4.2.Het beleid met betrekking tot de Regeling is neergelegd in paragraaf B9/6.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000) en luidt:
“De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verleent een vergunning aan de vreemdeling:
a. die jonger is dan 19 jaar op het moment van de aanvraag;
b. die zelf, dan wel ten behoeve van wie, ten minste vijf jaar voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft, dan wel is, ingediend bij de IND en na die aanvraag ten minste vijf jaar in Nederland heeft verbleven;
c. die zich gedurende de periode van verblijf in Nederland niet langer dan een aaneengesloten periode van drie maanden heeft onttrokken aan het toezicht van IND, Dienst Terugkeer &Vertrek (DT&V), Centraal Orgaan opvang Asiel (COA) of de Vreemdelingenpolitie (in het kader van de meldplicht), of in het geval van alleenstaande minderjarige vreemdelingen, van voogdijinstelling Nidos; én
d. die, voor zover van toepassing, vooraf schriftelijk heeft aangegeven dat hij zijn lopende procedures onvoorwaardelijk intrekt bij verblijfsverlening op grond van de regeling.”
In het beleid, zoals weergegeven in paragraaf B9/6.2 van de Vc 2000, is, voor zover thans van belang, als contra-indicatie opgenomen: “De IND verleent de vergunning niet als bij de hoofdpersoon of een gezinslid sprake is van de volgende contra-indicaties, zoals die ten tijde van de beoordeling van de aanvraag geconstateerd worden:
(…)
e. de vreemdeling heeft niet meegewerkt aan zijn vertrek.
(…)
Ad e.
De IND neemt aan dat de vreemdeling heeft meegewerkt aan zijn vertrek als hij aannemelijk maakt dat hij zich, met het oog op zijn vertrek, heeft gewend tot:
1. de vertegenwoordiging van de eigen autoriteiten of die van een ander land waartoe toegang kan worden verkregen;
2. de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en deze organisatie heeft aangegeven dat zij niet in staat is het vertrek te realiseren om redenen gelegen buiten de invloedssfeer van de vreemdeling; en
3. de DT&V ten behoeve van facilitering bij het verkrijgen van de vereiste (reis)documenten en deze dienst heeft aangegeven dat dit niet is geslaagd om redenen gelegen buiten de invloedssfeer van de vreemdeling.”
5. De voorzieningenrechter neemt spoedeisend belang aan nu verzoeker 1 ter zitting heeft verklaard thans door het ontbreken van rechtmatig verblijf op grond van zijn verblijfsprocedure belemmeringen te ondervinden bij het vervolgen van zijn reeds aangevangen opleiding.
6. Verweerder heeft de afwijzende besluiten gebaseerd op het door de DT&V ingevulde ‘informatieverzoek voor nadere bepaling criterium ‘meewerken aan terugkeer’ in verband met de definitieve regeling’ (hierna: ‘terugkeerinformatie’) van 23 oktober 2014. De DT&V heeft bezwaar geuit tegen het voornemen tot inwilliging van verblijf op grond van de Regeling, omdat verzoekers niet hebben meegewerkt aan terugkeer. Verzoekers zijn van de zestien geplande vertrekgesprekken op veertien gesprekken verschenen en tijdens deze gesprekken hebben verzoekers verklaard niet te willen en kunnen meewerken aan terugkeer. Verzoekers hebben geen contact gehad met het IOM. Verzoekers hebben meegewerkt aan de presentatie op 8 januari 2013 aan de vertegenwoordiging van de [nationaliteit] autoriteiten, waarbij de autoriteiten hebben aangegeven dat wegens het ontbreken van een verklaring van de [nationaliteit] autoriteiten over de echtheid van de aanwezige documenten, hij niet kan overgaan tot vaststelling van de nationaliteit van het gezin. Verzoekers hebben vanaf hun aankomst in Nederland op een COA locatie verbleven.
7. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder zich in de bestreden besluiten kunnen baseren op de terugkeerinformatie, nu dit zorgvuldig, inzichtelijk en concludent is. In de terugkeerinformatie van verzoekers is opgenomen wanneer de DT&V met verzoekers vertrekgesprekken heeft gevoerd, wat verzoekers daar hebben verklaard en welke andere vertrekhandelingen zijn ondernomen. Ter zitting heeft verweerder een uitdraai ingebracht van de inhoud van alle tegengeworpen vertrekgesprekken.