ECLI:NL:RBDHA:2015:3204

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 maart 2015
Publicatiedatum
23 maart 2015
Zaaknummer
09-777202-13
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf in jeugdstrafzaak met niet te traceren veroordeelde

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2015 uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde werkstraf. De veroordeelde, geboren in 1999, was eerder veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De officier van justitie heeft op 20 januari 2015 een schriftelijke vordering ingediend om de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf te gelasten, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en sinds oktober 2014 voortvluchtig is.

Tijdens de zitting op 19 maart 2015, waar de veroordeelde niet aanwezig was, heeft zijn raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De officier van justitie heeft de vordering tot tenuitvoerlegging gehandhaafd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de opgelegde voorwaarden en niet te traceren is. De rapportage van de jeugdreclassering bevestigt dat de veroordeelde niet gemotiveerd was om begeleiding te accepteren en dat er grote zorgen zijn over zijn situatie.

De rechtbank heeft, op basis van de feiten en de rapportages, besloten de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke werkstraf te gelasten. De rechtbank gelast dat de niet ten uitvoer gelegde straf alsnog zal worden uitgevoerd, met een taakstraf van 60 uren en vervangende jeugddetentie van 30 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van kinderrechters en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer jeugdstrafzaken
Parketnummer 09/777202-13 (tul)
Datum uitspraak: 19 maart 2015

Beslissing na voorwaardelijke veroordeling

De veroordeelde; de opgelegde straf

Bij onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank Den Haag rechtdoende in jeugdstrafzaken d.d. 17 oktober 2013 is

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats] ,
BRP-adres: [adres] ,
veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen jeugddetentie waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen jeugddetentie voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de Stichting Bureau Jeugdzorg, zolang die instelling zulks nodig acht.

De vordering

De schriftelijke vordering van de officier van justitie d.d. 20 januari 2015 strekt ertoe dat de rechtbank de tenuitvoerlegging zal gelasten van het voorwaardelijk opgelegde gedeelte van voormelde werkstraf.

De behandeling ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting met gesloten deuren van 19 maart 2015.
De veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen.
De raadsman van de veroordeelde, mr. J. Looman, heeft zich ter terechtzitting gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De officier van justitie, mr. C. Rijnaarts, heeft gepersisteerd bij de schriftelijke vordering tot tenuitvoerlegging.

De beoordeling van de vordering

Blijkens het als bijlage bij het faxbericht d.d. 18 december 2014 van de Stichting Bureau Jeugdzorg, team dubbele maatregelen Den Haag Zuid/Rijswijk, gevoegde rapport negatieve terugmelding d.d. 21 november 2014, heeft de veroordeelde zich niet gehouden aan de bij voormeld vonnis opgelegde bijzondere voorwaarde.
Blijkens de rapportage is de veroordeelde sinds oktober 2014 voortvluchtig en heeft hij zich aldus onttrokken aan het toezicht van de jeugdreclassering. Ook voor die tijd vond de veroordeelde de begeleiding door de jeugdreclassering niet nodig en was hij niet gemotiveerd zich op enigerlei wijze te laten begeleiden.
Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft de heer [reclasseerder] , rapporteur Jeugdreclassering, desgevraagd meegedeeld dat er grote zorgen zijn over de veroordeelde, maar dat hij tot op heden niet te traceren is. Ook de diverse besprekingen in het Veiligheidshuis van het gezin waartoe de veroordeelde behoort, hebben niet geleid tot het aantreffen van de veroordeelde.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, termen aanwezig de tenuitvoerlegging te gelasten van het voorwaardelijk gedeelte van de opgelegde werkstraf.

Toepasselijke wetsartikelen

Artikel 77m, 77n, 77cc, 77dd van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
gelast dat de niet ten uitvoer gelegde straf alsnog zal worden ten uitvoer gelegd, te weten:
een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 60 uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen.
*(aftrek alleen i.g.v. geheel voorwaardelijk opgelegde straf, nb dit is verborgen tekst)Deze beslissing is gegeven door
mr. A.J.J.M. Weijnen, voorzitter, kinderrechter,
mr. H.M. Boone, kinderrechter,
mr. J.A.H.M. Janssen, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M.M. de Witte, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 maart 2015.
Mr. Janssen is buiten staat deze beslissing te ondertekenen.