ECLI:NL:RBDHA:2015:2606

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 maart 2015
Publicatiedatum
11 maart 2015
Zaaknummer
09/211331-13
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schuldigverklaring voor belaging en laster met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding

Op 9 maart 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging en laster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een periode van meerdere jaren stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de benadeelde partij, door onder andere e-mails te sturen naar verschillende instanties en ongegronde beschuldigingen te uiten op sociale media. De rechtbank heeft de verdachte een deels voorwaardelijke geldboete opgelegd, met als bijzondere voorwaarden een contactverbod, een locatieverbod en een verbod om informatie over de slachtoffers op internet te plaatsen. Daarnaast is de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toegewezen, met de voorwaarde dat de verdachte voor 1 april 2015 rectificaties moet sturen naar verschillende instanties en informatie van het internet moet verwijderen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de gevolgen voor de benadeelde partij zwaar laten meewegen in de strafoplegging. De verdachte is ook verplicht om een rectificatie te sturen naar de betrokken instanties en de beschuldigingen van het internet te verwijderen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/211331-13
Datum uitspraak: 9 maart 2015
Tegenspraak
(Promis vonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de door de politierechter naar de meervoudige strafkamer verwezen zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats],
BRP-adres: [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 23 februari 2015.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R. van Geloven en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 juli 2009 tot en met 30 januari 2013 te Wassenaar, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [benadeelde], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij, verdachte
1. een (groot) aantal e-mails en/of brieven gestuurd aan (respectievelijk) A. politie Haaglanden en/of B. gemeente Wassenaar en/of C. de Kamer van Koophandel en/of D. de Belastingdienst en/of E. Kroller Assurantiën B.V. (met informatie) over die [benadeelde] en/of over de pensioen B.V. van die [benadeelde] genaamd [pensioen B.V. van benadeelde] met onder meer de tekst(en):
ad A. "heer [benadeelde], welke zich destijds na te zijn aangesproken voor het in een afgesloten huis alleen laten van zijn kleinkind om een buurtwandeling te maken" en/of
ad B. "hiermede bericht ik u als belanghebbende (...) van de aansprakelijkstelling van de door de in de bijgesloten elektronische aangifte gewaagde "onbetrouwbaarheid en/of de geloofwaardigheid van getuige-deskundige [benadeelde]" veroorzaakte en nog te veroorzaken schade. (…) Raadpleging van het handelsregister leert, dat de laatste op 1 februari 2013 vervalbare te deponeren jaarrekening nog niet is gedeponeerd" en/of
ad C. "hiermede wordt bevestigd het telefonisch onderhoud van hedenmorgen met een uwer medewerkers dat de gedeponeerde jaarrekening niet is voorzien van de handtekening van de bestuurder. In de authentieke akte is derhalve en valse opgaaf gedaan. Voorts is in de authentieke akte van het uittreksel de valse opgaaf gedaan van het elektronisch adres van de desbetreffende vennootschap van [email adres], nu van de Amerikaanse internetprovider de mededeling is ontvangen dat deze gebruiker onbekend is.” en/of
ad D. “Onder verwijzing naar de door u getoonde machtiging om als inspecteur van 's rijksbelastingen op te treden, verzoek ik u (...) handhaving van de inhoudelijke juistheid van de door enige bestuurder gedeponeerde jaarrekening van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [pensioen B.V. van benadeelde] te wassenaar, de heer [benadeelde], meer in het bijzonder de handhaving van de inhoudelijke juistheid van dat onderdeel van die gedeponeerde jaarrekening dat ziet op de onechte en/of valse opgaaf van de post voorzieningen" en/of
ad E. "hiermede verzoek ik u als tussenpersoon van uw verzekerde de heer [benadeelde] om de willens en wetens door uw verzekerde aan het aangrenzende pand aangebrachte beschilderingen onverwijlde te verwijderen, alsmede de vernielde en vervreemde dakpannen van hetzelfde onroerende goed te doen herstellen"
en/of
2. een (groot) aantal e-mails en/of brieven gestuurd aan die [benadeelde] (direct of middels het mailadres van diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde]) met onder meer de tekst(en)
* “ik begrijp dat het plegen van verzekeringsfraude moeilijker blijkt dan aanvankelijk door u gedacht” en/of
* “kennelijk stelt uw christelijk geloof niet veel voor en heeft uw cursus theologie niet veel opgeleverd” en/of
* “hiermede bevestig ik in aansluiting op uw persistente wederrechtelijk
handelen leidende tot de onbetrouwbaarheid en ongeloofwaardigheid van u en uw
vrouw [naam echtgenote benadeelde]”
en/of
3. op een website (Google+), althans op internet, een document geplaatst en/of link gezet naar een document (met informatie) over die [benadeelde] en/of [pensioen B.V. van benadeelde] bevattende onder andere de volgende tekst(en):
* "getuige-deskundige à decharge [benadeelde], als directeur van (....) [pensioen B.V. van benadeelde]" en/of
* "aanspreken van deze getuige-deskundige à decharge voor zijn laakbare gedrag van het willens en wetens (...) huilend achter slot en grendel achterlaten van zijn minderjarige hulpbehoevende kleinzoon" en/of
* “welke schadepenningen getuigedeskundige à decharge onder valse voorwendsel dat de erfafscheiding hem toebehorend van zijn verzekeringsmaatschappij heeft verkregen, voor het plegen van welke oplichtingshandeling door belanghebbende geen opdracht is gegeven" en/of
* "door deze getuige-deskundige (..) willens en wetens (..) op belanghebbende geschoten te hebben met het oogmerk om belanghebbende van het leven te beroven"
althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 3 oktober 2012 tot en met 15 oktober 2013 te Wassenaar, in elk geval in Nederland (telkens) opzettelijk, door middel van verspreiding en/of openlijke tentoonstelling van (een) geschrift(en), de eer en/of de goede naam van [benadeelde] en/of de pensioen B.V. van die [benadeelde] genaamd [pensioen B.V. van benadeelde], heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel (een) geschrift(en), bevattende onder andere de tekst(en):
* "getuige-deskundige à decharge [benadeelde], als directeur van (....) [pensioen B.V. van benadeelde]" en/of
* "aanspreken van deze getuige-deskundige à decharge voor zijn laakbare gedrag van het willens en wetens (...) huilend achter slot en grendel achterlaten van zijn minderjarige hulpbehoevende kleinzoon" en/of
* “welke schadepenningen getuigedeskundige à decharge onder valse voorwendsel dat de erfafscheiding hem toebehorend van zijn verzekeringsmaatschappij heeft verkregen, voor het plegen van welke oplichtingshandeling door belanghebbende geen opdracht is gegeven" en/of
* "door deze getuige-deskundige (..) willens en wetens (..) op belanghebbende geschoten te hebben met het oogmerk om belanghebbende van het leven te beroven" en/of
* "door voornoemde samenzweerder [benadeelde] in de nachtelijke uren op verschillende momenten het in de tuin werpen van () middelen ter bestrijding van de door hem en zijn vrouw gefokte bruine ratten, doch ook (..) levenloze lichamen van bruine ratten, van eksters, van vlaamse gaaien, van merels, van kauwtjes, en andere door hem gevangen en vergiftige vogelsoorten, soms de levenloze lichamen gescheiden van de kop, en soms alleen de van de levenloze lichamen gescheiden gebleekte schedels" en/of
* "Heer [benadeelde] en/of Mevrouw [naam echtgenote benadeelde] (..) opzettelijk de (..) kater heeft beschadigd (..) in de zin van het uiterst gruwelijke wijze toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de bejaarde kater Andreas door met een scherp voorwerp pogen de hals van de bejaarde kater door te snijden, en met een pen pogen het hart van de bejaarde kater te doorboren",
verspreid en/of openlijk tentoongesteld door dit geschrift en/of een link naar voornoemd geschrift te plaatsen op de/het Google+pagina/profiel van verdachte, terwijl verdachte wist dat dit/deze telastgelegde feit(en) in strijd met de waarheid was/waren.

3.Voorvragen

De ontvankelijkheid van de officier van justitie
De rechtbank heeft zich ambtshalve beraden omtrent de vraag of de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit.
Vervolging voor belaging kan op grond van artikel 285b lid 2 van het Wetboek van Strafrecht alleen op klacht van hem tegen wie een misdrijf is begaan. [benadeelde] heeft op 9 februari 2013 aangifte gedaan van belediging, smaad, smaadschrift en laster en ter zake van die feiten een klacht ingediend. Aangifte en klacht strekken zich niet met zo veel woorden uit tot belaging. Uit de aangifte van [benadeelde] blijkt echter duidelijk dat hij wil dat de verdachte stopt met onder meer het versturen van e-mails over de aangever naar verschillende instanties. Uit deze aangifte, de door de aangever opgestelde slachtofferverklaring en de door de aangever ingediende vordering als benadeelde partij blijkt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat de aangever ook strafvervolging ter zake van belaging heeft gewild. De officier van justitie is derhalve ontvankelijk in de vervolging van het onder 1 ten laste gelegde feit.
4. Bewijsoverwegingen [1]
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de aan de verdachte ten laste gelegde feiten belaging en smaad wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
4.2
De beoordeling van de tenlastelegging
[benadeelde] (hierna: [benadeelde]) heeft op 9 februari 2013 aangifte gedaan van onder meer smaad(schrift) en laster gepleegd door de verdachte. [2]
De e-mails van de verdachte aan de instanties
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij diverse e-mails over [benadeelde] aan verschillende instanties heeft verzonden. [3] Tot het dossier behoren onder meer:
- een e-mail d.d. 6 augustus 2009 van de verdachte, gericht aan Kröller Assurantiën B.V., [4]
- een e-mail d.d. 14 juli 2011 van de verdachte, gericht aan [medewerker] van de politie Haaglanden, [5]
- een e-mail d.d. 29 januari 2013 van de verdachte, gericht aan de Kamer van Koophandel, [6]
- een e-mail d.d. 30 januari 2013 van de verdachte, gericht aan de gemeente Wassenaar [7] en
- een e-mail d.d. 30 januari 2013 van de verdachte, gericht aan de Belastingdienst. [8]
Deze e-mails bevatten informatie over Schornagel en diens pensioen-BV, genaamd [pensioen B.V. van benadeelde].
De e-mails van de verdachte aan aangever [benadeelde]
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij diverse e-mails aan [benadeelde] heeft verzonden. [9] Tot het dossier behoren onder meer e-mails d.d. 12 en 24 augustus 2009 en 28 januari 2013 van de verdachte, en (direct of via het e-mailadres van [naam echtgenote benadeelde]) gericht aan [benadeelde]. [10]
De hierboven aangeduide e-mails bevatten de teksten die hieronder (onder 4.4) zijn vermeld.
De Google+ account van de verdachte
Ten slotte heeft de verdachte bij de politie verklaard dat hij teksten over [benadeelde] op het internet heeft geplaatst. [11]
Tot het dossier behoort een mededeling op de Google+ pagina van de verdachte, geplaatst op 3 oktober 2012, met een link [12] naar een document dat onder meer beschuldigende teksten over [benadeelde] bevat. [benadeelde] zou zijn kleinkind huilend hebben achtergelaten en de verdachte van het leven hebben willen beroven. [13] In een ander document dat via de Google+ pagina van de verdachte geraadpleegd kan worden, geplaatst op 15 oktober 2013, worden [benadeelde] en diens echtgenote onder meer beschuldigd van het fokken van bruine ratten en het mishandelen van de kater van de moeder van de verdachte. [14]
De bedoelde documenten bevatten de teksten die hieronder (onder 4.4) zijn vermeld.
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen acht de rechtbank de onder 1 en 2 verweten gedragingen van de verdachte bewezen en is zij voorts van oordeel dat deze gedragingen kunnen worden gekwalificeerd als belaging (feit 1) en laster (feit 2). Wat betreft feit 1 is, gelet op de aard van de door de verdachte verzonden e-mails en de op het internet geplaatste documenten, de periode waarin die verzonden dan wel gepubliceerd zijn en de invloed die een en ander heeft gehad op het leven van [benadeelde], naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van die [benadeelde]. Ten aanzien van feit 2 is de rechtbank van oordeel dat de verdachte met de door hem op zijn Google+ account geplaatste documenten, die voor iedereen toegankelijk waren, de eer en de goede naam van die [benadeelde] en diens pensioen-BV heeft aangerand.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van de verdachte bewezen dat:
1.
hij in de periode van 6 augustus 2009 tot en met 30 januari 2013 te Wassenaar wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde], met het oogmerk die [benadeelde] te dwingen iets te dulden, immers heeft hij, verdachte,
1. e-mails gestuurd aan (respectievelijk)
A. politie Haaglanden en
B. gemeente Wassenaar en
C. de Kamer van Koophandel en
D. de Belastingdienst en
E. Kröller Assurantiën B.V.
(met informatie) over die [benadeelde] en over de pensioen B.V. van die [benadeelde] genaamd [pensioen B.V. van benadeelde] met onder meer de teksten:
ad A. "Heer [benadeelde], welke zich destijds na te zijn aangesproken voor het in een afgesloten huis alleen laten van zijn kleinkind om een buurtwandeling te maken" en
ad B. "Hiermede bericht ik U als belanghebbende (...) van de aansprakelijkstelling van de door de in de bijgesloten elektronische aangifte gewaagde "onbetrouwbaarheid en/of de ongeloofwaardigheid van getuige-deskundige [benadeelde]" veroorzaakte en nog te veroorzaken schade. (...) Raadpleging van het handelsregister leert, dat de laatste op 01 februari 2013 vervalbare te deponeren jaarrekening nog niet is gedeponeerd" en
ad C. “Hiermede wordt bevestigd het telefonisch onderhoud van hedenmorgen met een Uwer medewerkers dat de gedeponeerde jaarrekening niet is voorzien van de handtekening van de bestuurder. In de authentieke akte is derhalve een valse opgaaf gedaan. Voorts is in de authentieke akte van het uittreksel de valse opgaaf gedaan van het elektronisch adres van de desbetreffende vennootschap van [email adres], nu van de Amerikaanse internetprovider de mededeling is ontvangen dat deze gebruiker onbekend is” en
ad D. “Onder verwijzing naar de door u getoonde machtiging om als inspecteur van 's rijksbelastingen op te treden, verzoek ik U (...) handhaving van de inhoudelijke juistheid van de door de enige bestuurder gedeponeerde jaarrekening van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [pensioen B.V. van benadeelde] te Wassenaar, de Weledelgeboren Heer [benadeelde], meer in het bijzonder de handhaving van de inhoudelijke juistheid van dat onderdeel van die gedeponeerde jaarrekening dat ziet op de onechte en/of valse opgaaf van de post voorzieningen" en
ad E. "Hiermede verzoek ik U (…) als tussenpersoon van Uw verzekerde (…) de Heer [benadeelde] (…) om de willens en wetens (…) door Uw verzekerde (…) aan het (…) aangrenzende pand aangebrachte beschilderingen onverwijld te verwijderen, alsmede de vernielde en vervreemde dakpannen van hetzelfde onroerende goed te doen herstellen"
en
2. een groot aantal e-mails gestuurd aan die [benadeelde] (direct of middels het mailadres van diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde] met onder meer de teksten:
* “Ik begrijp dat het plegen van verzekeringsfraude moeilijker blijkt te zijn dan aanvankelijk door U gedacht” en
* “Kennelijk stelt Uw christelijk geloof niet veel voor en heeft Uw cursus theologie niet veel opgeleverd” en
* “Hiermede bevestig ik in aansluiting op Uw persistente wederrechtelijk
handelen leidende tot de onbetrouwbaarheid en de ongeloofwaardigheid van U en Uw
Vrouw [naam echtgenote benadeelde]”
en
3. op een website (Google+) een document en/of een link naar een document geplaatst met informatie over die [benadeelde] en [pensioen B.V. van benadeelde] bevattende onder andere de volgende teksten:
* "getuige-deskundige à decharge [benadeelde], als directeur van (...) [pensioen B.V. van benadeelde]" en
* "aanspreken van deze getuige-deskundige à decharge voor zijn laakbare gedrag van het willens en wetens (...) huilend achter slot en grendel achterlaten van zijn minderjarige hulpbehoevende kleinzoon" en
* “welke schadepenningen getuige-deskundige à decharge onder het valse voorwendsel dat de erfafscheiding aan hem toebehorend van zijn verzekeringsmaatschappij heeft verkregen, voor het plegen van welke oplichtingshandeling door belanghebbende geen opdracht is gegeven" en
* "door deze getuige-deskundige (...) willens en wetens (...) op belanghebbende geschoten te hebben met het oogmerk om belanghebbende van het leven te beroven";
2.
hij in de periode van 3 oktober 2012 tot en met 15 oktober 2013 te Wassenaar opzettelijk door middel van openlijke tentoonstelling van geschriften de eer en de goede naam van [benadeelde] en de pensioen B.V. van die [benadeelde], genaamd [pensioen B.V. van benadeelde], heeft aangerand door telastlegging van meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel geschriften, bevattende onder andere de teksten:
* "getuige-deskundige à decharge [benadeelde], als directeur van (...) [pensioen B.V. van benadeelde]" en
* "aanspreken van deze getuige-deskundige à decharge voor zijn laakbare gedrag van het willens en wetens (...) huilend achter slot en grendel achterlaten van zijn minderjarige hulpbehoevende kleinzoon" en
* “welke schadepenningen getuige-deskundige à decharge onder het valse voorwendsel dat de erfafscheiding aan hem toebehorend van zijn verzekeringsmaatschappij heeft verkregen, voor het plegen van welke oplichtingshandeling door belanghebbende geen opdracht is gegeven" en
* "door deze getuige-deskundige (...) willens en wetens (...) op belanghebbende geschoten te hebben met het oogmerk om belanghebbende van het leven te beroven" en
* "door voornoemde samenzweerder [benadeelde] in de nachtelijke uren op verschillende momenten het in de tuin werpen van (...) middelen ter bestrijding van de door hem en zijn vrouw gefokte bruine ratten, doch ook (...) levenloze lichamen van bruine ratten, van eksters, van Vlaamse gaaien, van merels, van kauwtjes, en andere door hem gevangen en vergiftige vogelsoorten, soms de levenloze lichamen gescheiden van de kop, en soms alleen de van de levenloze lichamen gescheiden gebleekte schedels" en
* "Heer [benadeelde] en/of Mevrouw [naam echtgenote benadeelde] (...) opzettelijk de (...) kater heeft beschadigd (...) in de zin van het uiterst gruwelijke wijze toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de bejaarde kater Andreas door met een scherp voorwerp pogen de hals van de bejaarde kater door te snijden, en met een pen pogen het hart van de bejaarde kater te doorboren"
openlijk tentoongesteld door deze geschriften en/of een link naar één van voornoemde geschriften te plaatsen op de Google+ pagina van verdachte, terwijl verdachte wist dat deze telastgelegde feiten in strijd met de waarheid waren.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan de verdachte wordt opgelegd een geldboete van € 1.000,-, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, onder de bijzondere voorwaarden:
- dat de verdachte [benadeelde] en diens echtgenote niet zal benaderen, ook niet telefonisch of per e-mail;
- dat de verdachte zich niet zal begeven op het terrein van [benadeelde] en diens echtgenote;
- dat de verdachte op geen enkele wijze digitaal contact zal opnemen met de politie, de gemeente Wassenaar, de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst en Kröller Assurantiën voor zover deze contacten betrekking hebben op [benadeelde] en diens echtgenote, behalve ter rectificatie;
- dat de verdachte geen informatie, documenten en verwijzingen naar documenten betreffende [benadeelde] en diens echtgenote op het internet zal plaatsten, behalve ter rectificatie.
De officier van justitie heeft verzocht de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en zijn gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een aantal jaren schuldig gemaakt aan belaging en laster van [benadeelde]. De verdachte heeft jarenlang e-mails over [benadeelde] verstuurd naar verschillende instanties, zoals de verzekeringsmaatschappij van [benadeelde] en de Kamer van Koophandel. Daarnaast heeft de verdachte een link naar een document en een document geplaatst op zijn Google+ pagina met daarin onder meer ongegronde beschuldigingen waardoor [benadeelde] in zijn eer en goede naam is aangetast. Door dit gedrag heeft de verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [benadeelde] en diens echtgenote. Het is algemeen bekend dat belaging zeer nadelige psychische gevolgen kan hebben voor de slachtoffers. Uit de schriftelijke slachtofferverklaring van [benadeelde] blijkt dat hij en zijn vrouw erg onder de situatie lijden en dat het leven van hen beiden wordt ontwricht door het gedrag van de verdachte. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister van 9 december 2014 betreffende de verdachte. Daaruit blijkt dat de verdachte eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen.
Zowel de reclassering als een psycholoog hebben meermalen getracht contact te krijgen met de verdachte. Er is geen contact met de verdachte tot stand gekomen.
De straf
Gezien het voorgaande ligt een gevangenisstraf naar het oordeel van de rechtbank niet in de rede, ook niet in voorwaardelijke zin. De rechtbank zal aan de verdachte een geldboete van € 7.500,- waarvan € 5.000,- voorwaardelijk, opleggen. Aan het voorwaardelijke strafdeel zal de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden verbinden die moeten voorkomen dat de verdachte zich wederom schuldig zal maken aan het plegen van strafbare feiten. Anders dan verzocht door de officier van justitie, zal de rechtbank deze bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren nu de rechtbank van oordeel is dat de bewezenverklaring niet een gedraging omvat die onmiskenbaar is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van de aangever (vgl. HR 25 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3379).

8.De vordering van de benadeelde partij / de schadevergoedingsmaatregel

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding. [benadeelde] heeft gevorderd dat de verdachte:
- erkent dat alle door hem geuite beschuldigingen vals zijn;
- een rectificatie stuurt naar de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst, AFM, Kröller Assurantiën B.V., de politie (Eenheid Den Haag) en de burgemeester van Wassenaar waarin hij erkent dat die beschuldigingen vals zijn;
- de beschuldigingen van internet verwijdert.
Indien de verdachte niet aan deze voorwaarden voldoet, vordert [benadeelde] een bedrag, groot € 2.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering strekt tot vergoeding van immateriële schade.
8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 2.000,-, tenzij de verdachte binnen een termijn van twee weken de berichten die hij heeft verstuurd naar de politie, de gemeente Wassenaar, de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst en Kröller Assurantiën rectificeert. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank, indien de vordering zal worden toegewezen, aan de verdachte de verplichting zal opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 2.000,-, subsidiair 30 dagen hechtenis, ten behoeve van [benadeelde].
8.2
Het standpunt van de verdachte
De verdachte heeft aangegeven de vordering te betwisten. Hij heeft zich evenwel bereid verklaard een rectificatie te ondertekenen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de vordering van € 2.000,- als vergoeding ter zake van immateriële schade tot dat bedrag naar billijkheid toewijsbaar, nu de vordering voldoende is onderbouwd en nu vast is komen te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen, nu vast is komen te staan dat de schade met ingang van 6 augustus 2009 is ontstaan.
Dit brengt mee, dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu de verdachte jegens [benadeelde] naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezenverklaarde strafbare feiten is toegebracht en de verdachte voor deze feiten zal worden veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot € 2.000,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2009 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [benadeelde].
De vordering zal evenwel door de rechtbank worden afgewezen indien de verdachte vóór 1 april 2015:
- een rectificatie stuurt naar de politie (Eenheid Den Haag), de gemeente Wassenaar, de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst en Kröller Assurantiën, waarin hij erkent dat de door hem gedane beschuldigingen aangaande [benadeelde] en diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde] vals zijn en
- alle documenten en alle verwijzingen naar documenten die hij op Google+ heeft geplaatst betreffende [benadeelde] en diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde] en [pensioen B.V. van benadeelde] verwijdert.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 23, 24, 24c, 36f, 57, 262 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1:
belaging;
ten aanzien van feit 2:
laster;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een geldboete van
€ 7.500,-
(vijfenzeventighonderd euro);
bepaalt dat de geldboete bij gebreke van betaling en verhaal zal worden vervangen
door hechtenis voor de duur van 72 dagen;
bepaalt dat een gedeelte van die geldboete, groot
€ 5.000,-
(vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 60 dagen, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ter vaststelling van zijn identiteit gedurende de proeftijd medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- gedurende de proeftijd medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met [benadeelde], geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats benadeelde], woonachtig aan de [adres benadeelde] en diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde], eveneens woonachtig aan de [adres benadeelde];
- zich gedurende de proeftijd niet bevindt op het erf van de woning aan de [adres benadeelde], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd geen informatie en/of documenten en/of verwijzingen naar documenten en/of verwijzingen over/naar [benadeelde] en/of [naam echtgenote benadeelde] en/of [pensioen B.V. van benadeelde] plaatst op het internet;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [benadeelde] een bedrag van € 2.000,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2009 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag, groot
€ 2.000,-, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 6 augustus 2009 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van [benadeelde];
bepaalt dat in geval volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij af indien de verdachte vóór 1 april 2015:
- een rectificatie stuurt naar de politie (Eenheid Den Haag), de gemeente Wassenaar, de Kamer van Koophandel, de Belastingdienst en Kröller Assurantiën, waarin hij erkent dat de door hem gedane beschuldigingen aangaande [benadeelde] en diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde] vals zijn;
- alle documenten en alle verwijzingen naar documenten die hij op Google+ heeft geplaatst betreffende [benadeelde] en diens echtgenote [naam echtgenote benadeelde] en [pensioen B.V. van benadeelde] verwijdert.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.A. van Steen, voorzitter,
mr. S.M. Krans, rechter,
mr. M.M. Dolman, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. E.C. Bloem, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 maart 2015.
Mr. Dolman is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1571 2013010781, van de regiopolitie Haaglanden, bureau Wassenaar, met bijlagen (deels doorgenummerd p. 1 t/m 109 en deels ongenummerd, hierna: PV-I), het proces-verbaal met het nummer PL1571 2013010781-2, met bijlagen (doorgenummerd p. 155 t/m 167, hierna PV-II) en het proces-verbaal met het nummer PL1571 2013010781, met bijlagen (doorgenummerd p. 162 t/m 172, hierna PV-III).
2.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 20 t/m 24.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 maart 2013 (PV-I), p. 14 t/m 17.
4.Bijlage (B8) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 36.
5.Bijlage (B20) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 51.
6.Bijlage (B29) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 77.
7.Bijlage (B30) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 95.
8.Bijlage (B30B) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 80/81.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 maart 2013 (PV-I), p. 14 t/m 17.
10.Bijlagen (B16, B17 en B28) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 45.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 maart 2013 (PV-I), p, 16.
12.Bijlage (B25) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 56.
13.Bijlage (B27) bij het proces-verbaal van aangifte [benadeelde] d.d. 9 februari 2013 (PV-I), p. 59 t/m 63.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 april 2014 (PV-III), p. 167; een geschrift, te weten een document van [verdachte] (PV-III), p. 170 t/m 171.