Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[A],
[B],
[D],
B & S PAUL GLOBAL B.V.
[G],
[H],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 22 april 2013, 23 april 2013, 25 april 2013 en 11 juni 2013;
- de akte houdende overlegging producties, met producties 0 tot en met 24;
- het jegens de gedaagden sub 1, 2, [B], 5-10, [D], 12-19, [G] c.s. en 22-26 verleende verstek;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring van [A];
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de brief van de advocaat van [A] van 25 augustus 2014, met bijlage;
- het pleidooi van 8 september 2014;
- de pleitnota’s van Bacardi c.s. en [A].
2.Inleiding
- I) ten aanzien waarvan door of namens gedaagden de productcodes zijn verwijderd, ongeacht de herkomst van de Bacardi-producten en ongeacht de douanestatus daarvan;
- II) ten aanzien waarvan uit de administratie van gedaagden of derden die door gedaagden zijn ingeschakeld, blijkt dat het om producten gaat waarvan de productcodes zijn verwijderd, ongeacht de herkomst van de Bacardi-producten en ongeacht de douanestatus daarvan;
- III) ten aanzien waarvan door gedaagden niet wordt aangetoond dat zij door of met toestemming van Bacardi in de EER in het verkeer zijn gebracht of dat zij uitsluitend de T1-status hebben gehad en derhalve bij voortduring uitgezonderd zijn gebleven van het vrije verkeer van goederen in de EU;
- IV) met de niet-communautaire status (T1) indien deze producten als niet-communautaire producten worden verkocht maar niet door de koper als niet-communautaire producten zijn ontvangen;
- V) met de niet-communautaire status (T1) indien deze producten worden aangeboden aan marktpartijen zonder dat bij dit aanbod een voorbehoud is gemaakt dat deze producten zijn bestemd voor verkoop buiten de EU.
3.Vorderingen en grondslagen in de hoofdzaak
4.Het geschil in het door [A] opgeworpen bevoegdheidsincident
5.De beoordeling in de bevoegdheidsincidenten
- i) onrechtmatig jegens Bacardi c.s. gehandeld door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de vennootschappen, waaronder gedaagden die in Nederland zijn gevestigd, inbreuk maken en/of hebben gemaakt op BACARDI-Gemeenschapsmerken (de vorderingen onder 1 b, 3 tot en met 7);
- ii) onrechtmatig jegens Bacardi c.s. gehandeld door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de vennootschappen, waaronder gedaagden die in Nederland zijn gevestigd, inbreuk maken en/of hebben gemaakt op Internationale/Benelux BACARDI-merken (de vorderingen onder 1 b, 3 tot en met 7);
- iii) onrechtmatig jegens Bacardi c.s. gehandeld door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de vennootschappen, waaronder gedaagden die in Nederland zijn gevestigd, handelen en/of hebben gehandeld in Bacardi-producten waarvan de productcodes zijn verwijderd (de vorderingen onder 1 b, 3 tot en met 7);
- iv) onrechtmatig jegens Bacardi c.s. gehandeld door te bewerkstelligen dat gedaagde sub 9 niet in staat is te voldoen aan haar verplichting tot betaling van verbeurde boetes en betaling van schadevergoeding (de vorderingen onder 1 b, 3 tot en met 7 en 8 en 9);
het gerecht van de woonplaatsvan een van de gedaagden, terwijl geen van de gedaagden woonplaats heeft in het arrondissement Den Haag. [A] wijst er op dat artikel 6 aanhef en onder 1 EEX-Vo (oud) zowel de internationale als relatieve bevoegdheid regelt.
6.De beslissing
bevoegdom van de vorderingen in de hoofdzaak kennis te nemen voor zover deze zijn gegrond op de stelling dat [A] onrechtmatig jegens Bacardi c.s. heeft gehandeld door te bewerkstelligen, althans niet te voorkomen dat de Nederlandse mede-gedaagden inbreuk maken en/of hebben gemaakt op BACARDI-Gemeenschapsmerken;
onbevoegdom van de vorderingen in de hoofdzaak jegens [A] kennis te nemen;
woensdag 29 april 2015voor conclusie van antwoord in het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening en tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak aan de zijde van [A];