ECLI:NL:RBDHA:2015:1755
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over minderjarigen door de rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 februari 2015 uitspraak gedaan over het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming om de moeder ontheffing te verlenen van het ouderlijk gezag over haar minderjarige kinderen. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft de zorg voor haar kinderen sinds 6 juni 2012, maar er zijn zorgen over haar geschiktheid om voor hen te zorgen. De Raad heeft geconstateerd dat de moeder niet in staat is om de basale verzorging en veiligheid voor de kinderen te bieden. Ondanks dat de moeder goede intenties heeft, blijkt zij onbetrouwbaar en niet in staat om afspraken na te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder onvoldoende heeft voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld voor een mogelijke terugplaatsing van de kinderen. De rechtbank oordeelt dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat een ontheffing van het gezag noodzakelijk is om hen de kans te geven een veilige hechtingsrelatie met de pleegouders te ontwikkelen. De rechtbank heeft de Jeugd- en Gezinsbeschermers benoemd tot voogdes over de minderjarigen en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.