ECLI:NL:RBDHA:2015:16288

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 februari 2015
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
09/827094-14
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderpornografisch materiaal met voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 16 februari 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte, geboren in 1977, had in de periode van 12 mei 2014 tot en met 29 juli 2014 twee kinderpornografische filmfragmenten in zijn bezit gehad. Deze fragmenten werden aangetroffen op zijn mobiele telefoon, die op 21 juli 2014 in beslag was genomen. De rechtbank oordeelde dat de beelden, waarin meisjes van vermoedelijke leeftijd 5-10 jaar in seksuele poses werden afgebeeld, als kinderpornografisch moesten worden gekwalificeerd. De verdediging betwistte de kwalificatie van de beelden, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het in bezit hebben van deze beelden, wat in strijd is met artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank overwoog dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat hij onder toezicht van de reclassering stond. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 28 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank volgde deze eis, maar hield rekening met de beperkte omvang van het aangetroffen materiaal en de omstandigheden van de verdachte. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 30 dagen, waarvan 28 dagen voorwaardelijk, en verlengde de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf. Tevens werd de in beslag genomen mobiele telefoon verbeurd verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/827094-14 en 09/852104-13 (tul)
Datum uitspraak: 16 februari 2015
Tegenspraak
(Promis vonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1977 te [geboorteplaats] ,
[adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 2 februari 2015.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D.J. de Jong en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. R.H. Dormeier, advocaat te Leiden, en door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 12 mei 2014 tot en met 29 juli 2014 te Noordwijkerhout, in elk geval in Nederland,
één of meermalen (telkens) een of meer afbeelding(en), te weten twee films op/middels een gegevensdrager, te weten een telefoon, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het poseren door een op een dekbed liggend meisje (vermoedelijke leeftijd 5-9 jaar) dat een wit doek draagt. Met de camera wordt ingezoomd op haar borsten. Het witte doek is daar dan nat en doorschijnend waardoor haar borsten te zien zijn. Er wordt vervolgens zeer dichtbij ingezoomd op haar vagina, het witte doek is daar ook nat, waardoor door de stof heen beide schaamlippen van dit meisje te zien zijn. Dan komt er een beeld van dit meisje haar onderlijf waarbij de borsten en de vagina te zien zijn, door de witte natte stof heen. Het meisje ligt er bij met haar handen in haar nek en lacht er bij. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd en/of
- het poseren door een meisje (vermoedelijke leeftijd 7-10 jaar) dat op haar zij ligt en in de camera kijkt. Ze draagt een doorschijnend lichtblauw BH-tje en een lichtblauw onderbroekje. Met de camera wordt ingezoomd op de vagina en door de doorschijnende stof heen zijn beide schaamlippen te zien. Het meisje wrijft met haar rechter hand over haar rechter lies. Vervolgens wordt ingezoomd op een borst. Hierna gooit het meisje zichzelf nat met een bakje water/vocht. Het meisje ligt op haar buik en er wordt ingezoomd op haar billen, die door de natte stof te zien zijn. Daarna zit het meisje op haar handen en knieën, vanachteren wordt er met de camera gefilmd. Door de natte stof van haar onderbroekje zijn haar schaamlippen te zien. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)

3.Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie

3.1
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging.
Hij heeft daartoe aangevoerd:
a. Het openbaar ministerie mist vervolgingsrecht, nu de op de mobiele telefoon van verdachte aangetroffen filmpjes in strijd met de vertrouwelijkheid zijn verkregen als gevolg van disfunctioneren van de behandelaar van verdachte bij de reclassering.
Verdachte is reeds bij vonnis van 28 augustus 2013 veroordeeld voor het in bezit hebben van afbeeldingen en filmfragmenten van seksuele gedragingen, die grotendeels overeenstemmen met wat thans bij dagvaarding wordt gesteld. Nu verdachte voor hetzelfde feit tweemaal wordt vervolgd, dient het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging te worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verweren van de raadsman dienen te worden verworpen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ad a: mobiele telefoon met filmpjes in strijd met vertrouwelijkheid verkregen?
Het onderzoek in deze zaak tegen de verdachte is gestart na een melding van de begeleider dan wel behandelaar van de verdachte bij de reclassering aan de Officier van Justitie. De melding hield in dat verdachte, terwijl hij onder toezicht van de reclassering stond naar aanleiding van zijn eerdere veroordeling ter zake van onder andere het in bezit hebben van kinder- en dierenporno, zich wellicht wederom heeft bezig gehouden met dierenporno [2] .
Wat er ook van zij van de stelling dat door aldus te handelen sprake was van schending van het vertrouwen door en het disfunctioneren van de behandelaar dan wel begeleider van de verdachte bij de reclassering, kan dit naar het oordeel van de rechtbank niet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, omdat niet is gebleken dat met opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Ad b: schending van het ne bis in idem beginsel?
Verdachte is bij vonnis van 28 augustus 2013 veroordeeld voor – onder andere – het op 4 mei 2013 te Valkenburg, gemeente Katwijk in zijn bezit hebben van diverse kinderpornografische afbeeldingen en filmfragmenten. [3] Verdachte wordt er thans van verdacht dat hij in de periode van 12 mei 2014 tot en met 29 juli 2014 te Noordwijkerhout twee kinderpornografische filmfragmenten in zijn bezit heeft gehad.
De filmpjes waarvan het bezit verdachte in deze procedure wordt verweten, maakten geen deel uit van de filmfragmenten waarvoor verdachte op 28 augustus 2013 is veroordeeld, zodat geen sprake is van schending van het ne bis in idem beginsel.
Het openbaar ministerie is mitsdien ontvankelijk in de vervolging.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
De vraag die de rechtbank ter beantwoording voorligt, is of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in zijn bezit hebben van twee filmfragmenten, bevattende kinderpornografisch materiaal.
3.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen geacht.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betwist dat de filmfragmenten als kinderpornografisch materiaal gekwalificeerd kunnen worden. Naar zijn mening kunnen de filmfragmenten slechts als erotiserend worden gekwalificeerd aangezien de meisjes in de filmfragmenten alleen staan afgebeeld en er geen sprake is van het plegen van (ernstige) seksuele, dan wel ontuchtige handelingen door een ander met deze meisjes.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
Op 21 juli 2014 werd in de woning van verdachte te Noordwijkerhout zijn mobiele telefoon in beslag genomen. [4]
Op de geheugenkaart van deze telefoon in de map “downloads” werden twee filmfragmenten aangetroffen met de navolgende inhoud. [5]
  • Een meisje ligt op een dekbed. Zij is vermoedelijk tussen de 5 en 9 jaar oud. Zij draagt een witte doek. Met de camera wordt ingezoomd op haar borsten. Het witte doek is daar dan nat en doorschijnend waardoor haar borsten te zien zijn. Er wordt vervolgens zeer dichtbij ingezoomd op haar vagina, het witte doek is daar ook nat, waardoor door de stof heen beide schaamlippen van dit meisje te zien zijn. Dan komt er een beeld van dit meisje haar onderlijf waarbij de borsten en de vagina te zien zijn, door de witte natte stof heen. Het meisje ligt er bij met haar handen in haar nek en lacht er bij. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd.
  • Een meisje, vermoedelijk tussen de 7 en 10 jaar oud, ligt op haar zij en kijkt in de camera. Ze draagt een doorschijnend lichtblauw BH-tje en een lichtblauw onderbroekje. Met de camera wordt ingezoomd op de vagina en door de doorschijnende stof heen zijn beide schaamlippen te zien. Het meisje wrijft met haar rechter hand over haar rechter lies. Vervolgens wordt ingezoomd op een borst. Hierna gooit het meisje zichzelf nat met een bakje water/vocht. Het meisje ligt op haar buik en er wordt ingezoomd op haar billen, die door de natte stof te zien zijn. Daarna zit het meisje op haar handen en knieën, vanachteren wordt er met de camera gefilmd. Door de natte stof van haar onderbroekje zijn haar schaamlippen te zien. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd
De raadsman heeft, ook nadat ter zitting afbeeldingen uit het filmfragment door zowel de raadsman als de rechtbank zijn bekeken, zijn betwisting dat de hierboven omschreven filmfragmenten als kinderpornografisch kunnen worden aangemerkt, gehandhaafd.
De rechtbank overweegt met betrekking tot deze twee filmfragmenten dat de poses van de meisjes, de door hen gedragen kleding op deze filmfragmenten en de wijze waarop op de geslachtsdelen wordt ingezoomd, duidelijk seksueel getint zijn, terwijl de afgebeelde gedragingen niet passen bij de jonge leeftijd van de afgebeelde meisjes. De rechtbank kan niet anders concluderen dan dat deze filmfragmenten de bedoeling hebben om seksuele prikkelingen op te wekken. De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat deze filmfragmenten als kinderpornografisch moeten worden aangemerkt. Het feit dat er geen sprake is van twee deelnemers of het verrichten van (ernstige) seksuele, dan wel ontuchtige handelingen met de meisjes, maakt dit niet anders. Dit is namelijk ook niet vereist om de filmfragmenten als kinderpornografisch te kunnen kwalificeren. [6]
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Verdachte heeft verklaard dat hij als enige persoon gebruik maakte van zijn mobiele telefoon. Ook heeft hij verklaard dat hij in de maanden voordat zijn mobiele telefoon door de politie in beslag werd genomen, een aantal keren kinderporno op zijn mobiele telefoon heeft bekeken. Hij heeft gezocht naar “non nude models” en kreeg voornamelijk aangeklede meisjes tussen de 6 à 7 jaar en 14 jaar te zien. [7]
De rechtbank acht op grond van vorenstaande bewijsmiddelen het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat:
hij op 21 juli 2014 te Noordwijkerhout afbeeldingen, te weten twee films op een gegevensdrager, te weten een telefoon, in bezit
heeftgehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het poseren door een op een dekbed liggend meisje, vermoedelijke leeftijd 5-9 jaar, dat een wit doek draagt. Met de camera wordt ingezoomd op haar borsten. Het witte doek is daar dan nat en doorschijnend waardoor haar borsten te zien zijn. Er wordt vervolgens zeer dichtbij ingezoomd op haar vagina, het witte doek is daar ook nat, waardoor door de stof heen beide schaamlippen van dit meisje te zien zijn. Dan komt er een beeld van dit meisje haar onderlijf waarbij de borsten en de vagina te zien zijn, door de witte natte stof heen. Het meisje ligt er bij met haar handen in haar nek en lacht er bij. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd en
- het poseren door een meisje, vermoedelijke leeftijd 7-10 jaar, dat op haar zij ligt en in de camera kijkt. Ze draagt een doorschijnend lichtblauw BH-tje en een lichtblauw onderbroekje. Met de camera wordt ingezoomd op de vagina en door de doorschijnende stof heen zijn beide schaamlippen te zien. Het meisje wrijft met haar rechter hand over haar rechter lies. Vervolgens wordt ingezoomd op een borst. Hierna gooit het meisje zichzelf nat met een bakje water/vocht. Het meisje ligt op haar buik en er wordt ingezoomd op haar billen, die door de natte stof te zien zijn. Daarna zit het meisje op haar handen en knieën, vanachteren wordt er met de camera gefilmd. Door de natte stof van haar onderbroekje zijn haar schaamlippen te zien. Wat opvalt in dit filmpje is dat dit meisje poseert en een onnatuurlijke houding aanneemt, dit met betrekking tot haar leeftijd
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.
6. De strafoplegging
6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 28 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van twee kinderpornografische filmfragmenten.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij door het downloaden van deze films heeft bijgedragen aan de instandhouding en de bevordering van de markt van kinderpornografie. Bij de vervaardiging van dit soort materiaal worden kinderen en vrouwen seksueel misbruikt. Bij kinderpornografie worden kinderen vaak gedwongen seksuele handelingen te verrichten waar zij zowel fysiek als geestelijk nog niet aan toe zijn. Het is bekend dat dit bij deze kinderen diepe sporen nalaat en tot grote psychische problemen leidt. Voorts blijven de afbeeldingen van de kinderen, door het beschikbaar stellen via het internet en het downloaden ervan, circuleren en is definitieve verwijdering nagenoeg onmogelijk. Dat verdachte hieraan heeft bijgedragen, rekent de rechtbank hem aan.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een ernstig feit, hetgeen dan ook scherpe afkeuring verdient en in beginsel streng bestraft dient te worden. De rechtbank neemt bij het bepalen van de strafmaat in aanmerking dat het aantal aangetroffen kinderpornografisch materiaal, in vergelijking met andere zaken, in omvang zeer beperkt is, en dat de inhoud daarvan relatief als minder ernstig kan worden gekwalificeerd. In de aangetroffen filmfragmenten staan immers weliswaar twee meisjes afgebeeld die seksuele poses aannemen, waarbij op hun geslachtsdelen wordt ingezoomd, maar er is geen sprake van ernstigere seksuele, of ontuchtige handelingen, zoals penetratie.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 6 januari 2015, waaruit blijkt dat verdachte eerder veroordeeld is geweest voor soortgelijke feiten. Bovendien liep hij in een proeftijd.
Ten slotte neemt de rechtbank in het voordeel van de verdachte in aanmerking dat hij zelf bij de reclassering heeft gemeld dat hij een terugval heeft gehad en zelf hulp heeft gezocht.
Al met al acht de rechtbank de door de officier van justitie geëiste straf passend en geboden.

7.De vordering tenuitvoerlegging

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de proeftijd wordt verlengd met één jaar.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen met betrekking tot de vordering tot tenuitvoerlegging.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft acht geslagen op een voortgangsverslag toezicht van de stichting Reclassering Nederland d.d. 29 januari 2015. De rapporteur ziet, ondanks de recidive, toch mogelijkheden om verdachte verder te begeleiden. Verdachte is ook gemotiveerd om mee te werken aan begeleiding door de reclassering en een behandeling bij De Waag.
De rapporteur adviseert om de proeftijd te verlengen en de vordering tot tenuitvoerlegging niet toe te wijzen, aangezien verdachte dan zijn huisvestiging en werk kan verliezen en de aandacht van behandeling verlegd wordt naar het zoeken van nieuwe huisvesting en werk.
De rechtbank acht gelet hierop termen aanwezig voor verlenging van de proeftijd van het voorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf, waartoe verdachte werd veroordeeld bij onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank d.d. 28 augustus 2013.

8.De inbeslaggenomen goederen

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage A aan dit vonnis is gehecht) genoemde mobiele telefoon van het merk Sony zal worden verbeurdverklaard.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen opmerkingen met betrekking tot de inbeslaggenomen goederen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst genoemde telefoon van het merk Sony verbeurdverklaren. Dit voorwerp is voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien dit voorwerp aan verdachte toebehoort en met behulp van dit voorwerp het bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 14f, 33, 33a en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10. De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
30 (DERTIG) DAGEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
28 (ACHTENTWINTIG) DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op
2 (TWEE) JARENvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
heft op het opgeschorte bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
verlengt de proeftijd van de bij vonnis van deze rechtbank d.d. 28 augustus 2013, gewezen onder parketnummer 09/852104-13, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf met
één jaar;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst genoemde mobiele telefoon van het merk Sony.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.P. Verbeek, voorzitter,
mr. A.P. Pereira Horta, rechter,
mr. R.G.C. Veneman, rechter,
in tegenwoordigheid van W.H. Ng, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 februari 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2014160640, van de politie eenheid Den Haag, met bijlagen (doorgenummerd blz. 1 t/m 38).
2.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 26.
3.Een geschrift, te weten een kopie van een mededeling voorwaardelijke veroordeling met het parketnummer 09/852104-13.
4.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 20.
5.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 24 en 25.
6.Zie o.a. HR 1990, NJ 1991/312
7.Proces-verbaal verhoor verdachte, blz. 35 en 36.