ECLI:NL:RBDHA:2015:16033
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete; gebruik van auto tijdens schorsing
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 oktober 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Belastingdienst/Centrale Administratie over een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een daarbij opgelegde verzuimboete. Eiseres, houder van een auto met een geschorst kenteken, heeft bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd over de periode van 3 december 2013 tot en met 2 december 2014. De naheffingsaanslag was gebaseerd op de constatering dat de auto op 22 september 2014 om 10.17 uur op de openbare weg was gebruikt, terwijl het kentekenbewijs geschorst was van 10 oktober 2013 tot en met 2 oktober 2014.
Tijdens de zitting op 13 oktober 2015 is eiseres niet verschenen, ondanks dat zij tijdig was uitgenodigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de uitnodiging op de juiste wijze was verzonden en dat eiseres op de hoogte was van de zitting. De rechtbank heeft vervolgens de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Verweerder heeft met een controlefoto aangetoond dat de auto zich tijdens de schorsing op de openbare weg bevond, wat de basis vormde voor de naheffingsaanslag.
De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht waren opgelegd. Eiseres had geen overtuigend bewijs geleverd voor haar stelling dat er met haar auto op het betreffende tijdstip niet was gereden. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde verzuimboete passend was en noodzakelijk voor normhandhaving. Uiteindelijk werd het beroep van eiseres ongegrond verklaard, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter S.E. Postema, in aanwezigheid van griffier A.M. van Duijvendijk.