ECLI:NL:RBDHA:2015:16405
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van het verzoek tot wraking van rechter in strafzaak
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 21 september 2015 het verzoek tot wraking van rechter Mr. E.C.M. Bouman afgewezen. Verzoeker, die betrokken was bij een strafzaak, stelde dat de rechter partijdig was omdat zij tijdens de inhoudelijke behandeling zou hebben gezegd dat na de behandeling de straf zou volgen. Zowel de officier van justitie, Mr. R. van Bokhoven, als de griffier, E.T. Rietbroek, konden zich deze uitlating echter niet herinneren. De wrakingskamer heeft op basis van de verklaringen en het proces-verbaal van de zitting van 13 juli 2015 geconcludeerd dat er geen bewijs was dat de rechter zich in de bedoelde zin had uitgelaten. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking niet aannemelijk was en heeft het verzoek afgewezen. De beslissing houdt in dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.