Uitspraak
Alimentatie
Beschikking op het op 1 oktober 2014 ingekomen verzoek van:
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brief d.d. 23 januari 2015 van de zijde van de vrouw, met bijlagen;
- de brief d.d. 5 februari 2015 van de zijde van de man, met bijlagen;
- de brief d.d. 6 februari 2015 van de zijde van de man, met bijlagen;
- de brief d.d. 11 februari 2015 van de zijde van de man, met als bijlage een gewijzigd verzoekschrift.
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
1 januari 2015 beoordelen. De vrouw heeft reeds vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift, te weten oktober 2014, rekening kunnen houden met een eventuele verlaging van de kinderalimentatie en heeft met ingang van 1 januari 2015 een hoger kindgebonden budget ontvangen. De rechtbank acht een eerdere wijzigingsdatum evenwel niet redelijk, nu het kinderalimentatie betreft en er vanuit kan worden gegaan dat de vrouw de ontvangen bedragen van € 502,-- per maand heeft geconsumeerd.
8 kinderbijslagpunten bij een inkomen van € 5.000,-- of meer).
€ 347,-- (70% x [€ 1.957,78 – (0,3 x € 1.957,78 + € 875,--)]).
Beslissing
18 augustus 2010, met het daarin opgenomen door partijen overeengekomen convenant – :
[geboortedatum] te [geboorteplaats], en [de minderjarige 2], geboren op
[geboortedatum]te [geboorteplaats], op € 187,-- per maand per kind;
mr. M.T.E. Krijger-van Huut als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 maart 2015.