ECLI:NL:RBDHA:2015:3369
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland van een minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 maart 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing naar het buitenland, specifiek naar Hawaï. Het verzoek is ingediend door de moeder van de minderjarige, die getrouwd is met een Amerikaans staatsburger en momenteel op Hawaï woont. De vader van de minderjarige verzet zich tegen de verhuizing, omdat hij vreest dat dit de band met zijn kind ernstig zal schaden. De rechtbank heeft in haar beoordeling het belang van de minderjarige vooropgesteld en geconcludeerd dat de verhuizing niet in het belang van het kind is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende heeft aangetoond dat de verhuizing noodzakelijk is en dat het contact tussen de vader en de minderjarige door de verhuizing ernstig zou worden belemmerd. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder afgewezen en een definitieve zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige bij de vader zal verblijven. De huidige omgangsregeling blijft in stand, met enkele aanpassingen in onderling overleg tussen de ouders.