Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 maart 2015 in de zaak tussen
[eiser], te [plaats], eiser
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- het exceptieve karakter van dit EU-voorschrift en de voorrang en de autonomie ervan ten opzichte van het nationaal recht miskent;
- in strijd met de verplichting tot loyale samenwerking voortvloeiende uit artikel 4, derde lid, van het Verdrag betreffende de EU afbreuk doet aan de effectieve, volle werking van deze bepaling en de ermee samenhangende voorschriften;
- de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU inzake vrij verkeer en sociale zekerheid miskent;
- in strijd handelt met zijn rechtsplicht tot EU-conforme uitleg en toepassing van het Nederlandse recht;
- in strijd handelt met EU-verdragsbeginselen inzake sociale zekerheid en met elementaire beginselen van het commune schadeverzekeringsrecht;
- met het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (het Protocol) onverenigbare lasten oplegt.
3. Wettelijk kader
Europees
3.10 Artikel 12, eerste alinea, van het Protocol bepaalt dat onder de voorwaarden en volgens de procedure welke bij Europese wet worden vastgesteld, de ambtenaren en de overige personeelsleden van de Unie onderworpen worden aan een belasting ten bate van de Unie op de door haar betaalde salarissen, lonen en emolumenten. Deze wet wordt vastgesteld na raadpleging van de betrokken instellingen.
4.8 Het beroep is ongegrond.