ECLI:NL:RBDHA:2015:2123
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot nieuw medisch onderzoek in kort geding tegen de Staat der Nederlanden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de Staat der Nederlanden. [eiser] vorderde een nieuw medisch onderzoek naar zijn detentiegeschiktheid, omdat hij van mening was dat hij detentieongeschikt was. De rechtbank heeft op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting geoordeeld dat [eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij detentieongeschikt is. De medisch adviseur van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) had eerder vastgesteld dat [eiser] detentiegeschikt was, mits hij op een geschikte afdeling met psychiatrische begeleiding werd geplaatst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een ander oordeel rechtvaardigen. De vordering van [eiser] is afgewezen, en hij is veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank heeft benadrukt dat de zorg en medicatie die [eiser] nodig heeft, ook in de penitentiaire inrichting kunnen worden geboden, en dat er geen beletselen zijn voor zijn detentie. De uitspraak is gedaan in het kader van civiel recht en betreft een kort geding.