Uitspraak
Gerechtelijke vaststelling vaderschap en kinderalimentatie
Beschikking op het op 15 oktober 2013 ingekomen verzoek van:
[de vrouw],
[de man],
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te[geboorteplaats],
Procedure
Verzoek en verweer
- gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man over voornoemde minderjarige; en
- vaststelling van kinderalimentatie van € 375,-- per maand, met ingang van 23 september 2013, bij vooruitbetaling te voldoen;
- het verzoek van de vrouw met betrekking tot de kinderalimentatie af te wijzen;
- de door hem te betalen kinderalimentatie op € 108,47 per maand vast te stellen, zulks met ingang van de datum van het verzoekschrift, dan wel een zodanig bedrag en ingangsdatum als de rechtbank juist acht,
Beoordeling
Als de man gemotiveerd heeft betwist de verwekker te zijn, zal de moeder dit in beginsel moeten bewijzen, bijvoorbeeld door DNA-onderzoek. Wanneer uit dat onderzoek, zoals hier het geval is, met voldoende zekerheid blijkt dat de man de biologische vader is, moet worden aangenomen dat hij tevens de verwekker van het kind is in de zin van artikel 1:394 BW behoudens door hem te leveren tegenbewijs. Dit brengt mee dat indien de man wiens biologisch vaderschap is aangetoond, gemotiveerd betwist dat hij de verwekker is, stellende dat het biologisch vaderschap zijn grond vindt in het feit dat hij als spermadonor is opgetreden, hij dat in geval van betwisting door de vrouw aannemelijk zal hebben te maken.”
Beslissing
houdt iedere verdere beslissing aan tot 15 juni 2015 pro forma;
uiterlijk twee weken vóór voormelde pro forma datum;
tot aan de pro forma datummag reageren op de door de man eventueel ingediende bewijsstukken;
gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, de kosten van het DNA-onderzoek en eventuele andere deskundigenonderzoeken en de kinderalimentatieaan.