ECLI:NL:RBDHA:2015:3216
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlenging van de maatregel van bewaring van een Syrische vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 maart 2015 uitspraak gedaan in een beroep van een Syrische vreemdeling tegen de verlenging van zijn maatregel van bewaring. Eiser, geboren in 1976, heeft op 27 februari 2015 een beroepschrift ingediend tegen het verlengingsbesluit van 20 februari 2015, waarbij de maatregel van bewaring met maximaal 12 maanden is verlengd. Eiser heeft verzocht om schadevergoeding en heeft zijn beroep onderbouwd met argumenten over de onrechtmatigheid van het verlengingsbesluit, waaronder het ontbreken van een belangenafweging en onvoldoende medewerking van de autoriteiten. De rechtbank heeft de openbare behandeling van het beroep op 16 maart 2015 gehouden, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder, de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
De rechtbank heeft overwogen dat de verlenging van de bewaring in overeenstemming is met de Vreemdelingenwet 2000, die bepaalt dat bewaring niet langer dan zes maanden mag duren, maar kan worden verlengd indien de vreemdeling niet meewerkt aan zijn uitzetting. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder voldoende inspanningen heeft geleverd om de identiteit en nationaliteit van eiser vast te stellen en dat er geen reden is om aan te nemen dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gronden voor de verlenging van de maatregel van bewaring voldoende zijn gemotiveerd en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.