ECLI:NL:RBDHA:2015:16393
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens nevenfunctie en eerdere werkrelatie
In deze zaak heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2015 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die betrokken was in een civiele procedure tegen de Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering (SRK). De verzoeker stelde dat de rechter, mr. S.J. Hoekstra-van Vliet, partijdig was vanwege haar eerdere werkrelatie met advocaten van SRK en haar nevenfunctie als voorzitter van de geschillencommissie van de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). De wrakingskamer heeft de argumenten van de verzoeker beoordeeld en geconcludeerd dat de enkele omstandigheid dat de rechter eerder bij Ekelmans & Meijer Advocaten heeft gewerkt, niet voldoende is om te concluderen dat er sprake is van vooringenomenheid. De rechter had geen actieve banden meer met het kantoor en er waren geen persoonlijke contacten met de betrokken advocaten. Daarnaast werd de nevenfunctie van de rechter als voorzitter van de geschillencommissie als verenigbaar met haar rol als onafhankelijk rechter beschouwd. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond en wees het wrakingsverzoek af. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.