ECLI:NL:RBDHA:2015:2474

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 februari 2015
Publicatiedatum
10 maart 2015
Zaaknummer
C-09-468980 - FA RK 14-5059
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van overlijden van betrokkene na schipbreuk op de Noordzee

Op 23 februari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verklaring van overlijden van een betrokkene, die op de Noordzee is overleden. Het verzoekschrift was ingediend op 26 juni 2014 door de verzoekster, die tevens als gevolmachtigde van de erfgenamen van de heer [erflater] optrad. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder het verzoekschrift en correspondentie van de verzoekster. De betrokkene was werkzaam aan boord van een logger die tijdens een storm is vergaan. In de nacht van het ongeval zijn er vuurpijlen gezien, wat duidde op een schip in nood. Het lichaam van de betrokkene werd later aangetroffen op het strand van Castricum. De rechtbank heeft vastgesteld dat het overlijden van de betrokkene als zeker kan worden beschouwd, maar dat de akte van overlijden die in Castricum was opgemaakt, niet op naam van de betrokkene was afgegeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat de meest waarschijnlijke datum van overlijden [datum overlijden] is en dat de plaats van overlijden de Noordzee voor de kust van IJmuiden is. De rechtbank heeft het verzoek gegrond verklaard op basis van artikel 1:426 van het Burgerlijk Wetboek en heeft de verklaring van overlijden afgegeven.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 14-5059
Zaaknummer: C/09/468980
Datum beschikking: 23 februari 2015

Verklaring van overlijden

Beschikking op het op 26 juni 2014 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster],

verzoekster,
wonende te [woonplaats],
tevens handelend als gevolmachtigde van de erfgenamen van de heer [erflater] (hierna: erflater), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum overlijden] te [plaats overlijden],
advocaat: mr. E.H. de Milliano-Machielse te Katwijk.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief met bijlagen d.d. 4 november 2014 van de zijde van verzoekster;
- de brief met bijlagen d.d. 12 december 2014 van de zijde van verzoekster.

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank zal verklaren dat
[betrokkene], geboren op[geboortedatum] te [geboorteplaats], gewoond hebbende te [woonplaats], op [datum overlijden] op de Noordzee (voor de kust van IJmuiden) is overleden.

Feiten

  • Erflater zou als ab-intestaat erfgenaam hebben achtergelaten voornoemde [betrokkene] (hierna: betrokkene) indien hij ten tijde van het overlijden van erflater in leven zou zijn geweest.
  • Betrokkene is geboren op [geboortedatum] te[geboorteplaats].
  • Betrokkene was werkzaam aan boord van de logger [naam], welk schip in de nacht van [datum] op [datum] tijdens een storm is vergaan.
  • In die nacht zijn te IJmuiden in noordwestelijke richting vuurpijlen gezien als teken dat een schip in nood verkeerde. Op [datum] is het wrak op ongeveer 300 meter van de buitengaats voor de kust van IJmuiden liggende brulboei aangetroffen.
  • Het lichaam van betrokkene is op donderdag [datum] aangetroffen op het strand van de gemeente Castricum. Aanvankelijk was niet bekend wiens lichaam het betrof in verband waarmee te Castricum op [datum] een akte van overlijden van een onbekend persoon is opgemaakt.
  • Op deze akte is nadien de volgende aanvulling geplaatst: “Dit lijk herkend als te zijn van [betrokkene], geboren te[geboorteplaats], [geboortedatum], [naam]”.
  • Op zaterdag [datum] zijn familieleden van betrokkene naar Castricum gegaan alwaar zij hebben geconstateerd dat het lichaam van betrokkene was.
  • Op maandag [datum] is het lichaam van betrokkene naar [plaats] overgebracht alwaar het diezelfde dag is begraven op de Algemene Begraafplaats te[plaats].
  • Betrokkene had de Nederlandse nationaliteit en was laatstelijk woonachtig te [woonplaats].

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank is op grond van artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd van het voorliggende verzoek kennis te nemen en past bij gebrek aan nadere conflictregels het Nederlandse recht toe.
Inhoudelijke beoordeling
Het verzoek is gegrond op artikel 1:426 van het Burgerlijk Wetboek.
Gelet op de zich in het dossier bevindende stukken staat vast dat het overlijden van betrokkene als zeker kan worden beschouwd.
Nu de in Castricum opgestelde akte van overlijden niet op naam van betrokkene is afgegeven, kan deze akte niet beschouwd worden als een overlijdensakte als bedoeld in voornoemd artikel.
Gelet op zich in het dossier bevindende stukken is de rechtbank van oordeel dat [datum overlijden] als datum van overlijden van betrokkene het meest waarschijnlijk is. Nu in het dossier onvoldoende aanknopingspunten omtrent het precieze uur van overlijden van de betrokkene zijn te vinden, zal daaromtrent niet worden beslist. Omtrent de plaats van overlijden zal de rechtbank verklaren dat deze is gelegen op de Noordzee, voor de kust van IJmuiden, nu dit het meest waarschijnlijk is.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek als op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar is.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart dat op [datum overlijden] in de Noordzee voor de kust van IJmuiden, is overleden:
[betrokkene], geboren te [geboortedatum] te [geboorteplaats],
zoon van: [naam] en [naam],
gewoond hebbende te[woonplaats].
Deze beschikking is gegeven door mrs. J. Brandt , S.M. Westerhuis-Evers en M.P. Verloop, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2015.