ECLI:NL:RBDHA:2015:223
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Behandeling van beklag ex artikel 552a Sv inzake inbeslagname van paspoort van minderjarige klaagster
In deze beschikking van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in strafzaken, wordt het beklag behandeld van een minderjarige klaagster die verzoekt om teruggave van haar in beslag genomen paspoort. Het paspoort was in beslag genomen op grond van vermoedens dat klaagster door haar familie zou worden uitgehuwelijkt en tegen haar zin naar Irak zou worden gestuurd. De officier van justitie concludeert in raadkamer tot niet-ontvankelijkverklaring van klaagster, omdat het oude paspoort inmiddels aan de gemeente Den Haag is teruggegeven en ongeldig is verklaard. De rechtbank stelt vast dat het klaagschrift tijdig is ingediend en dat de raadkamer bevoegd is tot afdoening van het beklag.
De rechtbank overweegt dat, hoewel er complexe problematiek speelt, het klaagschrift enkel betrekking heeft op de inbeslagname van het oude paspoort. De raadsman van klaagster verzoekt om teruggave van het paspoort en een uitspraak over de rechtmatigheid van de inbeslagname. De rechtbank concludeert dat het openbaar ministerie klaagster niet op de hoogte heeft gesteld van de teruggave aan de gemeente, wat in strijd is met de wet. Desondanks oordeelt de rechtbank dat de teruggave aan de gemeente, als eigenaar van het paspoort, redelijk en maatschappelijk verantwoord is. De rechtbank verklaart het beklag ongegrond, omdat de inbeslagname niet onrechtmatig was en er geen mogelijkheid is om de rechtmatigheid van de inbeslagname na teruggave te toetsen.
De beslissing van de rechtbank is genomen door mr. J.B. Wijnholt, rechter, in aanwezigheid van mr. W.G. Terwel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 13 januari 2015.