Op 10 februari 2015 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, aangeduid als minderjarige sub 1 en sub 2. Het verzoek tot verlenging is ingediend door het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering, dat zich zorgen maakt over de opvoedsituatie van de minderjarigen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de pedagogische onmacht van de moeder en de onveiligheid in de thuissituatie. De minderjarige sub 1 verblijft bij de moeder, terwijl de minderjarige sub 2 bij pleegouders woont. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarigen verlengd tot 14 februari 2016 en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige sub 2 tot 14 augustus 2015. Tevens is de Raad voor de Kinderbescherming opdracht gegeven om onderzoek te doen naar het perspectief van de minderjarige sub 2, waarbij de opvoedsituatie van de minderjarige sub 1 ook in overweging wordt genomen. Het verzoek van de moeder tot wijziging van de omgangsregeling is afgewezen. De kinderrechter heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling door de meervoudige kamer van de rechtbank.