, zo heeft hij ter terechtzitting ook toegegeven, de enige persoon is geweest, die zich daarmee bezighield. [8] De rechtbank kan deze gang van zaken niet anders duiden, dan dat het verdachtes bedoeling is geweest om zijn activiteiten, in strijd met de waarheid, als (meer) betrouwbaar voor te spiegelen. Verdachte heeft voorts verklaard dat hij zich ervan bewust is geweest dat de (bedrijfs)activiteiten van[benadeelde bedrijfsnaam 2] in 2013 – gelet op alle tegenslagen en financiële problemen niet meer levensvatbaar waren. Verdachte heeft er niettemin - en derhalve tegen beter weten in - voor gekozen om de workshop te organiseren en daarvoor derden in te schakelen. . [9]
Gelet op vorenstaande omstandigheden wist verdachte naar het oordeel van de rechtbank reeds bij het inhuren van [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] dat hij deze personen niet kon en zou betalen.
De rechtbank acht derhalve dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van dagvaarding III [10]
Ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 28], met bijlagen, blz. 85-90;
  • Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van[benadeelde partij 29], met bijlagen, blz. 91-96;
  • Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 30], met bijlagen, blz. 97-103;
  • Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 31], met bijlagen, blz. 104-109;
  • Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 32], met bijlagen, blz. 110-115.
De rechtbank overweegt met betrekking tot dit feit dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die niet in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. De gedragingen van verdachte in de onderhavige zaak omvatten echter meer dan het enkele zich voordoen als zo een bonafide verkoper, nu die gedragingen ook inhouden dat verdachte telkens opzettelijk foutieve namen en verschillende e-mailadressen heeft gehanteerd met het kennelijke doel de mogelijkheden van de gedupeerde kopers tot verhaal op de verdachte te bemoeilijken. Gelet hierop bestond de door verdachte aangenomen valse hoedanigheid niet louter uit het zich in strijd met de waarheid voordoen als bona fide verkoper, maar tevens uit het als verkoper verstrekken van onbruikbare contactgegevens aan zijn wederpartij. De rechtbank merkt de gedragingen van de verdachte aan als oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. [11]
Ten aanzien van feit 2
Niet ter discussie staat dat verdachte in de periode van 31 januari 2011 tot en met 15 juni 2011 op diverse websites, te weten [valse website verdachte 1], [valse website verdachte 2], [valse website verdachte 3] en [valse website verdachte 4], meerdere advertenties heeft geplaatst voor audities, acteurworkshops en castings voor diverse rollen in series en films. Daarbij heeft verdachte
melding gemaakt van het bedrijf [valse bedrijfsnaam verdachte 2] met bijbehorende websites, het nummer bij de Kamer van Koophandel en het btw-nummer, als het bedrijf die de workshops, casting en rollen aanbood, dan wel verzorgde. Verdachte heeft per e-mail contact onderhouden met de aangevers [benadeelde partij 33], [benadeelde partij 34], [benadeelde partij 35], [benadeelde partij 36],[benadeelde partij 37], [benadeelde partij 38] en [benadeelde partij 39] en daarbij gebruik gemaakt van diverse aliassen als zijnde deze aliassen werknemers van [valse bedrijfsnaam verdachte 2], te weten [valse email adres 1], [valse emailadres verdachte 2], [valse emailadres verdachte 3], [valse emaildres verdachte 4], [valse emaildres verdachte 5] en/of [valse emaildres verdachte 6].
Verdachte heeft aan voornoemde personen een volledige betaling vooraf voor die audities, workshops en castings op een door verdachte aangegeven bankrekeningnummer gevraagd en over laten maken.
Het vorenstaande blijkt uit de eigen verklaring van verdachte [12] en uit de aangifte van voornoemde personen [13] .
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Naar zijn mening had verdachte niet het opzet om voornoemde personen op te lichten, aangezien verdachte van tevoren de intentie had om deze personen de audities, workshops en castings te laten volgen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman.
De rechtbank acht het niet aannemelijk dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode via zijn bedrijf [valse bedrijfsnaam verdachte 2] acteurs en actrices voor zijn nieuwe film Delirium wilde werven. Hoewel [valse bedrijfsnaam verdachte 2] een daadwerkelijk bestaand bedrijf van verdachte was, wordt de verklaring van verdachte dat hij op dat moment daadwerkelijk bezig was met (voorbereidingen op) de productie van een film op geen enkele wijze onderbouwd, dan wel ondersteund door enig ander bewijsmiddel. De rechtbank acht de informatie op internet hieromtrent onvoldoende om zijn stelling te kunnen onderbouwen, aangezien al deze informatie afkomstig is van één bron, te weten verdachte.
Daarbij heeft de rechtbank voorts in overweging genomen dat uit de verklaringen van de aangevers is gebleken dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode niet alleen audities, workshops en castings voor de film Delirium aanbood, maar ook zogenaamde castings in Londen voor diverse Engelstalige films en een workshop die gegeven zou worden door Johnny Depp. Dat hierbij sprake was van een daadwerkelijk te realiseren aanbod is op geen enkele manier aannemelijk geworden. De omstandigheid dat verdachte bij dit project in het contact met de aangevers diverse niet bestaande namen en fictieve e-mailadressen heeft gebruikt, draagt ook niet bij aan de geloofwaardigheid van zijn verklaring. Uit de overige hierboven bewezenverklaarde feiten komt naar voren dat verdachte zich in veel van deze feiten van een gelijkluidende werkwijze heeft bediend. Het gebruikmaken van een of meer niet-bestaande namen, het voorspiegelen te behoren tot een bedrijf of organisatie (waaraan meerdere personen zijn verbonden), de suggestie dat voor de deelnemers aan de workshops/castings een carrière in de mode- en/of filmindustrie zou zijn weggelegd vormen een terugkerend patroon in de werkwijze van verdachte. Gelet op vorenstaande omstandigheden, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat het de intentie van verdachte was om de aangevers daadwerkelijk workshops, audities en castings te laten volgen.
De rechtbank acht derhalve dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 40], met bijlagen, blz. 122-132;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 41], met bijlagen, blz. 175-180;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 42], met bijlagen, blz. 191-247;
  • Het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 39], met bijlagen, blz. 408419
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank is van oordeel dat met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering kan worden volstaan, omdat verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend. Voorts heeft verdachte nadien niet anders verklaard en heeft de raadsman van verdachte met het betrekking het bewezenverklaarde geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt als bewijsmiddelen:
  • De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015;
  • Het proces-verbaal van aangifte van[benadeelde partij 44], met bijlagen, blz. 68-77.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
hij op 23 juli 2014 te Leiden telkens met het oogmerk om zich te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
- [valse naam verdachte 1] en
- [valse naam verdachte 2] en
-[valse naam verdachte 3] en
- [benadeelde partij 45] en
-[valse naam verdachte 5] en
-[valse naam verdachte 6] en
-[valse naam verdachte 7]
heeft bewogen tot de afgifte van telkens een geldbedrag van 100 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid - een zogenaamde fotoshoot georganiseerd in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte]
- te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond, waardoor die [valse naam verdachte 1]en [valse naam verdachte 2] en [valse naam verdachte 3] en [benadeelde partij 45] en [valse naam verdachte 5] en[valse naam verdachte 6] en [valse naam verdachte 7] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
2.
hij op 7 mei 2014 te Utrecht met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid die [benadeelde partij 1] te kennen heeft gegeven dat hij namens een casting bureau op zoek was naar modellen en daartoe een zogenaamde fotosessie georganiseerd in een hotel, en dat die [benadeelde partij 1] voor deelname aan die fotosessie en het krijgen van een contract een geldbedrag diende te betalen, waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
3.
hij in de periode van 14 mei 2014 tot en met 27 mei 2014 te Eindhoven met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van 199 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- in vervolg op een eerder op Facebook geplaatste advertentie voor het maken van een fotoshoot, die [benadeelde partij 2] uitgenodigd voor een castingsgesprek en vervolgens voor die fotoshoot en
- die [benadeelde partij 2] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 99 euro en 100 aan borg betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond, waardoor die [benadeelde partij 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
4.
hij in de periode van 21 juni 2014 tot en met 28 juni 2014 te Nijmegen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] heeft bewogen tot de afgifte van telkens een geldbedrag van 120 euro, in totaal 480 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een fotoshoot georganiseerd en heeft laten organiseren door [benadeelde partij 7] in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en
- die [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en[benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] uitgenodigd voor die fotoshoot en
- die [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en[benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zouden ontvangen en
- die [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] en[benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 6] te kennen gegeven en laten geven door die [benadeelde partij 7] dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 120 euro per deelnemer betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 3] en die [benadeelde partij 4] en die[benadeelde partij 5] en die [benadeelde partij 6] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
5.
hij in de periode van 21 juni 2014 tot en met 28 juni 2014 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 8] te bewegen tot de afgifte van een geldbedrag van 120 euro, met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een advertentie in een krant gezet voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en
- naar aanleiding van een reactie op die advertentie van die [benadeelde partij 8] haar - die [benadeelde partij 8] - uitgenodigd voor een fotoshoot en
- die [benadeelde partij 8] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zou ontvangen en
- die [benadeelde partij 8] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 120 euro betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [benadeelde partij bedrijfsnaam 1] en verdachte daartoe niet de intentie had, waardoor die [benadeelde partij 8] bewogen werd tot de afgifte van dat geldbedrag van 120 euro, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
6.
hij in de periode van 1 juli 2014 tot en met 22 juli 2014 te Nijmegen met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 9] en[benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 11] en[benadeelde partij 12] heeft bewogen tot de afgifte van telkens 100 euro, in totaal 200 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een fotoshoot georganiseerd en heeft laten organiseren door [benadeelde partij 13] in vervolg op een eerder in een krant geplaatste advertentie voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en
- die[benadeelde partij 10] en[benadeelde partij 12] uitgenodigd voor die fotoshoot en- die[benadeelde partij 10] en[benadeelde partij 12] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zouden ontvangen en
- die[benadeelde partij 10] en[benadeelde partij 12] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro per deelnemer betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 9] en[benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 11] en[benadeelde partij 12] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
7.
hij in de periode van 5 juli 2014 tot en met 12 juli 2014 te Gouda met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 14] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- die [benadeelde partij 14] naar aanleiding van een reactie van die [benadeelde partij 14] op een advertentie uitgenodigd voor een fotoshoot voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en
- die [benadeelde partij 14] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden, zulks terwijl die fotoshoot niet plaats vond,
waardoor die [benadeelde partij 14] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
8.
hij in de periode van 29 september 2014 tot en met 4 oktober 2014 te Utrecht en Amsterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 15] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van 100 euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een fotoshoot georganiseerd en heeft laten organiseren door [benadeelde partij 16] voor het werven van modellen voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en
- die [benadeelde partij 15] uitgenodigd voor die fotoshoot en
- die [benadeelde partij 15] te kennen gegeven dat na afloop van de fotoshoot zij een modellencontract met opdrachtgarantie zou ontvangen en
- die [benadeelde partij 15] te kennen gegeven dat voor deelname aan die fotoshoot een bedrag van 100 euro betaald diende te worden,
zulks terwijl er geen sprake was van het daadwerkelijk werven van modellen met opdrachtgarantie voor een bedrijf genaamd [valse bedrijfsnaam verdachte] en verdachte daartoe niet de intentie had,
waardoor die [benadeelde partij 15] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
Ten aanzien van dagvaarding II
1.
hij in de periode van 3 augustus 2013 tot en met 4 oktober 2013 te Leiden met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 17] heeft bewogen tot het verlenen van een dienst en tot de afgifte van een geldbedrag, , hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en medewerker in de hoedanigheid van [benadeelde partij 19] van het niet bestaande bedrijf/kunstenaars[benadeelde bedrijfsnaam 2] en
- vervolgens die [benadeelde partij 17] aangenomen voor de functie van productie
assistenteen
- vervolgens die [benadeelde partij 17] werkzaamheden voor voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief uit laten oefenen en
- nooit met die [benadeelde partij 17] een arbeidscontract afgesloten en
- vervolgens die [benadeelde partij 17] niet heeft uitbetaald voor de verrichte werkzaamheden en
- die [benadeelde partij 17] uit naam van voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief een danszaal laten huren en
- vervolgens die [benadeelde partij 17] de huur van de danszaal laten betalen en
- vervolgens de huurgelden niet terugbetaald aan die [benadeelde partij 17]
waardoor [benadeelde partij 17] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en het verlenen van een dienst
2.
hij in de periode van 11 november 2013 tot en met 30 november 2013 te Heemskerk met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 22] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, 109,00
euro, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en medewerker in de hoedanigheid van [benadeelde partij 23] van het niet bestaande [benadeelde bedrijfsnaam 3] en
- vervolgens uit naam van voornoemd castingbureau een workshop aangeboden en
- vervolgens uit naam van voornoemd castingbureau een workshop aangeboden en gezegd dat die workshop € 109,- zou kosten
waardoor [benadeelde partij 22] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte
3.
hij in de periode van 9 december 2013 tot en met 15 december 2013 te Heerde met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] heeft bewogen tot verlenen van een dienst hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in
strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als eigenaar en medewerker in de hoedanigheid van [benadeelde partij 19] en [benadeelde partij 20] en [benadeelde partij 27] van het niet bestaande bedrijf/kunstenaars[benadeelde bedrijfsnaam 2] en
- vervolgens die [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] gevraagd om tegen betaling werkzaamheden, workshops te geven voor voornoemd bedrijf/kunstenaarscollectief en
- vervolgens die [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] werkzaamheden voor voornoemd bedrijf/kunstenaars collectief uit laten oefenen,
waardoor [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 26] werd bewogen tot bovenomschreven verlenen van een dienst
Ten aanzien van dagvaarding III
1.
hij in de periode van 28 april 2011 tot en met 20 mei 2011 te Nijmegen en Landgraaf en Heerlen en Gorinchem en Schagen en Valkenburg (Lb) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 28] en [benadeelde partij 29]en [benadeelde partij 30] en [benadeelde partij 31] en [benadeelde partij 32] heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- via www.marktplaats.nl tickets voor Lowlands en Pinkpop te koop aangeboden en vervolgens/daarbij
- zich per e-mail en e-mailverkeer voorgedaan als [valse naam verdachte 8] en [valse naam verdachte 9] en [valse naam verdachte 9] en vervolgens
- ter betaling van die aangeboden tickets zijn rekeningnummer opgegeven,
waardoor die [benadeelde partij 28] en [benadeelde partij 29] en [benadeelde partij 30] en [benadeelde partij 31] en [benadeelde partij 32] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
2.
hij in de periode van 31 januari 2011 tot en met 15 juni 2011 te Harderwijk en Alkmaar en Deventer en Arnhem en Amersfoort en 's-Gravenhage en Purmerend en Valkenburg (Lb) met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 33] en [benadeelde partij 34] en [benadeelde partij 35] en [benadeelde partij 36] en[benadeelde partij 37] en [benadeelde partij 38] en [benadeelde partij 39] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- op websites, [valse website verdachte 1] en [valse website verdachte 2] en [valse website verdachte 3] en [valse website verdachte 4] advertenties geplaatst voor audities en acteurworkshops en castings voor rollen binnen series en films en vervolgens/daarbij
- melding heeft gemaakt van het bedrijf [valse bedrijfsnaam verdachte 2] met bijbehorende websites en kvk-nummer en btw-nummer als het bedrijf waardoor en via welke die workshops en castings en rollen werden aangeboden en verzorgd en vervolgens/daarbij
- per e-mail en binnen het e-mailverkeer met die personen gebruik heeft gemaakt van aliassen, alszijnde deze aliassen werknemers van [valse bedrijfsnaam verdachte 2], te weten [valse email adres 1] en [valse emailadres verdachte 2] en [valse emailadres verdachte 3] en [valse emaildres verdachte 4] en [valse emaildres verdachte 5] en [valse emaildres verdachte 6] en vervolgens
- een volledige betaling vooraf, voor die audities en workshops en castings op een door verdachte aangegeven bankrekeningnummer gevraagd/verzocht waardoor die [benadeelde partij 33] en [benadeelde partij 34] en [benadeelde partij 35] en [benadeelde partij 36] en [benadeelde partij 37] en [benadeelde partij 38] en [benadeelde partij 39] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
3.
hij in de periode van 1 augustus 2011 tot en met 17 november 2011 te Hoofddorp en Geleen en Nistelrode en Valkenburg (Lb) en Alkmaar en Maastricht en Heerlen en Roermond en Utrecht en Amsterdam met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 40] en [benadeelde partij 41] en [benadeelde partij 42] en[benadeelde partij 43] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- op websites en kranten advertenties geplaatst voor audities en acteurworkshops en castings voor rollen binnen series en films en vervolgens/daarbij
- per e-mail en binnen het e-mailverkeer en in persoon en per telefoon contact gehad met die personen waarbij hij verdachte gebruik heeft gemaakt van aliassen, te weten
[valse emaildres verdachte 7]en[valsenaam 11] en [valse emailadres verdachte 8] en [valse naam 12] en [valse naam 13] en daarbij van die [benadeelde partij 42] betalingen ontvangen en die[benadeelde partij 40] en [benadeelde partij 41] en [benadeelde partij 43] uitgenodigd voor een intakegesprek en vervolgens
- personen heeft aangenomen als tussenpersonen en vervolgens
- die tussenpersonen een intakegesprek laten doen met die[benadeelde partij 40] en [benadeelde partij 41] en [benadeelde partij 43], binnen welke intakegespreken er tegen aanbetaling workshops en masterclasses werden aangeboden waardoor [benadeelde partij 40] en [benadeelde partij 41] en[benadeelde partij 43] en [benadeelde partij 42] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte
4.
hij in de periode van 21 februari 2012 tot en met 28 februari 2012 te Alkmaar opzettelijk een laptop en beamer, toebehorende aan [benadeelde partij 47], welke goederen verdachte anders dan door misdrijf, te weten als huurder, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van dagvaarding I de feiten 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8, dagvaarding II de feiten 1, 2 en 3, en dagvaarding III de feiten 1 primair, 2 en 3
Oplichting, meermalen gepleegd
Ten aanzien van dagvaarding I feit 5
Poging tot oplichting
Ten aanzien van dagvaarding III feit 4
Verduistering

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertig maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan tien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting, een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zoals Exodus of een soortgelijke instelling, en de verplichting om minimaal 24 uren per week arbeid te verrichten en/of een opleiding te volgen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om de aan verdachte op te leggen straf – gelet op zijn persoonlijke omstandigheden en de feitelijke en relatief beperkte omvang van deze zaak – zoveel als mogelijk voorwaardelijk op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft gedurende een lange periode een groot aantal personen op de hierboven omschreven wijze opgelicht, dan wel geprobeerd op te lichten. Voorts heeft hij een door hem gehuurde laptop en beamer verduisterd.
Verdachte heeft gedurende een lange periode en steeds opnieuw misbruik gemaakt van het door de vaak jonge slachtoffers in hem gestelde vertrouwen met kennelijk louter als doel zijn eigen financieel gewin. Daarbij heeft verdachte bewust ingespeeld op de wens en het verlangen van veel van de slachtoffers om werk te vinden als model of in de filmindustrie. Voor enkele slachtoffers is dit, zo blijkt uit de aangiften, een buitengewoon pijnlijke en traumatiserende ervaring geweest. De omstandigheid dat het om relatief lage bedragen ging, doet daar niet aan af. Het betreft een aanzienlijke groep slachtoffers en verdachte valt voorts te verwijten dat hij met zijn gedragingen het vertrouwen heeft ondermijnd, dat een ieder moet kunnen hebben in het deelnemen aan het economische en handelsverkeer via internet.
De rechtbank heeft acht geslagen op een Uittreksel Justitieel Documentatie d.d. 20 januari 2015, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank heeft voorts acht geslagen op het rapport van 5 februari 2015 van het Leger des Heils, betreffende verdachte.
De rapporteur schat het recidiverisico als hoog in, aangezien verdachte reeds meerdere malen is veroordeeld voor soortgelijke delicten. Hij heeft nog geen zicht op huisvesting, werk en inkomen. Hij heeft grote schulden. Er is sprake van persoonlijkheidsproblematiek en verdachte legt de oorzaak van zijn delictgedrag grotendeels buiten zichzelf. Volgens de rapporteur wordt het leven van verdachte gekenmerkt door instabiliteit op het gebied van bijna alle levensgebieden. Hij heeft geen opleiding afgemaakt en heeft in het verleden vaak gelogen over zijn opleidingen en werkervaringen. De rapporteur concludeert dat verdachte zijn capaciteiten overschat en dat hij moeite heeft de gevolgen van zijn gedrag te overzien. Gezien de persoonlijkheidsproblematiek van verdachte, de mogelijke bipolaire problematiek en het hardnekkige delictgedrag van verdachte acht de rapporteur een ambulante behandeling bij een instelling voor forensische GGZ geïndiceerd.
Gezien de praktische problemen van verdachte acht de rapporteur een reclasseringstoezicht met daarnaast deelname aan een woonprogramma voor ex-gedetineerden zoals Exodus huis, geïndiceerd. Daarnaast acht de rapporteur het van belang dat verdachte gedurende het toezicht verplicht wordt tot het hebben van een vaste dagbesteding in de vorm van werk of arbeid gedurende 24 uren per week.
Geadviseerd wordt aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke celstraf op te leggen met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, een ambulante behandelverplichting, een opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, zoals Exodus of een soortgelijke instelling, en de verplichting om minimaal 24 uren per week arbeid te verrichten en/of een opleiding te volgen.
De rechtbank heeft ten slotte acht geslagen op een Pro Justitia rapport, d.d. 30 januari 2015, opgemaakt en ondertekend door J.H. Ruijs, GZ psycholoog.
De rapporteur concludeert dat er bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis Niet Anderszins Omschreven met borderline, antisociale en narcistische kenmerken. Er is sprake van instabiliteit in stemming, relaties en zelfgevoel alsmede een beperkte impulscontrole en grenzeloosheid. Zijn copingvaardigheden schieten tekort. Daarbij heeft hij narcistische grootheidsgevoelens en, gelet op zijn eerdere oplichtingspraktijken, een patroon van antisociaal gedrag.
Zijn persoonlijkheidsproblematiek vormt een duurzaam patroon in zijn emotioneel en gedragsmatig functioneren en speelde ook een rol tijdens de ten laste gelegde feiten.
Gezien zijn beperkte impulscontrole, grenzeloosheid en onder invloed van psychische spanningen, is verdachte beperkt in zijn gedragsmogelijkheden en heeft hij zich laten meeslepen door geldelijk gewin op korte termijn. Hij zag op dat moment geen andere mogelijkheid om aan geld te komen, ondanks het besef dat wat hij deed ongeoorloofd is.
Geadviseerd wordt verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te achten.
Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Verdachte is onderhevig aan spanningen en stemmingswisselingen. Zijn zelfcontrole is beperkt. Zijn copingsvaardigheden worden onvoldoende geacht. Zijn empathische vermogens schieten tekort en hij neemt onvoldoende verantwoordelijkheid voor zijn daden. Een groot probleem vormt zijn huidige maatschappelijke positie. Hij heeft veel schulden, geen inkomsten en geen huisvesting. Hij heeft nauwelijks een sociaal vangnet.
Geadviseerd wordt aan verdachte een verplicht reclasseringscontact op te leggen. Via de reclassering kan een plaatsing worden gezocht bij de stichting Exodus van waaruit gewerkt kan worden aan een verdere re-integratie. Daarnaast is te adviseren hem voor zijn psychische problematiek te laten behandelen door een forensische polikliniek. Daarbij is verdere diagnostiek voor het eventuele bestaan van een bipolaire stoornis wenselijk. Een en ander kan plaatsvinden in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk straf(deel).
De rechtbank sluit zich aan bij de conclusie van de Pro Justitia rapporteur met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid van verdachte en maakt deze tot de hare.
Gelet op de persoon van verdachte acht de rechtbank – met de reclassering en de Pro Justitia rapporteur – een behandeling en langdurig toezicht door de reclassering noodzakelijk. De rechtbank acht derhalve de door de officier van justitie geëiste proeftijd van drie jaren passend. Ook acht de rechtbank de overige door de reclassering voorgestelde bijzondere voorwaarden, passend en geboden.
Gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen worden opgelegd en gelet op het feit dat het bij de bewezenverklaarde feiten telkens om relatief kleine bedragen ging, zal de rechtbank aan verdachte een lagere straf dan door de officier van justitie geëiste straf opleggen. Daarbij heeft de rechtbank tevens acht geslagen op de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht dat als uitgangspunt voor een fraudedelict met een gering schadebedrag van onder de € 10.000,- tussen de één week en twee maanden gevangenisstraf per geval dient te gelden. De rechtbank neemt daarom, mede in aanmerking genomen de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, twee weken onvoorwaardelijke gevangenisstraf per feit tot uitgangspunt. Ten nadele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte diverse malen eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.

7.De vorderingen van de benadeelde partijen

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot:
  • gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 45] tot een bedrag van € 459,02 en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • toewijzing van de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde partij 46], [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3], [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 6], [benadeelde partij 10], [benadeelde partij 11], [benadeelde partij 30], [benadeelde partij 32], [benadeelde partij 33], [benadeelde partij 38], [benadeelde partij 39], [benadeelde partij 40], [benadeelde partij 41] met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] tot een bedrag van € 120,- en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 14] tot een bedrag van € 289,50 en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 47] tot een bedrag van € 3.076,75 en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
  • gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 26] tot een bedrag van € 822,80 en tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij voor het overige, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de vorderingen van de benadeelde partijen , [benadeelde partij 46], [benadeelde partij 1], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 3], , [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 6], [benadeelde partij 10], [benadeelde partij 11], [benadeelde partij 30], [benadeelde partij 32] en [benadeelde partij 41].
Hij heeft de gedeeltelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 45], [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 14] verzocht.
Hij heeft verzocht de benadeelde partijen [benadeelde partij 24], [benadeelde partij 26], [benadeelde partij 47], [benadeelde partij 38], [benadeelde partij 39] en [benadeelde partij 33] niet-ontvankelijk te verklaren in hun vorderingen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde partij 45]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 509,02.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de posten “kosten overnachting hotel”, “opgenomen verlofuren vader” en “immateriële schade”, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten “kwitantie fotoshoot” en “reiskosten”, is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 1 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 125,54.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 46]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 267,90.
De onbetwiste posten “fotoshoot” en “reiskosten” zijn voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 1 bewezenverklaarde feit. Benadeelde partij heeft onvoldoende onderbouwd dat de door haar moeder gemiste inkomsten het rechtstreekse gevolg zijn van het bij dagvaarding I onder 1 bewezenverklaarde feit. De [benadeelde partij 22] “inkomstenderving” wordt afgewezen.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 145,88.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 1]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 116,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 2 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 116,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 2]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 226,90.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 3 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 226,90.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 3]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 120,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 4 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 120,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 4]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 143,50.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “drankje + eten”, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “eigen bijdrage fotoshoot”, is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 4 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 120,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 5]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 120,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 4 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 120,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 6]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 135,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 4 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 135,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 10]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 125,90.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 6 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 125,90,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 11]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 121,97.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 6 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 121,97.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 14]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 389,70.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “immateriële schade”, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de overige posten, is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding I onder 7 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 189,70.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 24]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 2.262,16.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “workshop / trainingsdag Diemen”, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder 3 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de overige posten, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 650,-.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van 9 december 2013 is ontstaan.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 26]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 15.822,80.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “niet betalen van factuur voor bewezen diensten”, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding II onder 3 bewezenverklaarde feit. Nu dit een schadevergoeding betreft waarover geen BTW verschuldigd is, zal het factuurbedrag exclusief BTW worden toegewezen.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] van € 15.000,- in verband met omzetderving, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 680,-.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van 9 december 2013 is ontstaan.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 30]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 150,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 1 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 150,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 32]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 285,-.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 1 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 285,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 33]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 125,-.
De vordering is door de benadeelde partij niet onderbouwd maar aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 1 bewezenverklaarde feit. Dit wordt ook door verdachte erkend.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 125,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 38]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 79,-.
De vordering is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 1 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 79,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 39]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 599,-.
De vordering is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 1 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 599,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 40]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 250,-.
De vordering is door de benadeelde partij niet onderbouwd maar aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 3 bewezenverklaarde feit. Dit wordt ook door verdachte erkend.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 250,-.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 41]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 169,50.
De vordering is door of namens de verdachte niet betwist en is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 3 bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 169,50.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde partij 47]heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 3.790,75.
De rechtbank zal, voor zover de vordering betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “derving inkomsten”, de vordering van de benadeelde partij afwijzen, aangezien onvoldoende is onderbouwd dat deze schade rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit en het naar het oordeel van de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk is dat de benadeelde partij in een later stadium nog stukken ter onderbouwing zal kunnen verschaffen.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de [benadeelde partij 22] “Factuurbedrag huurovereenkomst” van € 281,44, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 4 bewezenverklaarde feit.
De vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten “HP Elitebook – laptop” en “Nec Beamer, is voldoende onderbouwd door de benadeelde partij. Uit het onderzoek ter terechtzitting is vast komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van het bij dagvaarding III onder 4 bewezenverklaarde feit.
Rekening houdend met de afschrijving en het feit dat deze goederen ten tijde van het ontstaan van de schade bijna één jaar oud zijn, zal de rechtbank deze posten toewijzen tot een bedrag van € 1525,-.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een totaalbedrag van € 1.806,44.
De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met haar vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

8.De schadevergoedingsmaatregel

Nu verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezenverklaarde strafbare feiten is toegebracht en verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat:
- van een bedrag groot € 125,54, ten behoeve van
[benadeelde partij 45];
- van een bedrag groot € 145,88, ten behoeve van
[benadeelde partij 46];
- van een bedrag groot € 116,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 1];
- van een bedrag groot € 226,90, ten behoeve van[benadeelde partij 2];
- van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 3];
- van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 4];
- van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 5];
- van een bedrag groot € 135,-, ten behoeve van[benadeelde partij 6];
- van een bedrag groot € 125,90, ten behoeve van
[benadeelde partij 10];
- van een bedrag groot € 121,97, ten behoeve van
[benadeelde partij 11];
- van een bedrag groot € 189,70, ten behoeve
[benadeelde partij 14];
- van een bedrag groot € 650,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 24];
- van een bedrag groot € 680,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve[benadeelde partij 26];
- van een bedrag groot € 150,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 30];
- van een bedrag groot € 285,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 32];
- van een bedrag groot € 125,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 33];
- van een bedrag groot € 79,-, ten behoeve van[benadeelde partij 38];
- van een bedrag groot € 599,-, ten behoeve van
[benadeelde partij 39];
- van een bedrag groot € 250,-, ten behoeve van[benadeelde partij 40];
- van een bedrag groot € 169,50, ten behoeve van[benadeelde partij 41];
- van een bedrag groot € 1.806,44, ten behoeve van
[benadeelde partij 47].

10.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 57, 321 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, en 8, bij dagvaarding II onder 1, 2, 3, en bij dagvaarding III onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I de feiten 1, 2, 3, 4, 6 7 en 8, dagvaarding II de feiten 1, 2 en 3, en dagvaarding III de feiten 1 primair, 2 en 3
oplichting, meermalen gepleegd
ten aanzien van dagvaarding I feit 5
poging tot oplichting
ten aanzien van dagvaarding III feit 4
verduistering
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
24 (VIERENTWINTIG) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
8 (ACHT) MAANDEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op
3 (DRIE) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ter vaststelling van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij het Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering, op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van een instelling voor forensische psychiatrie, zoals De Waag of een soortgelijke instelling, en alle aanwijzingen van die instelling zal opvolgen;
- gedurende de proeftijd verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te weten Exodus of een soortgelijke instelling, en zich houdt aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- gedurende de proeftijd minimaal 24 uur per week arbeid verricht, dan wel een opleiding volgt, dan wel – in overleg met de reclassering te bepalen – deelneemt aan een andere activiteit cq dagbesteding;
geeft opdracht aan het Leger des Heils tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 45], een bedrag van € 125,54,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 125,54, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 45];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 46], een bedrag van € 145,88,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 145,88, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 46];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 1], een bedrag van € 116,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 116,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 1];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 2], een bedrag van € 226,90,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 226,90, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 2];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 4 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 3], een bedrag van € 120,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 3];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 4], een bedrag van € 120,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 4];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 5], een bedrag van € 120,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 120,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 5];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 6], een bedrag van € 135,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 135,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 6];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 10], een bedrag van € 125,90,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 125,90, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 10];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 11], een bedrag van € 121,97,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 121,97 ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 11];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 14], een bedrag van € 189,70,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 189.70, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 14];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 24], een bedrag van € 650,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 650,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 24];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 13 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 26], een bedrag van € 680,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 680,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 9 december 2013 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 26];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 13 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 30], een bedrag van € 150,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 150,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 30];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 32], een bedrag van € 285,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 285,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 32];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 5 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 33], een bedrag van € 125,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 125,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 33];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 38], een bedrag van € 79,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 79,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 38];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 1 dag;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 39], een bedrag van € 599,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 599,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 39];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 11 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 40], een bedrag van € 250,-,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot € 250,-, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 40];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 5 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan[benadeelde partij 41], een bedrag van € 169,50,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 169,50, ten behoeve van het slachtoffer genaamd[benadeelde partij 41];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 3 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte voorts om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan
[benadeelde partij 47], een bedrag van € 1.806,44,
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij voor het overige af;
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.806,44, ten behoeve van het slachtoffer genaamd
[benadeelde partij 47];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 28 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.A. van Steen, voorzitter,
mr. M. Rootring, rechter,
mr. R.C. Hartendorp, rechter,
in tegenwoordigheid van W.H. Ng, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 maart 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500 / 2014 254039, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 348).
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500 / 2014 254039, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 348).
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1256-2014032426, van de regiopolitie Kennemerland, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 94).
4.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1256-2014032426, van de regiopolitie Kennemerland, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 94).
5.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015.
6.Proces-verbaal aangifte [benadeelde partij 24], blz. 66-68.
7.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015.
8.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015.
9.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015.
10.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL 2411-2012114337, van de politie regio Limburg Zuid, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 465).
11.Vergelijk HR 11 november 2014,
12.Eigen verklaring verdachte ter terechtzitting van 16 maart 2015.
13.Een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 33], met bijlagen, blz. 80-83, een geschrift, te weten een Aangifte Internetoplichting van [benadeelde partij 34], met bijlagen, blz. 117-120, proces-verbaal aangifte van [benadeelde partij 35], blz. 248-249, en bijlagen blz. 253-263, proces-verbaal aangifte van[benadeelde 48], blz. 264-265, en bijlagen blz. 268-289, proces-verbaal aangifte[benadeelde partij 37], blz. 302-303, en bijlagen blz. 306-346, proces-verbaal aangifte van [benadeelde partij 38], blz. 353-355, en bijlagen blz. 362-365, proces-verbaal aangifte van [benadeelde partij 39], blz. 373-375, en bijlagen blz. 379-391.