Uitspraak
WRAKINGSKAMER VAN DE RECHTBANK DEN HAAG
1.De voorgeschiedenis en het procesverloop
2.De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek
3.Het standpunt van verzoekster
4.Het standpunt van de rechter
5.De beoordeling
kanworden gevraagd naar een schriftelijke machtiging van de persoon die ter zitting verschijnt namens het bestuursorgaan en dat dit in de bestuursrechtelijke praktijk slechts gebeurt als de rechter daartoe aanleiding ziet. De beslissing van de rechter om niet naar een schriftelijke machtiging te vragen is procedureel van aard. Van bijzondere omstandigheden die deze beslissing onbegrijpelijk maken is niet gebleken.