ECLI:NL:RBDHA:2015:15617

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 december 2015
Publicatiedatum
20 januari 2016
Zaaknummer
09/837143-15
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een Roemeense vrouw voor deelname aan een criminele organisatie en winkeldiefstallen in Nederland

Op 22 december 2015 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen een Roemeense vrouw, die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het in vereniging plegen van winkeldiefstallen. De rechtbank oordeelde dat de vrouw, samen met anderen, in de periode van 16 tot en met 19 februari 2015, meerdere winkeldiefstallen had gepleegd in verschillende steden in Nederland, waaronder Purmerend, Hoorn, Assen en Almelo. De diefstallen betroffen voornamelijk kostbare goederen zoals merkkleding, parfums en elektrisch gereedschap, waarbij gebruik werd gemaakt van geprepareerde tassen en intensief telefonisch contact tussen de deelnemers. De rechtbank concludeerde dat de vrouw een ondergeschikte, uitvoerende rol had binnen de criminele organisatie, die zich richtte op het plegen van misdrijven en het witwassen van gestolen goederen. De rechtbank legde een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De rechtbank benadrukte dat deze vorm van criminaliteit, ook wel mobiel banditisme genoemd, een ernstige impact heeft op de samenleving en de betrokken winkelketens.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/837143-15
Datum uitspraak: 22 december 2015
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Utrecht, locatie Nieuwersluis.
De terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 22 september 2015 (pro forma),
30 november 2015 (inhoudelijk) en 15 december 2015 (sluiting).
De verdachte, bijgestaan door haar raadsvrouw mr. S. Wortel, advocaat te Utrecht, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. H. Mol heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde en gevorderd dat de verdachte te dier zake wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht,
Voorts heeft de officier van justitie ter terechtzitting van 30 november 2015 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 16 t/m 19 februari 2015 te Purmerend en/of Hoorn en/of Assen en/of Beverwijk en/of Apeldoorn en/of Deventer en/of Almelo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
op 16 februari 2015 (ZD Zestien Twee)
- een of meerdere kra(a)n(en) en/of meerdere andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan de Praxis en/of
- electrisch gereedschap en/of meerdere andere goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan de Gamma en/of
op 17 februari 2015 (ZD Zeventien Twee)
- meerdere goederen (waaronder meerdere sjaals en/of portemonnees), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan de V&D en/of
- meerdere parfums, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Douglas en/of
op 18 februari 2015(ZD Achttien Twee)
- een camerasysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Gamma en/of
- meerdere polo's en/of een trainingspak, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[betrokkene 1] en/of
- een sjaal en/of meerdere blouses en/of meerdere jurken en/of een trui en/of meerdere t-shirts en/of
meerdere schoudertassen en/of meerdere portemonnees en/of meerdere lederen jassen, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de V&D en/of
- meerdere portemonnees en/of een schoudertas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of
- meerdere parfums, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Douglas en/of
op 19 februari 2015(ZD Negentien Twee)
- meerdere parfums, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Douglas en/of een
of meer onbekend gebleven parfumerie(ën)/drogisterij(en) en/of
- meerdere kledingstukken, (waaronder meerdere polo's), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [betrokkene 2] en/of aan [slachtoffer 1] en/of een of meer onbekend gebleven
kledingwinkel(s),
in elk geval (telkens) goederen toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
2.
zij in of omstreeks de periode van 28 oktober 2014 t/m 31 maart 2015 te Alkmaar en/of Schoorl en/of Egmond aan den Hoef en/of Egmond aan Zee en/of Purmerend en/of Hoorn en/of Assen en/of Beverwijk en/of Apeldoorn en/of Deventer en/of Almelo en/of Hoofddorp en/of Helmond en/of Schijndel en/of Son en Breugel en/of Veghel, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een
organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten o.a. verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2 ] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van diefstallen en/of het witwassen van gestolen goederen.
De geldigheid van de dagvaarding
Ter terechtzitting van 30 november 2015 heeft de rechtbank de partiële nietigheid van de dagvaarding uitgesproken ten aanzien van feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, tweede gedachtestreepje, voor zover het de zinsnede “en/of een of meer onbekend gebleven kledingwinkel(s)” betreft.
De raadsvrouw van de verdachte heeft het preliminair gevoerde verweer met betrekking tot de geldigheid van de dagvaarding herhaald ten aanzien van feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, eerste gedachtestreepje, de zinsnede “een of meer onbekend gebleven parfumerie(ën)/drogisterij(en)”.
De rechtbank overweegt dat in de tenlastelegging onder meer als pleegplaatsen Apeldoorn, Deventer en Almelo zijn opgenomen, welke plaatsen worden genoemd in het betreffende zaaksdossier. Voorts bevindt zich in dit dossier een aangifte van de Douglas Apeldoorn, zodat duidelijk is dat met “Douglas” in hetzelfde gedachtestreepje de Douglas in Apeldoorn wordt bedoeld. Daarnaast volgt uit het dossier dat er meerdere parfums in een auto zijn aangetroffen, waaronder parfums waarvan de Douglas in Apeldoorn geen aangifte heeft gedaan. Tegen die achtergrond is voldoende duidelijk dat de verdachte tevens diefstal van parfums uit andere parfumerieën/drogisterijen in genoemde pleegplaatsen wordt verweten.
Ook overigens acht de rechtbank de tenlastelegging voldoende duidelijk en specifiek, zodat er geen aanleiding bestaat de dagvaarding, al dan niet partieel, nietig te verklaren.
Vrijspraak
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd:
  • onder feit 1, zaaksdossier Zeventien Twee, tweede gedachtestreepje;
  • onder feit 1, zaaksdossier Achttien Twee, de gedachtestreepjes 2 tot en met 5;
- onder feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, eerste gedachtestreepje voor zover betrekking hebbend op “een of meer onbekend gebleven parfumerie(ën)/drogisterij(en)”;
- onder feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, tweede gedachtestreepje voor zover betrekking hebbend op “ [slachtoffer 1] ”.
Ten eerste is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat de intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte bij de diefstallen zoals ten laste gelegd onder feit 1, zaaksdossier Achttien Twee, de gedachtestreepjes 2 tot en met 5 (respectievelijk [betrokkene 1] te Hoorn, V&D te Hoorn en/of Purmerend, [slachtoffer 2] te Hoorn en Douglas te Hoorn) en feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, tweede gedachtestreepje ( [slachtoffer 1] te Deventer) van voldoende gewicht is geweest om haar als medepleger aan te merken.
Ten tweede is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs is ten aanzien van de volgende onderdelen:
  • feit 1, zaaksdossier Zeventien Twee, tweede gedachtestreepje (Douglas Assen): voor dit onderdeel bevat het dossier niet meer bewijs dan een tapgesprek tussen de medeverdachten [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] ;
  • feit 1, zaaksdossier Negentien Twee, eerste gedachtestreepje (een of meer onbekend gebleven parfumerie(ën)/drogisterij(en) te Apeldoorn, Deventer en/of Almelo): uit het dossier kan niet worden afgeleid wie in welke plaats welke goederen heeft weggenomen, laat staan welke rol de verdachte daarbij heeft gehad.
Van al deze onderdelen van de tenlastelegging zal de verdachte daarom worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
Een overzicht van de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
In het overzicht heeft de rechtbank de bewijsmiddelen per datum/zaaksdossier en per gedachtestreepje uitgesplitst. Omwille van de overzichtelijkheid is telkens per onderdeel eerst de betreffende bewezenverklaring vermeld.
Bij dit alles is de volgorde van de tenlastelegging aangehouden.
De bewezenverklaring
Op grond van de bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat de verdachte de bij dagvaarding tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat zij:
1.
- op 16 februari 2015 te Hoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kranen en andere goederen, toebehorende aan de Praxis, en
- op 16 februari 2015 te Purmerend tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen ele
ktrisch gereedschap en andere goederen, toebehorende aan de Gamma, en
- op 17 februari 2015 te Assen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sjaals en portemonnees, toebehorende aan de V&D, en
- op 18 februari 2015 te Hoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een camerasysteem, toebehorende aan de Gamma, en
-op 19 februari 2015 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen parfums, toebehorende aan de Douglas, en
- op 19 februari 2015 te Almelo tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen polo's, toebehorende aan [betrokkene 2] ;
2.
- in de periode van
9 februari 2015 t/m 23 februari 2015in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten o.a. verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte 3] en andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van diefstallen en het witwassen van gestolen goederen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Ook heeft de rechtbank de bewezenverklaring omwille van de leesbaarheid per gedachtestreepje uitgesplitst. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
Nadere bewijsoverwegingen
Ten aanzien van feit 1
Zaaksdossier Zestien Twee, eerste gedachtestreepje (Praxis te Hoorn)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachten [medeverdachte 1] (NN4), [medeverdachte 3] en [verdachte] (NN5) gezamenlijk in een auto bij de Praxis zijn aangekomen. [medeverdachte 3] gaat als eerste de Praxis binnen, [verdachte] en [medeverdachte 1] volgen later. Er is onderling telefonisch contact. [medeverdachte 3] stopt iets in de tas van [verdachte] die vervolgens met een gevulde zwarte schoudertas de winkel verlaat. [medeverdachte 1] verlaat de winkel met een rugzak op zijn rug, vlucht weg omdat hij is betrapt, en ontdoet zich op enig moment van de rugzak. Vervolgens is er weer telefonisch contact tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] en tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . Dit laatste gesprek gaat over het afsluiten van de auto. De rechtbank is van oordeel dat de handelingen van [verdachte] voor, tijdens en na de diefstal van de goederen duiden op een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten en dat zij derhalve als medepleger van dit feit kan worden aangemerkt.
Zaaksdossier Achttien Twee, eerste gedachtestreepje (Gamma te Hoorn)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2 ] (hierna: [medeverdachte 2 ] ) gezamenlijk in een auto op een parkeerterrein nabij de Gamma zijn aangekomen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] gaan de Gamma binnen. Om 11.55 uur verlaat [medeverdachte 2 ] de Gamma en stapt in de auto bij [medeverdachte 1] . Vervolgens gaat [verdachte] , na een telefoontje van [medeverdachte 3] , de Gamma in. [medeverdachte 3] belt om 12.04 uur op het toestel van [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2 ] omdat zij kennelijk haar eigen telefoon niet opneemt. Hij vertelt haar dat hij een camera heeft weggenomen. Vervolgens belt [medeverdachte 3] een minuut later naar [verdachte] en zegt haar waar hij zich in de Gamma bevindt. Enkele minuten later verlaten [verdachte] en [medeverdachte 3] na elkaar de winkel en stappen zij in de auto.
Op grond van deze feiten, in onderling verband en samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2 ] sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het plegen van een diefstal bij de Gamma, zodat zij met betrekking tot deze diefstal allen als medepleger kunnen worden aangemerkt.
Zaaksdossier Negentien Twee, eerste en tweede gedachtestreepje (Douglas te Apeldoorn en [betrokkene 2] te Almelo)
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte [medeverdachte 3] omstreeks 12.40 uur in de Douglas Apeldoorn parfums heeft weggenomen. Er is aangifte gedaan, [medeverdachte 3] is op een still van de camerabeelden herkend en hij deelt [medeverdachte 2 ] om 12.44 uur telefonisch mede dat hij de Douglas heeft gedaan en meerdere Hugo Boss van 100 ml heeft weggenomen.
Uit de camerabeelden volgt dat [medeverdachte 3] samen met een vrouw met een jas met een bontkraag in de Douglas is geweest.
Uit telecomgegevens blijkt dat [medeverdachte 3] die dag in gezelschap is geweest van [medeverdachte 2 ] en [verdachte] .
Omstreeks 15.30 uur vindt een diefstal van polo’s plaats bij [betrokkene 2] te Almelo. Een man, met het signalement van [medeverdachte 3] , en een vrouw, met een doorgestikte jas met bontkraag, verlaten snel de winkel als de verkoopster in hun richting loopt. De verkoopster gaat achter de daders aan. In het telefoongesprek van 15.22 uur tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2 ] zegt [medeverdachte 1] dat “zij” achter “hun” aangingen, dat [medeverdachte 3] aan het rennen is en dat [medeverdachte 2 ] in de auto moet blijven.
De rechtbank leidt uit het vorenstaande af dat het [verdachte] moet zijn geweest die samen met [medeverdachte 3] de diefstallen bij de Douglas en bij [betrokkene 2] heeft gepleegd zodat zij beiden met betrekking tot deze diefstal als medepleger worden aangemerkt.
Ten aanzien van feit 2
Algemeen
Een criminele organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht is een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen ten minste twee personen. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat men moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen bijvoorbeeld zijn gemeenschappelijke regels, een bepaalde gezamenlijke werkwijze, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een taakverdeling en een bepaalde hiërarchie.
De organisatie dient het plegen van misdrijven tot oogmerk te hebben. Voor het bewijs van het oogmerk kan betekenis toekomen aan misdrijven die in het kader van de organisatie reeds zijn gepleegd, aan het meer duurzame of gestructureerde karakter van de samenwerking en aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Er is sprake van deelnemen aan een organisatie als bedoeld in artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht indien de verdachte behoort tot de organisatie en een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt, gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het in dat artikel bedoelde oogmerk, te weten: het plegen van misdrijven. Hij dient in dat verband in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet is vereist dat de deelnemer enige vorm van opzet heeft gehad op de door de organisatie beoogde concrete misdrijven, aan enig concreet misdrijf heeft deelgenomen of van enig concreet misdrijf wetenschap heeft gehad.
Met betrekking tot deze zaak
De in de bijlage aangehaalde bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan de bewezenverklaarde diefstallen (zaaksdossiers Zestien Twee, Zeventien Twee, Achttien Twee en Negentien Twee), alsmede de in de bijlage aangehaalde bewijsmiddelen ten aanzien van de zaaksdossiers 140 V.I. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] , alsmede het persoonsdossier [medeverdachte 2 ] en het zaaksdossier Goedkope Lucht, leveren naar het oordeel van de rechtbank het wettig en overtuigend bewijs dat de winkeldiefstallen en de verkoop van de gestolen goederen zijn gepleegd in het kader van een criminele organisatie en dat de verdachte daarin een uitvoerende rol had. De rechtbank overweegt daartoe nader als volgt.
De verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2 ] , [verdachte] en [medeverdachte 1] gingen in de maanden februari en maart 2015 bijna dagelijks in een groepje op pad, in wisselende samenstellingen en door heel Nederland. Er werd in die periode gebruik gemaakt van verschillende auto’s, steeds bestuurd door [medeverdachte 1] . Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4] ), een zus van [medeverdachte 2 ] , soms tegelijkertijd zelfstandig in andere plaatsen winkeldiefstallen ging plegen.
Eenmaal aangekomen bezochten de verdachten hoofdzakelijk winkels waar waardevolle goederen, zoals dure parfums, merkkleding en elektrische gereedschappen konden worden weggenomen. Verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2 ] , [verdachte] en [medeverdachte 1] voerden onderling intensief telefonisch overleg over de winkelkeuze, de gewenste spullen, waar de spullen zich in de winkel bevonden, wie deze feitelijk moest wegnemen en of er toezicht was door winkelpersoneel of met camera’s. In die contacten kregen [verdachte] en [medeverdachte 1] van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] opdrachten. De winkels werden individueel of gezamenlijk binnengegaan. In het laatste geval vervulde de één een verkennende, faciliterende en controlerende rol en had de ander een uitvoerende taak door de goederen feitelijk uit de winkel weg te nemen. Bij de diefstallen werd gebruik gemaakt van geprepareerde tassen om te voorkomen dat bij het verlaten van de winkels het alarm afging. Na afloop werd per telefoon gesproken over de buit en overleg gevoerd over het lossen van de gestolen goederen bij de auto waar [medeverdachte 1] op de uitkijk stond. Ook was er telefonisch contact met [medeverdachte 4] over de vorderingen die zij maakte. Op dagen dat [medeverdachte 3] niet meeging op pad, bijvoorbeeld omdat hij in het casino zat, werd hij door [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte 1] geïnformeerd over de voortgang.
Over het algemeen bleef het niet bij één winkeldiefstal op een dag, maar kwamen dezelfde dag meerdere winkels in verschillende plaatsen in het vizier. Uit observaties en tapgesprekken volgt dat het handelen van de verdachten intensief en planmatig was. Het plegen van winkeldiefstallen werd door hen als ‘werk’ gezien, door [medeverdachte 2 ] zelfs als ‘leuk’ werk. In door [medeverdachte 3] gevoerde tapgesprekken van 14 en 20 februari 2015 valt op dat hij een zeer calculerende houding had ten aanzien van de strafbedreiging wanneer ze zouden worden betrapt en aangehouden. Ook werd gesproken over de inzet van nieuwe mensen die winkeldiefstallen zouden moeten plegen. Voorts werd op bestelling gestolen en werden contacten onderhouden over de afzet van de spullen in Nederland (onder meer aan Afghaanse mannen) en Roemenië.
Uit niets is gebleken dat de verdachten legale bronnen van inkomsten in Nederland hadden of dat zij hier een ander doel hadden dan het plegen van winkeldiefstallen.
De rechtbank concludeert uit de bewijsmiddelen dat in de bewezenverklaarde periode sprake was van een duurzaam samenwerkingsverband tussen de verdachten, met een duidelijke structuur en een min of meer vaste werkwijze, waarbij dagelijks overleg werd gevoerd en gezamenlijke besluitvorming plaatsvond. Uit de bewijsmiddelen rijst het beeld van een goed geoliede machine die – als het gaat om de verdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2 ] , [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 1] – in elk geval al op poten stond begin februari 2015, toen het politieonderzoek “Lepelaar” gericht op deze groep geïntensiveerd werd door het uitluisteren van telefoongesprekken en het verrichten van observaties. Het oogmerk van deze organisatie was onmiskenbaar het plegen van diefstallen door het hele land, doorgaans op de hiervoor beschreven werkwijze, en het verkopen van de daarmee verkregen goederen in Nederland en Roemenië (witwassen). De organisatie kende een duidelijke taakverdeling en hiërarchie: [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] gingen zelf op dievenpad maar voerden ook de regie over [verdachte] en [medeverdachte 1] die van hen instructies ontvingen. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] hadden dus een leidende rol, [verdachte] en [medeverdachte 1] een uitvoerende. In de 15 dagen dat zij blijkens het dossier met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte 1] optrok, pleegde [verdachte] in opdracht van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] winkeldiefstallen. Ook [medeverdachte 1] heeft zich meer dan eens zelf schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, maar fungeerde hoofdzakelijk als vaste chauffeur, uitkijkpost en bewaker van de gestolen spullen. [medeverdachte 4] had méér dan alleen een uitvoerende rol. Ook zij pleegde winkeldiefstallen in overleg met [medeverdachte 2 ] , maar zij had daarnaast de belangrijke taak om, in nauw overleg met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2 ] , contacten te onderhouden met afnemers in Nederland en Roemenië. Voor zover zij die taak op afstand vanuit Roemenië uitvoerde, neemt dit niet weg dat zij daarmee feitelijk werkte voor de organisatie die in Nederland actief was, en dat het effect van haar handelen zich in Nederland deed gevoelen. Nederland kan daarom ook ten aanzien van deze contacten van [medeverdachte 4] (mede) als pleegplaats worden aangemerkt.
De rechtbank acht daarmee de onder feit 2 tenlastegelegde deelneming aan een criminele organisatie wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de rechtbank de bewezenverklaarde periode in het geval van verdachte zal beperken tot het tijdvak van 9 februari 2015 tot en met 23 februari 2015. Voor zover het bewijsmiddelenoverzicht in de bijlage betrekking heeft op een ruimere periode, geldt dat dit overzicht in zoverre ziet op het bestaan van de gehele criminele organisatie. De deelneming van verdachte hieraan is echter, zoals gezegd, beperkt geweest tot eerdergenoemd tijdvak in februari 2015.
Opmerking verdient nog dat de weergave van de bewijsmiddelen in de bijlage is beperkt tot een selectie aan tapgesprekken in de periode van 9 februari 2015 tot en met 23 februari 2015, maar dat uit de overige tapgesprekken uit die periode geen ander beeld naar voren komt.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Zestien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2; zaaksdossier Achttien Twee, eerste gedachtestreepje; zaaksdossier Negentien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Zeventien Twee, eerste gedachtestreepje):
diefstal;
ten aanzien van feit 2:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
De strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is eveneens strafbaar omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.
De strafoplegging
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
De verdachte heeft zich samen met anderen in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan het plegen van een groot aantal winkeldiefstallen. Kennisneming van het volledige dossier maakt duidelijk dat het om ware strooptochten ging waarbij goed georganiseerd aan de lopende band diefstallen van waardevolle goederen, zoals parfums, merkkleding en gereedschappen, werden gepleegd. Over hoe de groep te werk ging en hoe de onderlinge verhoudingen daarbij waren, heeft de rechtbank reeds in de nadere bewijsoverwegingen stilgestaan.
Door deze diefstallen is enorme schade toegebracht aan de desbetreffende winkelketens en daarmee indirect ook aan de consument die uiteindelijk, door middel van doorberekening van de schade in de prijzen, de rekening betaalt.
Voorts rekent de rechtbank het de verdachte aan dat zij naar Nederland is gekomen met kennelijk als enige doel om hier diefstallen te plegen.
Het moge duidelijk zijn dat deze vorm van criminaliteit het niveau van een serie eenvoudige winkeldiefstallen verre overstijgt hetgeen in de strafmaat tot uitdrukking zal worden gebracht. Qua ernst zijn deze diefstallen – in termen van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting – meer vergelijkbaar met een inbraak in een bedrijfspand. Bovendien gaat het om winkeldiefstallen gepleegd binnen het kader van een criminele organisatie, welke vorm van criminaliteit een sterk maatschappij-ontwrichtende werking heeft. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat alleen een vrijheidsbenemende straf van enige duur in aanmerking komt, waarbij de normbevestigende werking van de straf voorop staat. Bij het bepalen van de duur houdt de rechtbank rekening met de ondergeschikte, uitvoerende rol van de verdachte in de criminele organisatie, de relatief korte periode dat zij hiervan deel heeft uitgemaakt en de omstandigheid dat zij niet eerder voor dergelijke feiten is veroordeeld.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden passend en geboden.
De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
57, 140, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
De beslissing
De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de volgende onder 1 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij:
  • zaaksdossier Zeventien Twee, tweede gedachtestreepje;
  • zaaksdossier Achttien Twee, de gedachtestreepjes 2 tot en met 5;
  • zaaksdossier Negentien Twee, eerste gedachtestreepje voor zover betrekking hebbend op “een of meer onbekend gebleven parfumerie(ën)/drogisterij(en)”;
  • zaaksdossier Negentien Twee, tweede gedachtestreepje voor zover betrekking hebbend op “ [slachtoffer 1] ”;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de volgende onder 1 ten laste gelegde feiten heeft begaan:
  • zaaksdossier Zestien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2;
  • zaaksdossier Zeventien Twee, eerste gedachtestreepje;
  • zaaksdossier Achttien Twee, eerste gedachtestreepje;
  • zaaksdossier Negentien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit heeft begaan;
verklaart dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Zestien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2; zaaksdossier Achttien Twee, eerste gedachtestreepje; zaaksdossier Negentien Twee, de gedachtestreepjes 1 en 2:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Zeventien Twee, eerste gedachtestreepje):
diefstal;
ten aanzien van feit 2:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
verklaart het bewezenverklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 12 (TWAALF) MAANDEN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.J. Schiffers-Hanssen, voorzitter,
mr. M.L. Harmsen, rechter,
mr. M.L. Ruiter, rechter,
in tegenwoordigheid van W.M.W. van Nuss, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 december 2015.
Mr. Harmsen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage bij vonnis van [verdachte] d.d. 22 december 2015.
GEBEZIGDE BEWIJSMIDDELEN
Ten aanzien van feit 1
Zaaksdossier Zestien Twee, eerste gedachtestreepje
Bewezenverklaard is dat de verdachte:
- op 16 februari 2015 te Hoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kranen en andere goederen, toebehorende aan de Praxis.
Bewijsmiddelen:
1.
Het proces-verbaal van verhoor aangevervan de politie Eenheid Den Haag, [nummer] , d.d. 26 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op 26 februari 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [verbalisant] ( [nummer] , ZD/Zestien Twee/blz. 38-39):
U zegt mij dat er op maandag 16 februari 2015 omstreeks 15:30-16:00 uur uit het filiaal Praxis te Hoorn goederen zijn weggenomen.
U vertelt mij dat er door de man die achterna gerend is een rugtas in de bosjes zou zijn gegooid en dat er in die rugtas onder andere twee kranen zaten die vermoedelijk uit onze bouwmarkt afkomstig zijn.
Volgens ons systeem missen wij twee Grohe kranen, type Precision Trend 15 cm, voorzien van [barcode] .
U zegt mij dat die gegevens overeenkomen met de gegevens van de kranen die u in bezit heeft.
De kranen hebben een verkoopwaarde van 179 euro per stuk.
U zegt mij dat er vermoedelijk nog meer goederen uit ons filiaal zijn weggenomen die dag.
Ik heb niemand toestemming gegeven voor het wegnemen van goederen uit onze bouwmarkt.
2.
Het proces-verbaal van observerenmaandag 16 februari 2015 van de politie Eenheid Den Haag, [nummer] , d.d. 20 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaren ( [nummer] , ZD/Zestien Twee/blz. 61-62):
15.33 uur
De Renault wordt geparkeerd op het parkeerterrein van de Kwantum, gevestigd [adres] te Hoorn. [medeverdachte 3] en NN5 stappen uit. NN5 draagt de zwarte schoudertas over haar schouder. [medeverdachte 3] gaat de Praxis, gevestigd [adres] , binnen. NN5 blijft voor de Praxis staan. ( [nummer] , [nummer] )
15.43 uur
[medeverdachte 3] maakt gebruik van een mobiele telefoon. ( [nummer] )
15.44 uur
NN4 stapt uit en doet de grijze rugzak op zijn rug. NN4 gaat de Praxis binnen.
( [nummer] en [nummer] )
15.44 uur
[medeverdachte 3] stopt iets in de schoudertas van NN5. ( [nummer] )
15.45 uur
NN5 verlaat de Praxis met de gevulde zwarte schoudertas. ( [nummer] )
15.47 uur
NN5 stapt met de schoudertas in de Renault. ( [nummer] )
15.48 uur
NN4 verlaat de Praxis met de grijze rugzak op zijn rug. Kort daarop verlaten een tweetal vrouwen de Praxis gekleed in bedrijfskleding van de Praxis. NN4 kijkt in de richting van deze vrouwen en rent weg in de richting van de Provincialeweg te Hoorn. ( [nummer] )
15.51 uur
NN4 loopt over de [adres] te Hoorn in de richting van de [adres] te Hoorn met de grijze rugzak op zijn rug. ( [nummer] )
15.54 uur
NN4 loopt over de [adres] te Hoorn, ongeveer 30 meter voor de [adres] te Hoorn. NN4 draagt de grijze rugzak niet meer bij zich. ( [nummer] )
15.58 uur
NN4 loopt de begraafplaats gelegen aan de [adres] te Hoorn op. NN4 gaat op een muurtje zitten en maakt gebruik van een mobiele telefoon. ( [nummer] )
16.00 uur
NN4 staat op en loopt de begraafplaats af. ( [nummer] )
16.03 uur
NN4 neemt plaats in een bushokje op de [adres] te Hoorn en maakt gebruik van een mobiele telefoon. ( [nummer] en [nummer] )
16.11 uur
[medeverdachte 3] en NN5 lopen over de [adres] te Hoorn. ( [nummer] )
16.13 uur
[medeverdachte 3] maakt gebruik van een mobiele telefoon. ( [nummer] )
16.17 uur
[medeverdachte 3] en NN5 kijken rond nabij de slootkant van de [adres] te Hoorn. ( [nummer] en [nummer] )

3.

Geschriften, te weten uitgewerkte tapgesprekken.
Gesprek op 16 februari 2015, 15.39 uur, sessieno. 483 (ZD/Zestien Twee/blz. 87):
[medeverdachte 3] ) [verdachte]
[medeverdachte 3] : Ben je binnen gekomen?
[verdachte] : Ik ben al binnen. Ik ben bij de stelling die voor jou is. Ik ben daar waar de schroeven zijn.
[medeverdachte 3] : Waar ben je nou? Ik kan je verdorie niet zien. Kom dan naast mij.
Gesprek op 16 februari 2015, 15.44 uur, sessieno. 484 (ZD/Zestien Twee/blz. 88):
[medeverdachte 3] [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] : Kom ook naar Praxis, [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] : Goed.
Gesprek op 16 februari 2015, 15.51 uur, sessieno. 486 (ZD/Zestien Twee/blz. 89):
[medeverdachte 3] [verdachte]
: Wat moet ik doen? Blijf ik in de auto of ga ik weg?
[medeverdachte 3] : Ga uitstappen.
[verdachte] : Zonder tas?
[medeverdachte 3] : Zonder tas. Hup.
Gesprek op 16 februari 2015, 15.57 uur, sessieno. 491 (ZD/Zestien Twee/blz. 91-92):
[medeverdachte 3] [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] : Wat doe je/hoe gaat het, [medeverdachte 1] ?
[medeverdachte 1] (hijgt): Ben je ontsnapt, joh?
[medeverdachte 3] : Ja joh, waarom nam hij/zij jou?
[medeverdachte 1] (hijgt): Hij/zij kwam achter mij aan en achter hem/haar kwamen er nog twee of drie naar buiten.
[medeverdachte 3] : Klonk het.
[medeverdachte 1] : Nee.
[medeverdachte 3] : Klonk het niet?
[medeverdachte 1] : Nee, het klonk echt niet.
[medeverdachte 3] : Ben je gek [Meen je dat nou]?
[medeverdachte 1] : [Ik zweer het] op het meest dierbare.
[medeverdachte 3] : Maar hoe dan...
[medeverdachte 1] : ... ntv kwam naar buiten en maakte een handgebaar: Kom hierheen. Ik zeg: I don’t understand... (hijg).
[medeverdachte 3] : Verdomme man, bij mij was er niets aan de hand...
[medeverdachte 1] : Wat?
[medeverdachte 3] : Ik zeg: Met mij hadden ze geen enkel probleem.
[medeverdachte 1] (hij): Ik denk dat ze zagen dat hij te vol was.
[medeverdachte 3] : Ik geloof het niet [medeverdachte 1] , ik weet het niet. Maar nadat je naar buiten was gegaan of toen je op het punt stond naar buiten te gaan?
[medeverdachte 1] : Ja, precies nadat ik naar buiten ging. Nadat ik naar buiten ging kwam zij ook.
[medeverdachte 3] : hm. Klote. Verdomme.
[medeverdachte 1] : Ik heb dat [ding] achter gelaten, ben nu te voet, denk je dat dat wat geeft?
[medeverdachte 3] : Wat?
[medeverdachte 1] : Ik heb dat ding achtergelaten.
[medeverdachte 3] : Waar heb je hem gelaten?
[medeverdachte 1] : Bij wat bosjes, aan de oever van een rivier. Denk je dat ik hem te voet zo kan ophalen?
[medeverdachte 3] : Ik weet het niet, kijk waar je gaat.
[medeverdachte 1] : Want ik ben in het midden van ntv.
[medeverdachte 3] : Ntv.. Kijk hoe je tussen de huizen gaat. En dan morgen.. Maak je niet druk.
[medeverdachte 1] : Oke.
[medeverdachte 3] : De sleutel van de auto, waar is die?
[medeverdachte 1] : De sleutel zit in het contact of onder de stoel.
[medeverdachte 3] : Hm. Kom, laat ik [verdachte] bellen dat ze moet uitstappen en de sleutel van de auto aan me geven.
[medeverdachte 1] : (Hijg)
[medeverdachte 3] : Oke, zaadbal, let op wat je doet. Loop niet verder meer. Hup.
Gesprek op 16 februari 2015, 15.59 uur, sessieno. 492 (ZD/Zestien Twee/blz. 93):
[medeverdachte 3] [verdachte]
: Ja, [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : [verdachte] , ga uit de auto stappen.
[verdachte] : Ik ben al weg van de auto.
[medeverdachte 3] : Ga naar de auto en neem de sleutel uit contact en sluit de auto.
[verdachte] : Moet ik naar de auto gaan om de sleutel te pakken?
[medeverdachte 3] : Als de sleutel niet in het contact is.
[verdachte] : Nee, de sleutel is in het contact, ik heb de sleutel daar gezien.
[medeverdachte 3] : Ga de sleutel nemen en ga de auto sluiten, je moet op ”die” drukken.
[verdachte] : Goed.
Zaaksdossier Zestien Twee, tweede gedachtestreepje
Bewezenverklaard is dat de verdachte:
- op 16 februari 2015 te Purmerend tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen elektrisch gereedschap en andere goederen, toebehorende aan de Gamma.
Bewijsmiddelen:
1.
Het proces-verbaal van verhoor aangevervan de politie Eenheid Den Haag, [nummer] , d.d. 23 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op 20 februari 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [verbalisant] (AH-300, ZD/Zestien Twee/blz. 43-44):
Bij deze doe ik aangifte van diefstal uit de bouwmarkt Gamma, gevestigd [adres] te Purmerend, waarvan ik bedrijfsleider ben. Ik ben derhalve gemachtigd voor het doen van aangifte. U zegt mij dat er uit onderzoek is gebleken dat op 16 februari jl. goederen zijn
weggenomen uit dit filiaal. U vertelt mij dat er personen zijn aangehouden en dat er een
mogelijkheid bestaat dat de goederen die bij de aangehouden personen zijn aangetroffen afkomstig zijn uit dit filiaal. U vertelt mij dat de diefstallen tussen 14:45 en 15:30 uur zouden moeten hebben plaatsgevonden. Wij bekijken nu samen de beelden.
In genoemd tijdsbestek zien wij op 16 februari jl. onder andere drie personen op de beelden, die volgens u de diefstallen hebben gepleegd.
Samen met u heb ik op de beelden gezien dat twee mannen en een vrouw de winkel binnen komen. Van de drie personen kwamen een man en een vrouw de winkel binnen met een grote “dunne” (rug-)tas. Deze man en vrouw verlieten enkele minuten later, met een “dikke”/volle (rug)tas via de kassa’s, zonder af te rekenen de winkel.
Ik heb niemand toestemming gegeven voor het plegen van dit feit.
2.
Het proces-verbaal van bevindingenvan de politie Eenheid Den Haag, [nummer] , d.d. 23 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar ten aanzien van camerabeelden van Gamma Purmerend op 16 februari 2015 (AH-301, ZD/Zestien Twee/blz. 49-51):
Door mij, verbalisant, werd aan de hand van de politiefoto en de camerabeelden van genoemde bouwmarkt de verdachte [medeverdachte 3] herkend.
werkelijke tijd
14:41 [medeverdachte 3] loopt de Gamma binnen.
14:47 Nnvrouw loopt de Gamma binnen met een “dunne” tas.
14:57 [de rechtbank begrijpt: 14:48] [medeverdachte 3] vult zijn winkelmandje. Te zien is dat [medeverdachte 3] goederen uit het rek in zijn mandje legt.
14:52 Nnvrouw verlaat, tussen de kassa’s door, de Gamma. De tas van de Nnvrouw is nu vierkant (vol).
14:54 Nnman loopt de Gamma binnen met op zijn rug een “dunne” rugtas.
14:54 [medeverdachte 3] heeft zijn telefoon in zijn hand. Hij draagt een leeg winkelmandje.
14:58 Nnman loopt via de kassa’s de Gamma uit met een goedgevulde rugtas.
14:58 [medeverdachte 3] zet een leeg winkelmandje bij de kassa neer. Loopt nog even heen en weer en verlaat de Gamma.
3.
Het proces-verbaal van bevindingenaanvulling camerabeelden 16/2/2015 van de politie Eenheid Den Haag, nr. 808, d.d. 14 april 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar ten aanzien van camerabeelden van Gamma Purmerend op 16 februari 2015 (AH-473, blz. 109):
In aanvulling op de eerdere herkenning van [medeverdachte 3] op de beelden werden door mij verbalisant ook de andere twee personen herkend.
De in het eerdere proces-verbaal van 23 februari 2015 aangeduide Nnman met grijze rugtas werd door mij herkend als [medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum] .
De in het eerdere proces-verbaal van 23 februari 2015 aangeduide Nnvrouw werd door mij herkend als [verdachte] , geboren [geboortedatum] .
4.
Het proces-verbaal van observerenmaandag 16 februari 2015 van de politie Eenheid Den Haag, [nummer] , d.d. 20 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaren (AH-321, ZD/Zestien Twee/blz. 60-61):
14.39 uur
De Renault wordt geparkeerd op het parkeerterrein van Keukenkampioen, gevestigd [adres] te Purmerend. [medeverdachte 3] stapt uit en gaat de Gamma, gevestigd [adres] , binnen. NN4 stapt uit met een grote grijze rugzak op zijn rug. NN5 stapt uit met de grote zwarte schoudertas om haar schouder. NN4 en NN5 blijven wachten op het parkeerterrein van de Gamma. ( [nummer] , [nummer] en [nummer] )
14.44 uur
NN5 maakt gebruik van een mobiele telefoon. Kort hierna gaat NN5 de Gamma binnen en loopt NN4 terug richting de Renault. (H111)
[medeverdachte 3] heeft een aantal niet nader omschreven doosjes in een winkelmandje gedaan. In een gangpad waar geen andere klanten of personeelsleden van de Gamma aanwezig zijn, maakt [medeverdachte 3] contact met NN5. ( [nummer] )
14.47 uur
NN4 stapt in de Renault. (H163)
NN5 stopt meerdere goederen in haar schoudertas. Het mandje van [medeverdachte 3] is leeg. [medeverdachte 3] en NN5 gaan uit elkaar. [medeverdachte 3] blijft in de Gamma rondlopen. ( [nummer] )
14.50 uur
NN5 maakt gebruik van een mobiele telefoon. ( [nummer] )
14.52 uur
NN5 verlaat de Gamma. ( [nummer] )
14.52 uur
NN4 stapt uit de Renault en NN5 stapt in de Renault. ( [nummer] )
[medeverdachte 3] staat in het gangpad bij het elektrische gereedschap en pakt in ieder geval één doos uit het schap en legt deze in zijn winkelmandje. ( [nummer] )
14.53 uur
NN4 gaat met de grijze rugzak de Gamma binnen. ( [nummer] )
In een gangpad waar geen andere klanten of personeelsleden van de Gamma aanwezig zijn, maakt [medeverdachte 3] contact met NN4. [medeverdachte 3] haalt de doos uit het winkelmandje en stopt deze samen met NN4 in de rugzak welke NN4 bij zich heeft. De rugzak wordt dichtgeritst waarna [medeverdachte 3] en NN4 uit elkaar gaan. Het winkelmandje van [medeverdachte 3] is leeg. NN4 verlaat met de rugzak op zijn rug zonder af te rekenen bij de kassa de Gamma. ( [nummer] )
14.58 uur
[medeverdachte 3] en NN4 met de grijze rugzak op zijn rug verlaten de Gamma. ( [nummer] )
14.59 uur
[medeverdachte 3] stapt als bijrijder en NN4 als bestuurder in de Renault, waarna deze vertrekt. ( [nummer] )
5.
Geschriften, te weten uitgewerkte tapgesprekken
Gesprek op 16 februari 2015, 14.45 uur, sessieno. 476 (ZD/Zestien Twee/blz. 84):
[medeverdachte 3] [verdachte]
: Hoor je me?
[medeverdachte 3] : Eh... wacht even.., kom maar naast de winkel...
[verdachte] : Moet ik nu vlakbij de winkel komen?
[medeverdachte 3] : Ja, kom de winkel binnen?
[verdachte] : Moet ik ook naar binnen gaan?
[medeverdachte 3] : Ja.
[verdachte] : Oke. Welke kant moet ik op gaan?
[medeverdachte 3] : Je gaat rechtsaf.
[verdachte] : Oke, hup, ik kom.
Gesprek op 16 februari 2015, 14.52 uur, sessieno. 479 (ZD/Zestien Twee/blz. 85):
[medeverdachte 3] [medeverdachte 1]
: Ja.
[medeverdachte 3] : Kom [medeverdachte 1] , kom naar binnen met de rugzak... en je gaat naar rechts langs de deuren, als je binnen bent ga je rechts langs de deuren..
Zaaksdossier Zeventien Twee, eerste gedachtestreepje
Bewezenverklaard is dat de verdachte:
- op 17 februari 2015 te Assen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sjaals en portemonnees, toebehorende aan de V&D.
Bewijsmiddelen:
1.
Het proces-verbaal van aangiftevan de politie Eenheid Noord-Nederland, [nummer] , d.d. 17 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op
17 februari 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [slachtoffer 3] (AH-422, blz. 48-49):
Ik ben als bedrijfsleider werkzaam bij V&D in Assen en in deze hoedanigheid ben ik
bevoegd tot het doen van aangifte.
Op dinsdag 17 februari 2014 was ik aan het werk.
Medewerkers hadden een dame staande gehouden buiten de winkel. De medewerkers waren door klanten geattendeerd op het feit dat deze mevrouw allerlei goederen vanuit de winkel in haar handtas stopte. Toen zij door het detectiepoortje ging, ging het alarm af.
De medewerkers hebben haar aangesproken en meegenomen naar het kantoortje in afwachting van de politie.
In haar handtas zaten de volgende goederen:
vier (4) portemonnees van het merk Desigual à € 59,00 per stuk,
twee (2) portemonnees van het merk Desigual à € 59,00 per stuk,
vier (4) portemonnees van het merk Desigual à € 34,00 per stuk,
twee (2) portemonnees van het merk Desigual à € 88,00 per stuk,
twee (2) sjaals van het merk Desiqual à € 34,00 per stuk,
één (1) sjaal van het merk Desiqual à € 29,00 per stuk.
Deze dame had voor een totaalbedrag van € 675,00 aan goederen bij ons weggenomen.
De handtas die ze bij zich had bleek een geprepareerde handtas te zijn.
2.
Het proces-verbaal van verhoor verdachtevan de politie Eenheid Noord-Nederland, [nummer] , d.d. 17 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op
17 februari 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [verdachte] (AH-422, blz. 61):
Ik heb bij V&D drie sjaals en meerdere portemonnees gestolen.
Zaaksdossier Achttien Twee, eerste gedachtestreepje
Bewezenverklaard is dat de verdachte:
- op 18 februari 2015 te Hoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een camerasysteem, toebehorende aan de Gamma.
Bewijsmiddelen:

1.

Geschriften, te weten uitgewerkte tapgesprekken
Gesprek op 18 februari 2015, 12.01 uur, sessieno. 629 (ZD/Achttien Twee/blz. 87):
[medeverdachte 3] bun nnvrouw5653.
Nnvrouw: Ja, [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : Kom naar de Gamma.
Nnvrouw: Moet ik naar de Gamma komen?
[medeverdachte 3] : Aha.
Nnvrouw: Goed.
Gesprek op 18 februari 2015, 12.04 uur, sessieno. 632 (ZD/Achttien Twee/blz. 88):
[medeverdachte 3] bun nnvrouw4962.
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 1] ..
Nnvrouw: Ja, [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : Waar heb je je telefoon?
NNvrouw: In mijn zak maar ik voelde die niet.
[medeverdachte 3] : Hoezo...die lag in de auto.
Nnvrouw: Nee..[zweert op moeder] als die in de auto lag...neem je zo’n camera?
[medeverdachte 3] : Zeven…hoeveel?.. hoeveel heb je nodig?...7?
Nnvrouw: Ja, 7....;
[medeverdachte 3] : Ik heb er één weggehaald. ..goed...
Gesprek op 18 februari 2015, 12.05 uur, sessieno. 633 (ZD/Achttien Twee/blz. 89):
[medeverdachte 3] (sh) bun nnvrouw 5653.
Nnvrouw vraagt waar hij is. [medeverdachte 3] zegt, links.
2.
Het proces-verbaal van observerenwoensdag 18 februari 2015 van de politie Eenheid Den Haag, nr. 004.F-2015, d.d. 20 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaren (AH-347, ZD/Achttien Twee/blz. 77-78):
11.15
uur
De Renault verlaat Recreatiepark De Woudehoeve te Egmond aan den Hoef. In de Renault zitten [medeverdachte 3] , een man die herkend wordt als NN4 van proces verbaal met nummer 004.C-2015, hierna te noemen NN1, en 2 vrouwen. (H122 en H148)
11.38
uur
De Renault wordt geparkeerd op de [adres] te Hoorn ter hoogte van de Media Markt. [medeverdachte 3] stapt uit met een vrouw, gekleed in een groene jas met een grote zwarte tas om haar schouders, hierna te noemen NN2.
[medeverdachte 3] en NN2 gaan vervolgens de bouwmarkt Gamma binnen, gevestigd [adres] (H122 en H148)
11.55uur
NN2 verlaat de Gamma en loopt weg in de richting van de Renault. Uit de Renault stapt een vrouw die herkend wordt als NN5 van proces-verbaal met nummer 004.C-2015, hierna te noemen NN3. NN3 loopt ook met een grote zwarte tas om haar schouders in de richting van de Gamma.
NN2 stapt in de Renault en NN3 gaat de Gamma binnen. (H122 en H148)
12.09
uur
NN3 verlaat de Gamma en loopt weg in de richting van de Renault. Kort hierop verlaat ook [medeverdachte 3] de Gamma en loopt weg in de richting van de Renault.
[medeverdachte 3] en NN3 stappen in de Renault waarna deze vertrekt. (H122 en H148).
3.
Het proces-verbaal identiteit NN personen observatie 18/2/2015van de politie Eenheid Den Haag, nr. 813, d.d. 15 april 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar ( [nummer] , blz. 126-127):
Op 18 februari 2015 tussen 11.00 uur en 15.31 uur werden er observatiewerkzaamheden verricht welke werden omschreven in het proces-verbaal met nummer 004.F-2015.
In dit proces-verbaal werd gesproken over een aantal NN personen.
Op basis van de in het proces-verbaal gegeven signalementen, gemaakte video-opname en/of verwijzingen/herkenning van personen in eerdere observaties werd door mij verbalisant een inventarisatie gemaakt van deze NN-personen en hierbij hun identiteit gezocht.
NN1 = [medeverdachte 1] geboren [geboortedatum]
Verwijzing van observatieteam naar eerdere observatie d.d. 16 februari en de herkenning hierbij van [medeverdachte 1] bij de diefstal Gamma te Purmerend.
NN2 = [medeverdachte 2 ] geboren [geboortedatum]
Door het observatieteam werden video-opnames gemaakt van deze persoon. Ik herkende op deze opnames de vrouw als zijnde [medeverdachte 2 ] geboren [geboortedatum] .
NN3 = [verdachte] geboren [geboortedatum]
Verwijzing van observatieteam naar eerdere observatie d.d. 16 februari en de herkenning hierbij van [verdachte] bij de diefstal Gamma te Purmerend.
Zaaksdossier Negentien Twee, eerste en tweede gedachtestreepje
Bewezenverklaard is dat de verdachte:
-op 19 februari 2015 te Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen parfums, toebehorende aan de Douglas, en
- op 19 februari 2015 te Almelo tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen polo's, toebehorende aan [betrokkene 2] .
Bewijsmiddelen:
1.
Het proces-verbaal van verhoor aangevervan de politie Eenheid Den Haag, nr. 633, d.d.
10 maart 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op 10 maart 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [slachtoffer 4] (AH-343, ZD/Negentien Twee/blz. 120-121):
Ik ben als assistent-filiaalmanager van Douglas Nederland BV te Apeldoorn gerechtigd tot het doen van aangifte.
De weggenomen goederen behoren Douglas in eigendom toe en niemand heeft toestemming
gegeven om deze goederen weg te nemen. Nadat ik door u gebeld ben en door u op de hoogte was gesteld dat er mogelijk in ons filiaal goederen waren weggenomen op donderdag 19 februari 2015, ben ik de opgenomen videobeelden terug gaan kijken. Op deze beelden zag ik dat een man en een vrouw op donderdag 19 februari 2015 omstreeks 12.41/46 uur de winkel binnen kwamen. Ik zag op enig moment ook op de beelden dat de man en de vrouw hand in hand liepen, dus kennelijk hoorden deze bij elkaar. De vrouw was zogenaamd heel geïnteresseerd in de producten en ze hebben een tijdje buiten bij onze bollen gestaan zodat de man alles goed kon observeren in de winkel. Ze zijn in de gaten gehouden maar zodra alle collega’s bezig waren bukt de man en stopt diverse geuren in de tas van de vrouw (deze blijft staan en kijkt rond). Zodra er een collega komt aanlopen praten ze met elkaar en lopen ze samen de winkel uit zonder dat het alarmpoortje afgaat. Op de beelden zag ik ook dat ze diverse geuren in een tas stopten waarna ze de winkel zonder te betalen hebben verlaten.
Ik heb in de computervoorraad gekeken en ik zag daarbij dat ik in ieder geval de volgende
goederen miste:
-Alien 30 ml 4x;
-Dolce 50ml 3x;
-Hugo X 100ml 25x;
-Si 100ml 1x.
2.
Het proces-verbaal van aangiftevan de politie Eenheid Oost-Nederland, nr. PL0600-2015086875-1, d.d. 19 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als de op 19 februari 2015 tegenover deze opsporingsambtenaar afgelegde verklaring van [slachtoffer 5] (AH-297, ZD/Negentien Twee/blz. 91-92):
Ik doe aangifte van diefstal.
Op donderdag 19 februari 2015 was ik aan het werk in winkel [betrokkene 2] aan de
[adres] te Almelo. Hier ben ik werkzaam als assistent-winkelmanager.
Omstreeks 15.30 uur kwamen voor mij twee onbekende personen de winkel binnen. Deze
personen waren een man en een vrouw.
De vrouw kan ik als volgt omschrijven:
—ong. 30-40 jaar oud;
—licht getinte huidskleur;
—verzorgd uiterlijk;
—lang zwartkleurig haar;
—zwart jack;
—lichtgekleurde spijkerbroek;
—doorgestikte jas met bontkraag;
—zwarte schoudertas.
De man kan ik als volgt omschrijven:
—ong. 30-40 jaar;
—licht getinte huidskleur;
—verzorgd uiterlijk;
—lichte stoppelbaard;
—zwarte haarkleur;
—zwart jack;
—spijkerbroek;
—donkere schoenen.
Op het moment dat deze onbekende personen binnenkwamen stond ik samen met nog een
klant in de winkel. Ik stond samen met deze klant rechts voorin de winkel bij de broekenafdeling. De voor mij onbekende man en vrouw liepen door naar de McGregor stelling ter hoogte van de pashokjes. Toen ik met de klant naar de pashokjes liep om kleding te passen liepen de onbekende man en vrouw plotseling richting de in- en uitgang van de winkel. Hierop gingen ze links voorin de winkel staan in een uithoek van de winkel waar de nieuwe McGregor polo’s zich bevinden. Deze polo’s lagen er eerder nog want deze had ik pas nieuw binnengekregen en behoren tot de nieuwe collectie. De polo’s lagen in twee stapels naast elkaar opgestapeld. Een stapel in de kleur wit en de andere stapel met groene polo’s. Hierop kon ik de man en vrouw niet meer zien omdat ze achter het muurtje gingen staan.
Omdat ik het niet vertrouwde dat ik de man en vrouw niet kon zien, ben ik in hun richting gelopen. Daar aangekomen schrokken de man en vrouw zichtbaar van mijn plotselinge verschijning. Dit merkte aan de houding van beide personen. Ook zag ik dat de vrouw rood werd in het gezicht. Daarop liepen beide personen direct de winkel uit. Ik zag meteen dat de polo’s van Gaastra ontbraken omdat deze duidelijk zichtbaar opgestapeld op het rek lagen. Op dat moment besefte ik dat de personen de polo’s meegenomen hadden. Dit wist ik zeker want ik had de polo’s niet verkocht. De polo’s die ontbraken kan ik als volgt omschrijven:
—groene Gaastra polo’s maat XL en XXL prijs € 59,95 euro per stuk;
—witte Gaastra polo’s maten M en L prijs € 69,95 euro per stuk.
Vervolgens ben ik achter de man en vrouw aangelopen richting [adres] . Ondertussen
heb ik 112 gebeld en de diefstal doorgegeven. De man en vrouw zag ik voor het laatst
bij [juwelier] aan de [adres] . Ik ben daarna weer teruggelopen naar de
winkel omdat daar de klant waar ik in eerste instantie mee bezig was nog stond te
wachten. Hier heb ik gewacht tot de politie kwam.
3.
Het proces-verbaal van bevindingenvan de politie Eenheid Den Haag, nr. 668, d.d.
18 maart 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar, voor zover te dezen van belang (AH-367, ZD/Negentien Twee/blz. 136-137):
Gegevens telecom:
Uit telecomgegevens is vast komen te staan dat [medeverdachte 3] op 19 februari 2015 in gezelschap is geweest van zijn vrouw [medeverdachte 2 ] en [verdachte] .
Foto’s Douglas Apeldoorn
Ik, verbalisant, herken de manspersoon op de foto’s als de verdachte [medeverdachte 3] .
Foto 1 Binnenkomst bij Douglas Apeldoorn van [medeverdachte 3] met NN-vrouw.
Foto 2 [medeverdachte 3] en NN-vrouw in Douglas Apeldoorn.
4.
Geschriften, te weten uitgewerkte tapgesprekken
Gesprek op 19 februari 2015, 12.44 uur, sessieno. 739 (ZD/Negentien Twee/blz. 153):
[medeverdachte 3] : Ik heb Douglas gedaan, ik heb 5-6 Hugo Boss van 100 ml weggenomen, 4-5-6 ik weet het niet.
[medeverdachte 2 ] : Bravo! En wat ga je nu doen?
Gesprek op 19 februari 2015, 15.22 uur, sessieno. 32 (ZD/Negentien Twee/blz. 164):
[medeverdachte 2 ] [medeverdachte 1]
[medeverdachte 2 ] : Ja [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 1] : [medeverdachte 2 ] , je moet in de auto blijven want zij gingen achter hun aan. Zij riepen op straat dat de politie moet komen, verdorie.
[medeverdachte 2 ] : Zullen we weggaan van hier?
[medeverdachte 1] : Ik weet niet want ik ben twee straten verder op. Wat moet ik doen?
[medeverdachte 2 ] : Bel [medeverdachte 3] en vraag hem.
[medeverdachte 1] : Ik heb hem gebeld maar hij was aan het rennen, hij zei alleen ja, ja.
5.
Het proces-verbaal van bevindingenvan de politie Eenheid Oost Nederland, nr. PL0600-2015086875-16, d.d. 19 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaren, voor zover te dezen van belang (AH-294, ZD/Negentien Twee/blz. 51):
De collega’s [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] hielden op 19 februari 2015 om 16:40 uur twee verdachten aan ter zake heling/diefstal in vereniging. Deze verdachten verplaatsten
zich in een Renault Megane voorzien van het kenteken [kenteken] . Deze Renault Megane
is door de collega’s na de aanhouding naar de binnenplaats van het politiebureau gebracht aan het Baken 1 te Almelo. Wij, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , kregen van de collega’s [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] het verzoek om de goederen, welke wij aantroffen in de auto en mogelijk van diefstal afkomstig waren, in beslag te nemen.
Om 17:25 uur zagen wij, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , in de kofferbak een aantal polo’s. Op de achterbank van de personenauto troffen wij een zwarte tas aan en diverse parfums. Achter de bestuurdersstoel troffen wij ook een zwarte tas aan. Tussen deze zwarte tas en de bestuurdersstoel zagen wij ook nog diverse parfums liggen.
Wij, verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] , namen onder meer de onderstaande goederen in beslag:
  • drie witte polo’s van het merk “Gaastra” ter waarde van € 69,95 per stuk; zie foto 13 (ZD/Negentien Twee/blz. 65);
  • twee groene polo’s van het merk “Gaastra”, prijs onbekend; zie foto 14 (ZD/Negentien Twee/blz. 66);
  • doosjes parfum, onder meer van de merken “Hugo Boss XX”, “Armani”, “Dolce Gabanna” en “Thierry Mugler Alien”; zie foto 17 en foto 18 (ZD/Negentien Twee/ blz. 69 en 70).
Ten aanzien van feit 2
Bewezen is verklaard dat de verdachte:
- in de periode van
9 februari 2015 t/m 23 februari 2015in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten o.a. verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte 3] en andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten het plegen van diefstallen en het witwassen van gestolen goederen.
Bewijsmiddelen:

1.

de hiervoor ten aanzien van feit 1 aangehaalde bewijsmiddelen

2.

geschriften, te weten uitgewerkte tapgesprekken (waar nodig zakelijk weergegeven)
Zaaksdossier 140 [medeverdachte 3]
Tapgesprekken 001 Onderwerp ”werk”.
Gesprek op 19 februari 2015, 16.01 uur, sessieno. 780, voor zover van belang (blz. 15):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 2 ]
[medeverdachte 3] zegt dat [verdachte] de rugzak en de koffer moet meenemen en met de trein teruggaan zodat zij verder doorgaan met het “werk”.
[…]
[medeverdachte 2 ] : Ik denk dat alleen de Chinees is, die vrouw niet, want met haar heb ik goed “gewerkt”.
[medeverdachte 3] zegt dat [verdachte] niet meer wil werken.
Gesprek op 21 februari 2015, 10.09 uur, sessieno. 888, voor zover van belang (blz. 17):
[medeverdachte 2 ] BUN Moeder (nwg)
[medeverdachte 2 ] : Ik ga met [medeverdachte 1] een tas en een rugzak kopen omdat politie had ons aangehouden en we hebben niets meer, wij willen weer gaan werken.
Tapgesprekken 002 Onderwerp ”werkwijze”.
Gesprek op 12 februari 2015, 14.08 uur, sessieno. 219, voor zover van belang (blz. 25):
[medeverdachte 3] (sh) wgd NNvrouw5538 (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2 ] ; zie ZD/Achttien Twee/83-85)
[medeverdachte 3] : Ja, schat.
[medeverdachte 2 ] : Let op, er is een politieauto naast de parkeerplaats.
[medeverdachte 3] : Naast de parkeerplaats? Nou, er was er een binnengekomen om medicijnen te halen, een stel agenten.
[medeverdachte 2 ] : Agenten?
[medeverdachte 3] : ... ntv... trek rits...
[medeverdachte 2 ] : Wat?
[medeverdachte 3] : Ik zei tegen [verdachte] dat ze aan de rits moest trekken.
[medeverdachte 2 ] : Ah, heeft ze genomen?
[medeverdachte 3] : We hebben zo’n acht daarvandaan genomen.
[medeverdachte 2 ] : Ah, ik maar drie.
[medeverdachte 3] : Drie maar? Ik ben een boss!
[medeverdachte 2 ] : Hup, bel naar [medeverdachte 1] , ntv, zodat die kan kijken.
[medeverdachte 3] : Maar die zijn in ntv...
[medeverdachte 2 ] : Ah, je weet het zeker, he?
[medeverdachte 3] : ntv... het aan hem geven.... Om te nemen, hoe heet het.., om wat pillen te nemen....
[medeverdachte 2 ] : Ah, want ik zag dat [medeverdachte 1] me belde om te vertellen dat er een daar was, in een andere auto naast/vlakbij die van ons.
[medeverdachte 3] : Wat?
[medeverdachte 2 ] : In een andere auto, naast die van ons!
[medeverdachte 3] : Maakt niet uit. want als het nodig is, gaat hij daar weg en... waar ben jij nu ongeveer?
[medeverdachte 2 ] : Ik/je zal [medeverdachte 1] bellen om te zien... Ik ben richting de uitgang... de uitgang aan de andere kant.
[medeverdachte 3] : De uitgang?
[medeverdachte 2 ] : Ja. Welke kant... ntv...?
[medeverdachte 3] : Diezelfde.
[medeverdachte 2 ] : Bravo! Daar staat geen enkele camera op gericht.
[medeverdachte 3] : Daarom ook ... ik wilde naar.. ntv...
[medeverdachte 2 ] : Hup, ik bel [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 3] : Oke.
Gesprek op 13 februari 2014, 13:48 uur, sessieno. 275 (blz. 27):
[medeverdachte 3] [verdachte]
: Heb je mij gebeld?
[medeverdachte 3] : Ja, [medeverdachte 1] belt me, wat is het?
[verdachte] : Er waren hier controleurs van de parkeerplaats, eentje was mogelijk verkeerd en hij belde om te zeggen dat ik niet naar de auto kon gaan.. Ik ben hier, ik vertrek nu en daarna ga ik daar om deze weg te brengen.
[medeverdachte 3] : Goed.
[verdachte] : Moet ik terug komen?
[medeverdachte 3] : Ja, kom snel.
Tapgesprekken 003 Onderwerp ”voertuiggebruik”.
Gesprek op 4 maart 2015, 18.15 uur, sessieno. 1402, voor zover van belang (blz. 31): [medeverdachte 3] [betrokkene 3]
[medeverdachte 3] zegt dat het niet goed gaat, hij heeft geen geld en omdat iedere keer deze auto met Frans kenteken wordt gecontroleerd is hij van plan een auto te huren.
Gesprek op 4 maart 2015, 18.18 uur, sessieno. 1403, voor zover van belang (blz. 35):
[medeverdachte 3] [betrokkene 3]
(Sessie 1402 wordt voortgezet)
[medeverdachte 3] zegt dat hij geen auto kan kopen, hij kan alleen een auto huren. [betrokkene 3] adviseert hem om iemand in Duitsland te vinden die op zijn naam een auto voor [medeverdachte 3] koopt. [medeverdachte 3] zegt dat de auto’s met Duits kenteken ook worden gecontroleerd en dat komt ook omdat hier de laatste tijd heel veel Roemenen gekomen zijn, het is helemaal vol met Roemenen.
Gesprek op 12 maart 2015, 14.12 uur, sessieno. 2010, voor zover van belang (blz. 49):
[medeverdachte 3] [betrokkene 4]
[medeverdachte 3] zegt dat hij heeft een andere auto gehuurd, een Fiat Panda die heel zuinig is.
Zij praten over de oude auto van [medeverdachte 3] , de Dacia die heel veel gebruikte.
Tapgesprekken 004 Onderwerp ”Overleg andere Roemenen”
Gesprek op 14 februari 2015, 00.18 uur, sessieno. 331, voor zover van belang (blz. 74): [betrokkene 5] zegt dat hij morgen om 9 uur naar Maastricht wil vertrekken want als hij om 9 uur vertrekt is hij pas om 12 uur daar.
[medeverdachte 3] zegt dat hij vandaag daar (Maastricht) is geweest.
En? vraagt [betrokkene 5] .
[medeverdachte 3] : Zo en zo.. zwak... want deze zone is een beetje verpest vanwege de “Duitsers”, die van [betrokkene 23] en ergens anders komen natuurlijk langs.
[medeverdachte 3] : Wat heb je gedaan bij Nijmegen?
[betrokkene 5] : Ik ben zelfs nog niet gearriveerd in Nijmegen, ik ben in Arnhem geweest... [betrokkene 17] is daar aangehouden op straat...
[medeverdachte 3] : Wie?
[betrokkene 5] : [betrokkene 17] is aangehouden op straat met de tas leeg en 3-4 uur later is hij weer in vrijheid gesteld
[medeverdachte 3] : In burger of ...?
[betrokkene 5] : In burger.
[medeverdachte 3] : Ik heb je toch gezegd dat zij zijn in burger.
[betrokkene 5] : Ja, ik weet het. Ik was op hem aan het wachten. Ik belde hem zeker 10 keer op maar hij nam de telefoon niet op. Ik zag daarna de politie daar. Wij hadden goederen van Guess genomen. Ik had de goederen verstopt in de bosjes want er was iemand daar in een auto en daarom wilde ik wachten tot hij wegging. Een jongen kwam langs en wilde de tas pakken maar hij mocht niet van de vriendin die bij hem was, maar die man in de auto is op een gegeven moment uitgestapt, hij heeft de tas gepakt en hij is weggereden. Dit gebeurde zo voor mijn ogen.
[medeverdachte 3] : Had je iets in de tas? Wat had je in de tas?
[betrokkene 5] : Ik had 4 spijkerbroeken van Guess, 2 parfums.
[medeverdachte 3] : 2 goede parfums?
[betrokkene 5] : Ja, goede, een van 150 (ntv) en een J’adore van 50.
[medeverdachte 3] : Ben je daarna naar huis gegaan?
[betrokkene 5] : Nee, want ik wilde naar Nijmegen gaan maar het was alleen een sprinter en ik dacht dat niet goed is om in te stappen met de tas met goederen want wij hebben in de trein ook andere keer problemen met politie gehad. Daarom zijn we richting Zwolle, ik was van plan om in Deventer uit te stappen maar zij hebben me uit de trein gezet in een klein dorpje.
[medeverdachte 3] : Naar Zwolle, daar moet je .... naar Zwolle.. maar verdomme ook daar zij hebben ”die” daar aangehouden omdat zij op straat waren aan het praten.
Gesprek op 14 februari 2015, 15.11 uur, sessieno. 341 (blz. 75):
[medeverdachte 3] (sh) BUN NNman7119.
[medeverdachte 3] bevestigt desgevraagd dat dit zijn nummer is.
NN zegt dat hij in een moeilijke situatie zit omdat zijn maat is gearresteerd. NN vraagt of de zaken bij [medeverdachte 3] een beetje lopen en wat [medeverdachte 3] van het idee vindt als NN ’daarheen’ komt, aangezien hij nog ’schoon’ is in Nederland.
Tapgesprekken 005 Onderwerp ”Straf in Nederland”.
Gesprek op 14 februari 2015, 15.11 uur, sessieno. 342, voor zover van belang (blz. 111):
[medeverdachte 3] BUN NNman
[vervolg van sessie 341]
NN: Ik zei dat ik schoon ben in Nederland, broer.
[medeverdachte 3] : Aha.
NN: Zij zeiden dat je een deel ter plekke geeft/verkoopt en een deel verstuur je, he?
[medeverdachte 3] : Nou, als je make-up neemt en parfums, die verkoop je hier en gros.
NN: Jij hebt een mannetje, he?
[medeverdachte 3] : Ja.
NN: Ik snap het, ik snap het. En de vodden stuur/doe je in ntv, he?
[medeverdachte 3] : Ja.
NN: Ik snap het, broer. En wat is/gebeurt er daarmee, bij de eerste, bij de tweede, en zo? Want jij weet het beter dan ik.
[medeverdachte 3] : Dat hangt er van af. Je krijgt een proces, weet je. Je krijgt een proces en dan kun je een boete krijgen, je kunt een week krijgen, het is niet zo dat weet ik veel wat krijgt.
NN: Er is geen sprake van de kooi, ik snap het.
[medeverdachte 3] : Dat is er niet, hooguit een week... je kunt een boete krijgen.
NN: Aha.... ik snap het, joh. Ik snap wat je wilt zeggen.
Gesprek op 20 februari 2015, 11.50 uur, sessieno. 34 (blz. 113):
[medeverdachte 3] wgd [betrokkene 5] .[in de loop van het gesprek]
[medeverdachte 3] vraagt wie hij aan de lijn heeft. [betrokkene 5] zegt dat ze de vriendin van [medeverdachte 1] is.
[medeverdachte 3] : Ah...je bent de vriendin van [medeverdachte 1] , [betrokkene 5] .
[betrokkene 5] vraagt hoe het met [medeverdachte 1] gaat.
[medeverdachte 3] zegt dat [medeverdachte 1] gisteren is opgepakt, samen met [verdachte] . [betrokkene 5] vraagt wanneer ze worden vrijgelaten. [medeverdachte 3] zegt, vandaag of morgen. [betrokkene 5] zegt dat zij allemaal ongerust waren omdat hij zijn telefoon niet meer opnam.
[medeverdachte 3] zegt dat hij en [verdachte] zijn opgepakt, ze worden vandaag of morgen vrijgelaten, want [medeverdachte 4] werd ook na 6 uur vrijgelaten.
[medeverdachte 3] zegt dat ze hen 24 of 48 uur vast zullen houden, en daarna laten ze hen vrij. [betrokkene 5] zegt dat zij ook met [medeverdachte] heeft gesproken, want zij heeft ook naar hen gebeld en niemand nam op, zij werd ook ongerust.
[medeverdachte 3] zegt dat hij een paar gemiste oproepen zag, maar hij wist niet van wie die waren. [betrokkene 5] zegt dat zij gebeld heeft.
[medeverdachte 3] vraagt of dit haar nummer is. [betrokkene 5] zegt, ja. [medeverdachte 3] gaat het nummer opslaan.
[medeverdachte 3] zegt dat ze het goed maken, ze wachten op hun vrijlating. [medeverdachte 3] verwacht dat ze vandaag, hooguit morgen vrij zijn.
[medeverdachte 3] zegt dat [betrokkene 5] zich geen zorgen hoeft te maken, ze worden hoe dan ook vrijgelaten.
[medeverdachte 3] zegt dat [verdachte] ook een keer is opgepakt voor 3-4 uur.
[medeverdachte 3] zegt dat het gewoonlijk is om 1-2-3 dagen vast te zitten, zij zaten 2 à 3 nachten vast. [medeverdachte 3] zegt dat ’hij’ haar zal bellen en anders belt [medeverdachte 3] haar wel.
Gesprek op 2 maart 2015, 21.14 uur, sessieno. 407, voor zover van belang (blz. 114):
[medeverdachte 1] wgd moeder [noemt haar moeder]
[medeverdachte 1] zegt dat hij thuis is, alleen. [medeverdachte 1] zegt dat [medeverdachte 2 ] en [medeverdachte 3] 1 à 2 nachten op ‘vakantie’ zijn.
[medeverdachte 1] zegt dat ze zijn opgepakt, maar ze worden morgen vrijgelaten.
Moeder begrijpt het nu. Moeder vraagt of [medeverdachte 1] met [betrokkene 5] heeft gesproken. [medeverdachte 1] zegt dat hij net met haar op facebook aan het chatten is.
Moeder vertelt wat ze vandaag gedaan heeft.
Moeder vraagt vervolgens of ze nog ’daar’ [in NL] blijven.
[medeverdachte 1] : Ik weet het niet want [medeverdachte 3] heeft meerdere rechtszaken, het zou kunnen dat ze hem niet vrijlaten[..] hij is al 10-15 keer opgepakt, we gaan het morgen zien, [medeverdachte 2 ] wordt waarschijnlijk vrijgelaten want zij is slechts 2 à 3 keer opgepakt, ze kreeg een boete (….) ze krijgt nu waarschijnlijk een boete of een taakstraf (..).
[medeverdachte 1] zegt dat een boete in gevangenis wordt omgezet als je die niet betaalt, het is 50 euro per dag omgerekend.
[medeverdachte 1] zegt dat de Nederlanders aardig zijn, als je wordt opgepakt krijg je geen boeien om, maar word je naar het politiebureau gebracht en krijg je koffie en sigaretten.
Moeder zegt dat ze [medeverdachte 4] heeft gesproken en ze heeft die pakketten niet opgehaald. [medeverdachte 1] weet het. Moeder zegt dat [medeverdachte 4] zal bellen als ze die heeft opgehaald.
Tapgesprekken 006 Onderwerp ”bestelling”
Gesprek op 14 februari 2015, 16.57 uur, sessieno. 379, voor zover van belang (blz. 117):
[medeverdachte 3] BUN NNvrouw5538
[medeverdachte 3] : Heb je slipjes/onderbroeken genomen?
NN: Nee.
[medeverdachte 3] : He?
NN: Nee.
[medeverdachte 3] : En wat heb je dan wel genomen?
NN: he verdomme, ik heb genomen van Armani en van Dido. Bij Armani verdomme ntv en daarom ntv...
[medeverdachte 3] : ik heb ook zo’n tas genomen van Moskila (fon.)
NN: Bravo. Goed zo, schat, bel naar [Medeverdachte] , want die kerel wil alleen maar Desigual, hij wil alles/weer Desigual. Hoor je?
[medeverdachte 3] : Wie?
NN: Die kerel, je weet wel, met die [betrokkene 7] . En praat met hem: of we voor hem 200 van die [betrokkene 8] van Desigual doen, hoor je? Want die zijn makkelijk te doen.
Gesprek op 24 februari 2015, 18.40 uur, sessieno. 71, voor zover van belang (blz. 120):
[medeverdachte 3] WGD NNman(7158)
NN zegt dat hij is de man van de Desigual, hij heeft het telefoonnummer van [Medeverdachte] gekregen.
NN vraagt [medeverdachte 3] of hij de Desigual kan halen of niet.
[medeverdachte 3] zegt dat hij alleen een klein deel heeft gestuurd maar hij heeft hier problemen gehad.
NN vraagt [medeverdachte 3] hoeveel stuks zijn en of hij ze mag hebben.
[medeverdachte 3] zegt dat hij op de lijst moet kijken om te zien hoeveel stuks er zijn, [medeverdachte 3] belt NN terug om te vertellen, NN moet nu goederen kopen dus hij vraagt [medeverdachte 3] wanneer [medeverdachte 3] hem zal bellen.
Over half uur of een uur, zegt [medeverdachte 3] .
NN: Waar zijn ze nu, zijn ze al in Roemenië?
[medeverdachte 3] : Nee, zij zijn nog niet gearriveerd.
NN: OK, dan
[medeverdachte 3] : Ik heb sowieso niet veel daarom zeg ik…
NN: Heb je leren jassen?
[medeverdachte 3] : Nee, leren jassen heb ik niet
NN: OK, je moet voor mij leren jassen van Zara of Mango op de kop tikken zoals de andere en verder heb ik Desigual nodig
[medeverdachte 3] : OK, ik ga op de lijst kijken en ik ga je ook vertellen wanneer komen ze aan en hoeveel stuks zijn.
NN: Dus, blouses en jurken in “combinatie” dus 40 of 50 of 100 maar zij moeten wel half-half zijn.
Tapgesprekken 007 Onderwerp ”afzet Roemenië”.
Gesprek op 19 februari 2015, 14.38 uur, sessieno. 752 (blz. 125):
[medeverdachte 3] BUN Tatica (vader)
Vader is bij de garage. Zij praten over [Medeverdachte] die de kleding verkocht heeft voor halve prijs. Zij heeft niet goed gerekend en zij moet nu zelf betalen.
Zij praten over de man die “iets” wil zien, hij zal bij [Medeverdachte] gaan om daar te kijken. Vader zegt dat beter is als hij naar [Medeverdachte] gaat om de spullen te halen en aan de man te laten zien.
Als hij niet wil, zegt [medeverdachte 3] , dan ga ik weer aan de Zigeuner geven.
Vader vraagt of de zigeuner betaald heeft. Ja, zegt [medeverdachte 3] . [medeverdachte 4] heeft hem spullen voor 5000 verkocht en hij heeft al 4000 tot nu toe betaald. Als met deze man niet lukt, zegt [medeverdachte 3] , dan is de enige mogelijkheid, natuurlijk, de Zigeuner.
Zij praten nog over de monster van bewakingscamera’s; iedereen wil zulke camera’s hebben, iedereen is geïnteresseerd om eentje te monteren, zegt Vader.
Zij praten nog over [medeverdachte 2 ] , die wil naar huis (Roemenië) gaan maar [medeverdachte 3] heeft voorgesteld om zijn schoonmoeder met hun zoontje hier te laten komen voor een week want als [medeverdachte 3] naar Roemenië gaat zal hij veel verliezen.
Zij praten nog over het weer thuis (Roemenië) en hier in Nederland.
[medeverdachte 3] zegt dat hij 2 pakketten naar vader heeft gestuurd die zaterdag in Roemenië aankomen.
Zij praten over [betrokkene 9] die parfums van [medeverdachte 3] wil kopen maar hij vindt de prijzen te hoog.
[medeverdachte 3] zegt dat hij ook dopsleutelsetjes en een krik voor de auto heeft gestuurd. [medeverdachte 3] zegt dat zulk gereedschap heel snel verkocht kan worden in Roemenië.
Vader zegt dat dat waar is maar je moet niet haast hebben.
Gesprek op 22 februari 2015, 19.23 uur, sessieno. 951 (blz. 126):
Nnvrouw9455 (nn1) bun [Medeverdachte] .
[Medeverdachte] dacht dat het [medeverdachte 2 ] is, maar stelt vast dat ze [verdachte] aan de lijn heeft. [verdachte]
bevestigt dat.
[verdachte] wil naar huis, ze vertrekt dinsdag en zal met [betrokkene 10] meegaan. [verdachte] zegt dat ze vrijdag is vrijgelaten, ze is donderdag opgepakt en vrijdag vrijgelaten. [verdachte] vraagt of [Medeverdachte] ergens met de kleding al is geweest. [Medeverdachte] gaat morgen naar Slatina [plaats in RO]. [verdachte] vraagt of [Medeverdachte] iets voor haar opzij legt, ze komt dan met [medeverdachte 4] om het op te halen.
[verdachte] zegt dat ze de kleding met [medeverdachte 3] heeft verdeeld en [medeverdachte 2 ] heeft een lijst gemaakt.
[Medeverdachte] vraagt of het de kleding betreft uit de eerste pakketten, omdat ze alleen ’die’ thuis heeft liggen. [verdachte] bedoelt juist de kleding die [Medeverdachte] thuis heeft. [Medeverdachte] vraagt wat ze voor haar opzij moet leggen want ze weet niet wat van [verdachte] is en wat van [medeverdachte 3] is.
Gesprek op 23 februari 2015, 20.17 uur, sessieno. 1014, voor zover van belang (blz. 128):
[medeverdachte 3] BUN Vader (nwg)
[medeverdachte 3] zegt dat hij met [betrokkene 11] heeft gesproken en hij heeft van [betrokkene 11] begrepen dat ”die” worden verkocht met meer dan de helft.
[medeverdachte 3] : Ik moet kijken of zij met 60-70% van de werkelijke prijs kunnen verkocht worden. De mensen kopen daar bij de bouwmarkt en ze zeggen dat zij niet goed zijn, maar zij vinden deze van hier heel goed.
[betrokkene 11] zei dat hij ging vroeger bij iemand en daar kwamen zoveel mensen dat die man niet genoeg had voor iedereen. Zij zijn heel erg gewild, zegt [medeverdachte 3] .
Vader zegt dat [medeverdachte 3] wel moet nadenken over de prijs.
[medeverdachte 3] vraagt hoeveel de kleine kost.
Vader zegt 2800000 (70€).
[medeverdachte 3] zegt dat die van Black en Dekker is 40 en de andere met de werkelijke prijs van 210€ kan voor 5000000 (125€) verkocht worden omdat iemand van hun is. Het is in totaal 220€ maar het kan ook voor 200; 200€ is ook goed, zegt [medeverdachte 3] .
Vader zegt dat de 14 parfums die 700 zijn, samen met de 200 is dus 900. Vader zegt dat hij moet ook de kleding nog rekenen want hij weet alleen wat [betrokkene 12] had gekocht en wat hij zelf had gekocht, een spijkerbroek en nog iets.
Vader zegt dat hij gaat alles rekenen. [medeverdachte 3] vraagt vader of hij alle parfums heeft verkocht.
Vader zegt: Ja, misschien is nog een parfum of twee.
[medeverdachte 3] : Het zal nog een pakket komen, maar pas zaterdag, paar boormachines, kleding en damesparfums. Er zijn niet veel parfums, 6-8 stuks.
Gesprek op 28 februari 2015, 19.38 uur, sessieno. 149 (blz. 131-132)
[medeverdachte 2 ] wgd [medeverdachte 4]
: laten we de berekeningen maken, [medeverdachte 2 ] .
[medeverdachte 2 ] : Jij hebt ze ook daar gemaakt. Hoeveel heb je nog?
[medeverdachte 4] : Maar ik weet niet hoeveel ik daarvoor moet doen, mijn zus. Slipjes bijvoorbeeld, colberts…
[medeverdachte 2 ] : Ik heb ze op 10 euro gezet, 1+1 per set.
[medeverdachte 4] : Wat voor set?
[medeverdachte 2 ] : (ntv) Met beha, ja.
[medeverdachte 4] : Overhemd Hugo Boss, hoeveel is dat…?
[medeverdachte 2 ] : Ik heb het op 20 euro gezet.
[medeverdachte 4] : 20. Colbert van Boss?
[medeverdachte 2 ] : Voor 50.
[medeverdachte 4] : Dus dat komt neer op 5 euro voor een slipje en 5 euro voor de beha, toch?
[medeverdachte 2 ] : Ja.
[medeverdachte 4] : Merkloze spijkerbroeken, hoeveel zijn die?
[medeverdachte 2 ] : 10.
[medeverdachte 4] : Merkloze blouse/trui?
[medeverdachte 2 ] : 7.
[medeverdachte 4] : Merkloos colbert?
[medeverdachte 2 ] : Eh… 20.
[medeverdachte 4] : Merkloze jurk?
[medeverdachte 2 ] : Eh… 10.
[medeverdachte 4] : Overhemd voor ntv.?
[medeverdachte 2 ] : 7.
[medeverdachte 4] : De Desigual tassen… heb je de tassen op .. 20 gezet?
[medeverdachte 2 ] : Ja.
[medeverdachte 4] : Eh… de Tommy en Boss overhemden 20 euro.
[medeverdachte 2 ] : Eh.. ja.
[medeverdachte 4] : De Desigual blouses heb je op 15 euro gezet, he?
[medeverdachte 2 ] : Ja.
[medeverdachte 4] : Oke. Die coltruien van Boss?
[medeverdachte 2 ] : 20.
[medeverdachte 4] : De Boss sweater?
[medeverdachte 2 ] : Eh. Voor 25.
[medeverdachte 4] : Ntv van Boss?
[medeverdachte 2 ] : Eh. 40.
[medeverdachte 4] : Dat Tommy T-shirt. Dat dames shirt met roze?
[medeverdachte 2 ] : Voor 12.
[medeverdachte 4] : Het colbert van Boss 50?
(…)
[medeverdachte 4] : Nou, ik zal berekeningen maken voor alle dingen die er nog [meer] zijn .. ntv… en daarna bel ik je om het je te vertellen.
[medeverdachte 2 ] : Oke. En je moet een berekening maken hoeveel jullie van [betrokkene 13] krijgen, hoeveel jullie tot nu gegeven hebben, hoeveel hij heeft gegeven aan [betrokkene 14] en.. hij heeft nog 200 euro aan ons gegeven, een deel [daarvan] heeft hij aan [betrokkene 14] gegeven, 100 euro voor het appartement en 100 aan [betrokkene 14] .
Gesprek op 1 maart 2015, 10.10 uur, sessieno. 1248 (blz. 133):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 4]
wil haar zus aan de lijn. [medeverdachte 2 ] komt aan de lijn, beiden spreken elkaar aan als Sis/Sisa.
[medeverdachte 4] zegt dat ze bij dat meisje is waar ze gisteravond ook is geweest, om die dingen te geven. [medeverdachte 4] zegt dat ’zij’ (het meisje in kwestie) de prijzen voor de merkloze spijkerbroeken en colberts te hoog vindt. [medeverdachte 2 ] zegt dat er voor de spijkerbroeken niets van de prijs af kan, want de goedkoopste zijn 40 euro. Van de prijs van de colberts kan eventueel nog wel wat af. Op de achtergrond bij [medeverdachte 4] zegt NNvrouw dat het 37 stuks zijn, waarvoor ze bij elkaar 200 euro wil geven. [medeverdachte 4] herhaalt dit voor [medeverdachte 2 ] en zegt dat het blouses, spijkerbroeken... betreft. [medeverdachte 2 ] rekent uit dat dat ongeveer 5,50 euro per stuk is
en zegt: ben je gek? Er zitten spijkerbroeken van 60 euro tussen. [medeverdachte 4] wil dat [medeverdachte 2 ] haar wat rust gunt. [medeverdachte 2 ] wil echter dat [medeverdachte 4] bij [betrokkene 24] langs gaat.
Gesprek op 4 maart 2015, 21.16 uur, sessieno. 462 (blz. 140):
[medeverdachte 3] [medeverdachte 4]
gaat de hele lijst weer lezen met de kleding die daar nog te koop is. [medeverdachte 3] schrijft alles op. [medeverdachte 4] zegt dat zij daar ook parfums en heel veel sokken heeft, zij heeft de sokken nog niet geteld.
Gesprek op 5 maart 2015, 15.25 uur, sessieno. 1437 (blz. 141):
[medeverdachte 2 ] [medeverdachte 4] )
[medeverdachte 4] zegt dat het meisje is gekomen en zij heeft gekocht voor 865, de parfums niet meegerekend.
[medeverdachte 4] vraagt [medeverdachte 2 ] of zij hetzelfde totaal heeft. [medeverdachte 2 ] zegt: Ja, samen met de parfums ruim 1000€.
[medeverdachte 2 ] vraagt wanneer het meisje zal betalen. [medeverdachte 4] zegt dat zij nu zal betalen.
Gesprek op 6 maart 2015, 13.20 uur, sessieno. 1507 (blz. 142):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 4]
[medeverdachte 2 ] zegt dat [betrokkene 15] bij [medeverdachte 4] langs zal komen. [medeverdachte 4] moet hem die parfums meegeven, zodat die ermee naar [betrokkene 13] kan gaan. [medeverdachte 4] moet hem ( [betrokkene 15] ) ook 500.000 geven voor de taxi. [medeverdachte 2 ] legt uit dat ze de huur hebben betaald en de resterende 30 euro was voor de benzine en dat ’we hier’ dus helemaal geen geld meer hebben.
Tapgesprekken 008 Onderwerp ”afzet Nederland”.
Gesprek op 9 februari 2015, 21.19 uur, sessieno. 56, voor zover van belang (blz. 145):
NNvrouw9455 (NNI; op toestel van [medeverdachte 3] ) WGD NNvrouw8457 (NN2)
NNI: HaIlo?
NN2: Sis?
NNI: Ja, Sis.
NN2: Nou, deze [man] heeft ons twee gegeven.
NNI: Hoeveel heeft hij er genomen?
NN2: He?
NNI: Hoeveel heeft hij er genomen?
NN2: Nou, die van [medeverdachte 3] ... eh, kijk, voor die mascara heeft hij je twee... drie euro gegeven. Hij heeft je niet vier euro gegeven.
NNI (op de achtergrond): Moet je horen: hij heeft drie euro gegeven daarvoor en twee...
NN2: En voor Gucci Guilty 25. Hij wilde niet meer.
NN1: Je had die mascara’s niet moeten geven/verkopen.
NN2: Maar hoe kon ik dat weten, zus? Dat hadden jullie tegen me moeten zeggen.
[...]
NNJ: En hoeveel heeft hij voor de Burburry gegeven?
NN2: Twintig
NNI: 20?
NN2: Ja.
NN1:Oke... ntv
NN2: En hoeveel geeft hij/zij voor de cremes waarvan gezegd 5 euro en jij zei dat ik ze mee terug moest nemen
NNI: Ja, natuurlijk. Laat maar, die geef/verkoop je thuis. En sowieso heeft hij nooit cremes...
NN2: Ja, vijf euro, zei hij. Ben je gek?
NN1: Oke, ntv, hup.
NN2: Eh, wat wilden ze?
NN1: (op de achtergrond kennelijk:) Vijf euro, moet je horen! wat wil je dat ze voor je haalt?
[nnman, aangesproken als ‘schat’ antwoordt op de achtergrond]
[...]
NN2: Nou, ik bel ‘hem’ nu en vraag hem hoeveel hij heeft betaald voor ‘dat’ en dan maak ik een berekening met [medeverdachte 3] en
geef ik jullie geld met [betrokkene 16] mee en dan haalt zij wel voor jullie wat...
[...]
NN1: Oke, sis, ik kus je.
NN2: Oke, sis, ik kus je.
Gesprek op 13 februari 2015, 21.24 uur, sessieno. 329 (blz. 147):
[medeverdachte 3] WGD [medeverdachte 4]
(Opm tolk: [medeverdachte 4] praat en handelt met een NNman in het Engels over de prijzen van de parfums)
[medeverdachte 4] : [medeverdachte 3] , 15€ op die van 50 (ml)
[medeverdachte 3] : Nee, ik geef hem niet voor 15€, 20€ als hij wil, anders gebruik ik die zelf.
[medeverdachte 4] : OK, 20€ dan, joh.
[...]
[medeverdachte 4] : En de Pacco Rabanne van 50ml, 25€. En de Miljoen (fon) van 80 ml, 35€. En de Miracol (fon) van 30ml, 12€.
[medeverdachte 3] : Zeg maar dat hij er 13€ voor moet betalen.
[medeverdachte 4] : 2 voor 25€.
( [medeverdachte 4] is bezig met optellen)
[medeverdachte 4] : En de Chanel blue 25€, 25€, 25€, dus samen 75€.
[medeverdachte 4] : 480€.
[medeverdachte 3] : Het is goed [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 4] : OK, [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 3] : Goed, bedankt. Dag!
Gesprek op 12 maart 2015, 10.45 uur, sessieno. 1980, voor zover van belang (blz. 148):
[medeverdachte 3] BUN [betrokkene 5]
[medeverdachte 3] : Hey, [betrokkene 5] , bel jij eens naar de Aghaan.
[betrokkene 5] : Ja...
[medeverdachte 3] : Hihihi, Bel jij de Afghaan hihihi...
[medeverdachte 3] : ... en zeg dat je hebt.. of hij geld heeft om... haha... zeg dat je wat te koop hebt.
[betrokkene 5] : Ik zal hem hierheen roepen.
Gesprek op 26 maart 2015, 20.53 uur, sessieno. 3100, voor zover van belang (blz. 153):
[medeverdachte 3] BUN [betrokkene 4]
[medeverdachte 3] : Ik moet nog wat geld krijgen van de Afghaan en hij neemt niet op.. hij heeft telefoon uitstaan.. verdomme… en ik heb nog goederen ter waarde van 600-700 en hij moet mij nog zo’n 800 geven…
Zaaksdossier Winkelen
Gesprek op 9 februari 2015, 13.19 uur, sessieno. 7 (blz. 28):
[medeverdachte 3] (sh) BUN NNvrouw (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2 ] )
[medeverdachte 2 ] : Ja, schat.
[medeverdachte 3] : Maar waarom [ntv] cremes... als er parfums...
[medeverdachte 2 ] : Ik kon het er niet in mijn eentje in doen, schat, want er waren er twee achter me. Daarna kwam ik en toen ging de telefoon.... Hoeveel heb je genomen?
[medeverdachte 3] : Ik heb niets genomen, want hij/zij was klaar met een klant en toen ik ze erin wilde stoppen keek er een [vrouw] naar mij en vervolgens was die bij de kassa klaar en ntv achter mij.
[medeverdachte 2 ] : Aha.
[medeverdachte 3] : En verdomme helemaal niets... Wat doe jij, waar ben je?
[medeverdachte 2 ] : Nou, ik ben hier bij H&M... daar is nog [naam] ...
[medeverdachte 3] : Wat heb je bij H&M te zoeken?
[medeverdachte 2 ] : Tegenover H&M is nog een winkel.., van.. gek.... alleen maar merkproducten.
[medeverdachte 3] : ... maar daar waar je binnenging.., ook merkspullen... verder is er nog die [naam]
[medeverdachte 2 ] : Ik weet het.
[medeverdachte 3] : Oké, hup. We spreken elkaar straks.
Gesprek op 9 februari 2015, 16.08 uur, sessieno. 23 (blz. 37):
[medeverdachte 3] (sh) BUN NNvrouw5653.
NN: Ik kom nu bij de auto.
[medeverdachte 3] : Wanneer [verdachte] komt, moeten jullie die alarmen eraf halen.
NN: Wat?
[medeverdachte 3] : De alarmen, de alarmen! En dan moet je daar blijven.
NN: Aha. Oke.
Gesprek op 10 februari 2015, 16.34 uur, sessieno. 102 (blz. 53):
[medeverdachte 3] (sh) [medeverdachte 1]
: Ja,
[medeverdachte 3] : He, [medeverdachte 1] , haal je die schreeuwerds eraf.
[medeverdachte 1] : Waarvan af?
[medeverdachte 3] : Van die dingen waar [verdachte] mee komt.
[medeverdachte 1] : Oh, kun je nagaan, [medeverdachte 3] dat ik niet zit te niksen.
[medeverdachte 3] : Oke ntv.
[medeverdachte 1] : Oke.
Gesprek op 10 februari 2015, 16.43 uur, sessieno. 105 (blz. 55):
[medeverdachte 3] WGD NNvrouw (5538) (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2 ] )
[medeverdachte 2 ] : Wat heb je gedaan, liefje?
[medeverdachte 3] : Ik heb 5 spijkerbroeken en 2 blouses weggenomen.
[medeverdachte 2 ] : Bravo. Ik kan niet alleen instoppen, want ik moet kijken dat zij niet naar mij komen en tegelijk ook buiten kijken..
[medeverdachte 3] : Wat heb je uit Zara weggenomen?
[medeverdachte 2 ] : Een leren jas.
[medeverdachte 3] : Alleen een jas?
[medeverdachte 2 ] : Het is heel moeilijk, liefje als je in een open ruimte bent. Ik kijk richting het pashokje en ik zag dat iemand daar stond, het is heel moeilijk om te kijken en ze in te stoppen..
[medeverdachte 3] : Ik probeer bij de ICI of ik ga naar V&D.
[medeverdachte 2 ] : Ik ga naar Mango. Hoeveel jassen heb je weggenomen daar?
[medeverdachte 3] : 2, maar het is moeilijk om alleen in te stoppen....
[medeverdachte 2 ] : Ik ga proberen.
[medeverdachte 3] : Ik denk dat voor jou makkelijk is om naar de V&D te gaan. Het is mij net gelukt.
[medeverdachte 2 ] : Ik ga daar ook naar binnen om te kijken.
Gesprek op 10 februari 2015, 16.47 uur, sessieno. 114 (blz. 57):
[medeverdachte 3] WGD [verdachte]
[medeverdachte 3] : Hou de telefoon bij de hand, joh, [verdachte] .
[verdachte] : Ik ben hier bij ICI.
[medeverdachte 3] : Kom terug richting de auto en kom naar binnen in de V&D.
Gesprek op 11 februari 2015, 15.16 uur, sessieno. 166 (blz. 80):
[medeverdachte 3] ) wgd NNvrouw(5538) (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2 ] )
[medeverdachte 2 ] : [medeverdachte 3] met wie praat je allemaal, verdomme?
[medeverdachte 3] : Met [verdachte] , joh.
[medeverdachte 2 ] : Luister, ik ga de kousen/sokken in de bosjes verstoppen want ik ben bang dat zij ons zullen controleren als wij hier weggaan, want ik zag een politie auto langskomen, hier voor de parking. Ik ga de kousen/sokken in de bosjes verstoppen en de spijkerbroeken zonder etiketten neem ik mee.
[medeverdachte 3] : Nee, liefje, ga beter alles verstoppen zodat je niets bij je hebt. Je moet wel in een tasje doen.
[medeverdachte 2 ] : Ik ga alles in de rugzak doen.
Gesprek op 12 februari 2015, 14.11 uur, sessieno. 220 (blz. 108):
[medeverdachte 3] WGD NNvrouw5538 (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2 ] )
[medeverdachte 3] : Zie je me?
[medeverdachte 2 ] : Ik zie je niet. Waar ben je ergens?
[medeverdachte 3] : Ik ben daar, bij dat/die, de smerissen zijn vertrokken, he?
[medeverdachte 2 ] : Ja, ik heb het gezien. He, [medeverdachte 3] , wat doen we, blijven we nog of gaan we ergens anders heen?
[medeverdachte 3] : Nee joh, laten we ergens anders heen gaan.
[medeverdachte 2 ] : Hup, ik ben er bijna. Ik ben vlakbij de ICI.
[medeverdachte 3] : Nou, wij zijn aan de andere kant, meisje, loop via de bosjes.
[medeverdachte 2 ] : Oke, hup.
[…]
Je hebt daarbinnen geen plaats, je hebt geen plek in de Douglas.
[medeverdachte 2 ] : V&D de portemonnees
[medeverdachte 3] : ntv… Laten we niet lang blijven, want ze hebben een heleboel camera’s hier en ik denk dat ze toen met camera’s zijn gepakt, weet je.
[medeverdachte 2 ] : Ah, hup dan, dan sla jij je slag in Etos en ga ik de V&D in.
[medeverdachte 3] : Ik ga dan wel naar de Etos. Jij had eigenlijk moeten gaan.
[medeverdachte 2 ] : Hup.
Gesprek op 13 februari 2015, 13.48 uur, sessieno. 275 (blz. 129):
[medeverdachte 3] wgd [verdachte]
: Heb je mij gebeld?
[medeverdachte 3] : Ja, [medeverdachte 1] belt me, wat is het?
[verdachte] : Er waren hier controleurs van de parkeerplaats, eentje was mogelijk verkeerd en hij belde om te zeggen dat ik niet naar de auto kon gaan.. ik ben hier, ik vertrek nu en daarna ga ik daar om deze weg te brengen.
[medeverdachte 3] : Goed.
[verdachte] : Moet ik terug komen?
[medeverdachte 3] : Ja, kom snel.
Gesprek op 14 februari 2015, 13.47 uur, sessieno. 337 (blz. 166):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] : Hoe is het [medeverdachte 1] ?
[medeverdachte 1] : [verdachte] is gekomen en ook [medeverdachte 2 ] . Zij zeiden om het adres van thuis in te voeren om naar huis te komen en daarna ergens anders te gaan, ik weet niet. Hoe is het met jou?
[medeverdachte 3] : Thuis. Hoeveel is tot thuis?
[medeverdachte 1] : 30 km, maar wij moeten op de provinciale weg komen en wij doen langer over. Wij komen nu naar huis.
[medeverdachte 3] : OK, [medeverdachte 1] .
Gesprek op 21 februari 2015, 11.01 uur, sessieno. 890 (blz. 192):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 2 ]
zegt dat ze een tas heeft gekocht, maar ze moeten kijken in hoeverre die goed is, het was de enige die geschikt is voor “tsipla” [het prepareren].
Gesprek op 21 februari 2015, 11.03 uur, sessieno. 892 (blz. 194):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 2 ]
: Wacht lief, ik moet terug, ik was vergeten om scotch en folie te kopen.
Gesprek op 24 februari 2015, 11.43 uur, sessieno. 175 (blz. 204):
[medeverdachte 3] (sh) BUN [medeverdachte 2 ]
: Ja, schat.
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 2 ] .
[medeverdachte 2 ] : Ja.
[medeverdachte 3] : Kun je me bellen, want ik heb geen beltegoed meer.
[medeverdachte 2 ] : Oke.
[medeverdachte 3] : Wat doet [medeverdachte 1] ?
[medeverdachte 2 ] : ... ntv terug. Kan hij komen?
[medeverdachte 3] : Ik heb hem gebeld, maar hij zei dat hij niet de Praxis binnen gaat.
[medeverdachte 2 ] : Ah...kom [ntv]
[medeverdachte 3] : [vloek...kunt nog 2 van ’die’ achterover drukken.
[medeverdachte 2 ] : Wat ...2 kranen?
[medeverdachte 3] : Aha. ..en die hebben niets erop.
[medeverdachte 2 ] : [ntv] ik ga wel naar binnen als je wilt, maar er is slechts één kassa open waar ik langs moet gaan.
[medeverdachte 3] : Ah...goed joh..dan ga je de Gamma binnen en daarna geef je mij de telefoon.
[medeverdachte 2 ] : Goed.
Gesprek op 24 februari 2015, 11.49 uur, sessieno. 176 (blz. 205):
[medeverdachte 3] (sh) BUN [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] : [medeverdachte 1] , ga de Gamma binnen.
[medeverdachte 1] : Goed, ik kom eraan.
Gesprek op 25 februari 2015, 13.29 uur, sessieno. 1080 (blz. 230):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2 ] naar buiten is gekomen.
Nee, zegt [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 1] om rechtsaf te gaan als hij vertrekt van daar waar hij geparkeerd staat.
[medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 3] of hij nu moet vertrekken, want [medeverdachte 2 ] is ook bij de auto gekomen.
[medeverdachte 3] zegt dat hij moet rechts gaan bij BCC.
Gesprek op 26 februari 2015, 13.15 uur, sessieno. 232 (blz. 262):
[medeverdachte 1] BUN [medeverdachte 2 ]
[medeverdachte 1] vraagt [medeverdachte 2 ] waar moet hij de auto naar toe brengen want hij gelooft dat ”deze” de politie hebben gebeld.
Het is een blonde man, zegt [medeverdachte 1] , die hier in de buurt bezig met dozen was, hij ging allemaal naar [medeverdachte 1] wijzen en nu blijft daar bij hem in de buurt.
[medeverdachte 3] komt aan de lijn. [medeverdachte 3] zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij moet weggaan en later zal [medeverdachte 3] hem een adres sturen om hun te komen ophalen.
Gesprek op 28 februari 2015, 14.04 uur, sessieno. 402 (blz. 272):
[medeverdachte 3] bun [medeverdachte 2 ]
is bij de Hema en zegt dat ze ’dat’ niet kan halen omdat het te groot is.
[medeverdachte 3] : Is het te groot voor die tas?
[medeverdachte 2 ] : Ik kan er slechts één erin doen en ik word er gek van omdat ik 3 keer naar binnen moet gaan. ...en ik heb 3 trainingspakken voor mijn zoon ’gehaald’.
[medeverdachte 3] zegt dat ze ook bij de Blokker moet gaan kijken.
[medeverdachte 2 ] heeft daar gekeken en daar hebben ze ’het’ niet.
[medeverdachte 2 ] zegt dat ze nog zal kijken, maar ’ze’ zijn groot en er past slechts één, die is erg dik.
[medeverdachte 3] : Weet je wat?...vraag [medeverdachte 1] om te komen, en houd hem daar in de buurt.
[medeverdachte 2 ] zegt dat ze aan [medeverdachte 1] de trainingspakken wilde geven en hij aarzelde om het op straat over te nemen waarna zij een plastic tas aan ’die’ vroeg en het op toilet erin gestopt heeft en daarna aan [medeverdachte 1] gaf.
[medeverdachte 3] : (..) je gaat er een van ’daar’ halen en de ander van de andere kant en klaar.
[medeverdachte 2 ] ; oh, wat makkelijk voor jou.
[medeverdachte 3] : [vloek]
[medeverdachte 2 ] ; je weet toch dat ik bang ben in de V&D; hier...alsof je het niet weet.
[medeverdachte 3] : Kijk maar dan.
Gesprek op 1 maart 2015, 16.39 uur, sessieno. 362 (blz. 285):
[medeverdachte 1] BUN [medeverdachte 3]
[medeverdachte 1] : Moet zij in de AH naar binnen gaan?
[medeverdachte 3] : Ja, joh....Wacht even totdat ik paar zakken naar de auto breng. Ik heb ze bij mijn ballen verstopt.
Gesprek op 7 maart 2015, 14.30 uur, sessieno. 577 (blz. 321):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 3]
: Komen jullie naar huis?
[medeverdachte 2 ] : Nee, ik ga naar Haarlem, ik weet niet meer waar ik naar toe moet gaan.
[medeverdachte 3] : Heb je iets weggenomen?
[medeverdachte 2 ] : Ik heb 3 parfums weggenomen. [medeverdachte 3] , als je weet wat voor soort Etos zijn in de kleine stadjes, tjonge, tjonge. Ik heb uit de Kruidvat ook tandenborstels weggenomen. Ik heb nooit gestolen uit de Kruidvat dus ik denk dat ik 3-4 keer uit de Kruidvat moet stelen zodat ik durf en weet dat niemand iets te maken heeft met camera’s…
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij in IJmuiden ook bij ICI geweest is maar het was daar een klant die niet weg ging dus is zij naar Etos gegaan waar zij 3 parfums heeft gestolen. [medeverdachte 2 ] zegt dat je in de kleine stadjes en dorpjes waarschijnlijk heel veel geld kan verdienen. (…) In de stadjes en dorpjes kan je heel veel verdienen met spullen voor hier en niet voor thuis. (…)
[medeverdachte 2 ] zegt dat als zij ook nog haar haar verft, dan zal niemand iets opvallen.
Gesprek op 10 maart 2015, 16.48 uur, sessieno. 1805 (blz. 342):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 2 ]
[medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 2 ] of zij iets ”gemaakt” heeft. Ja, zegt [medeverdachte 2 ] ik heb 5 parfums weggenomen en paar borsteltjes.
[medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 2 ] waar zij is.
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij in de buurt van Hoorn is.
[medeverdachte 3] zegt dat hij vertrekt nu van de casino, hij heeft verdorie verloren die 20 die hij had. Het is zo jammer want hij had 500 gewonnen en daarna alles verloren. [medeverdachte 3] wilde heel graag iets terugverdienen van het verlies van gisteren.
[medeverdachte 2 ] vraagt [medeverdachte 3] om die afspraak voor haar te maken. [medeverdachte 3] gaat de afspraak voor [medeverdachte 2 ] regelen.
[medeverdachte 3] vraagt [medeverdachte 2 ] of zij daar nog blijven ”rennen”. Ja, zegt [medeverdachte 2 ] , ik ga nog hier en daarna nog een adres, ik blijf hier tot 6 uur. [medeverdachte 2 ] zegt dat zij het leuk begint te vinden, zij heeft een particuliere parfumerie gevonden waar zij de 5 parfums (2 million en 3 Valentino) heeft
weggenomen en niemand had iets in de gaten.
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij zit te popelen om haar haar te verven en een beetje serieuze kleding aan te trekken, zij vindt beter zo alleen want zij is ook klein en achter de schappen is ze niet te zien.
[medeverdachte 3] vertelt [medeverdachte 2 ] wat hij bij de casino heeft gedaan.
Gesprek op 11 maart 2015, 15.48 uur, sessieno. 1915 (blz. 356):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 1]
[medeverdachte 3] vraagt of [medeverdachte 2 ] zeker in de winkel is. [medeverdachte 1] zegt: Ze komt nu naar de auto toe. [medeverdachte 3] : Oke.
Gesprek op 12 maart 2015, 15.58 uur (blz. 363):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 2 ]
: Ik ben in de Hema, ik wil kleding voor mij nemen.
[medeverdachte 3] : Liefje kom hier naar toe, hier is een parfumerie en een Kruidvat (fluisteren)
[medeverdachte 2 ] : De parfumerie heeft ”antifolie” heb je niet gezien? ik wilde wel naar binnen gaan.
[medeverdachte 3] : En de Kruidvat?
[medeverdachte 2 ] : Ik ga niet naar de Kruidvat want ik ben heel lelijk aangekleed. Ik wil kleding voor mij stelen. Je kan toch zien wat voor kleding de mensen hier dragen, toch?
[medeverdachte 3] : Goed, joh.
Gesprek op 14 maart 2015, 15.56 uur, sessieno. 787 (blz. 369):
[medeverdachte 2 ] BUN [betrokkene 5]
[medeverdachte 2 ] vraagt waar [medeverdachte 3] is, hij neemt de telefoon niet op.
[medeverdachte 3] komt aan de lijn.
[medeverdachte 2 ] vraagt of hij weer bij de Casino is. Ja, zegt [medeverdachte 3] ik ben hier met [betrokkene 5] en [betrokkene 17] .
Heb je weer gegokt? Nee, zegt [medeverdachte 3] .
Zij praten over het geld dat [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 4] had moeten sturen. [medeverdachte 3] zegt dat hij heeft het geld niet teruggekregen, pas maandag. [medeverdachte 2 ] vraagt [medeverdachte 3] om [medeverdachte 4] over te bellen.
[medeverdachte 2 ] vraagt of [betrokkene 5] en [betrokkene 17] vandaag iets verdiend hebben. Nee, zegt [medeverdachte 3] want zij zijn vanwege het geld teruggekomen.
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij heeft 220 make up weggenomen en zij gaat nu nog bij een adres en daarna zal zij naar huis komen.
[medeverdachte 2 ] zegt dat er niet zoveel parfumerieën hier zijn waar zij nu is.
Zij heeft een DA misgelopen omdat zij was aan het kijken wat de beste parfums waren om weg te nemen, in plaats van snel parfums in de tas te stoppen.
Gesprek op 16 maart 2015, 15.28 uur, sessieno. 2346 (blz. 379):
[medeverdachte 3] BUN [medeverdachte 1]
zit in de auto. [medeverdachte 3] vraagt of [medeverdachte 2 ] al lang weg is. [medeverdachte 1] denkt 30 seconden, hooguit een minuut.
[medeverdachte 3] zegt dat hij haar snel zal bellen. [medeverdachte 1] reageert kennelijk verschrikt: Bel haar niet meer!
Gesprek op 16 maart 2015, 16.31 uur, sessieno. 667 (blz. 387):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 3]
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij nu naar huis komt, zij heeft geen adressen meer.
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij heeft voor 1000 genomen. [medeverdachte 2 ] heeft net 5 parfums van een DA weggenomen, een DA die naast een hele, hele grote politiebureau was.
Ik heb 5 parfums weggenomen en ben weggegaan, zegt [medeverdachte 2 ] .
[medeverdachte 3] : zijn ze goed?
[medeverdachte 2 ] : Ik heb 2....(ntv) van 100...(gesprek onderbroken).
Gesprek op 16 maart 2015, 17.49 uur, sessieno. 674, voor zover van belang (blz. 393/394):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 2 ] zegt dat ze terugkomt van haar werk. [medeverdachte 4] zegt dat ze het geld heeft opgenomen. [medeverdachte 2 ] bevestigt desgevraagd dat ze is wezen werken. [medeverdachte 4] informeert naar [medeverdachte 3] . [medeverdachte 2 ] zegt dat die in afwachting is, dat hij iemand anders moet vinden om mee te gaan, want ik kan niet meer met hem stelen. Ik voel me beter in mijn eentje. We zullen zien... [betrokkene 18] was aangehouden ... Dat bedoel ik: dat hij thuiskomt om iemand te vinden. Hij had een belofte hier van een meisje, maar daarna zei die dat het niet meer doorgaat... En weet ik veel wat. Dat hij tenminste verdomme met [betrokkene 18] gaat, want vandaag is [betrokkene 18] vrijgelaten, vrijdag was hij aangehouden... Laat hem met hem gaan en tenminste nemen voor het huis, voor het appartement, pannen, zulke dingen, weet je...
[medeverdachte 4] : Dus jij steelt als het ware voor hem....
[medeverdachte 2 ] : Nee, zus, nee.
[medeverdachte 4] : Hé, onzin! Het geld is toch van (jullie) allebei? Als jij steelt en hij zit thuis?
[medeverdachte 2 ] : Maar wat moet ik anders, zus? Als jij weet met welke ntv je neemt als je naar binnen gaat in de winkels? En vooral omdat ik alleen naar dorpjes ga.
[medeverdachte 4] : Maar hij moet verdomme ook wat doen. Wat doe je? ntv en hij zit thuis?
[medeverdachte 2 ] : Daar hebben wij het ook over gehad, [medeverdachte 4] . Dat hij een meisje of een jongen of zo moet vinden en de Gamma’s (fon.) langs moet gaan, verdomme.
[medeverdachte 4] : ntv wanneer jullie thuis komen. Jij gaat stelen en hij zit thuis? Hij zit nu al een week thuis en doet niets.
[medeverdachte 4] : Ja zus, je had zo’n 1000 euro verdiend, maar waar is het geld? Want uiteindelijk heb je geen cent. En heb je toch van thuis geld genomen.
[medeverdachte 2 ] : Ik weet het zus. Maar we moesten ook aan [medeverdachte 1] geven. We hebben ook 200 voor de auto betaald, nu is de huur bijna aan de beurt.
[medeverdachte 4] : Ja zus, maar ik heb al een keer 500 van mezelf gegeven.
[medeverdachte 2 ] : Ik weet het zus. Ik weet het.
[medeverdachte 4] : Ja, je weet het. Maar het is alsof je het elke dag doet. Waar is dat geld verdorie?
[medeverdachte 2 ] : Ja, zus. Vorige week ben ik maar twee keer uit geweest. Waar zou het verdomme moeten zijn. Daarom zeg ik: laat ik een week lang achter elkaar gaan, dan merk je tenminste wat. Want als je alleen vandaag wat doet en dan een paar dagen thuiszit, dan weet je best dat je niets overhoudt.
[medeverdachte 4] : Hm.
[…]
[medeverdachte 4] : Maar ik moet deze week eens kijken of ik met het geld van de outlet ook eindelijk weg kan, want ik heb geen geld meer. Ben je gek?
[medeverdachte 2 ] : Ik geloof je. Maat loopt het werk bij [betrokkene 19] ?
[medeverdachte 4] : Ik weet het niet. Hij zegt dat het goed is daar, maar hij kent de wetten niet, of je wordt opgepakt met een ‘folie’ (opm.: ook jargon voor geprepareerde tas)
[medeverdachte 2 ] : Met wie is hij daar?
[medeverdachte 4] : Met [betrokkene 20]
[medeverdachte 2 ] : Met [betrokkene 20] , he? En heeft hij tot nu wat gedaan?
[medeverdachte 4] : Ik weet het ook niet, zus.
[medeverdachte 2 ] : Hij gaat uit naar winkels, he?
[medeverdachte 4] : Vandaag is hij een beetje naar buiten geweest, heeft hij parfums genomen en brillen en weet ik veel wat voor rommel, hij er nog meer heeft genomen. Maar hij is bang om een tas te maken, want mocht die hem verraden, wie weet wat hem dan boven het hoofd hangt.
[medeverdachte 2 ] : Dus hij kent niemand daar he?
[medeverdachte 4] : Jawel. hij is er verder nog met die jongen met wie hij in Nederland in de gevangenis heeft gezeten. Eentje... Die is daar, maar die heeft vrouwen, en hij kent de wetten, hoe en wat, niet. Zonder folie krijg hij alleen een boete, weet je. Maar je moet wel geld op zak hebben, weet je.
[medeverdachte 2 ] : Aha.
[medeverdachte 4] : Maar ik weet niet met folie.
[medeverdachte 2 ] : Zus, als hij elke winkel binnengaat en vier-vijf parfums neemt, heeft hij niet eens meer nodig, zus.
[medeverdachte 4] : Ja, zus, maar daar kun je twee parfumerieën doen en dan moet je naar huis gaan. Want de parfumerieën zijn goed.
[medeverdachte 2 ] : Zijn de parfumerieën goed?
[medeverdachte 4] : Ja.
[medeverdachte 2 ] : Maar wat hebben ze dan? Sensomaten?
[medeverdachte 4] : He?
[medeverdachte 2 ] : Hebben ze sensomaten daar?
[medeverdachte 4] : Ja, ik weet het niet. Ik heb het niet gevraagd, ik denk ja, sensomaten.
[medeverdachte 2 ] : Hebben ze camera’s?
[medeverdachte 4] : Ja, dat wel.
Gesprek 17 maart 2015, 12.31 uur, sessieno. 2407 (blz. 399):
[medeverdachte 3] bun het nummer van [medeverdachte 1] neemt op)
[medeverdachte 2 ] : Ja lieverd!
[medeverdachte 3] : Wat ben je aan het doen?
[medeverdachte 2 ] : Wat kan ik doen...aan het werk...en jij?
[medeverdachte 3] : Heb je al een winkel gedaan?
[medeverdachte 2 ] : Ah...ja...ik heb 2 parfums en zo’n twintig make-up artikelen genomen...verdorie..hm. en wat doe jij?
[medeverdachte 3] : Wie heeft er gegeten en de kruimels op tafel laten liggen?
[medeverdachte 2 ] : Ik niet...
Gesprek op 18 maart 2015, 15.46 uur, sessieno. 737 (blz. 421):
[medeverdachte 2 ] bun [medeverdachte 1]
[medeverdachte 2 ] : Luister [medeverdachte 1] … rij naar die kant waar je mij hebt afgezet en rij een beetje door… want dit is een verdomd grote parkeerplaats…
[medeverdachte 1] : Ik kan alleen vooruit rijden, want het is verboden anders…
[medeverdachte 2 ] : Verdomme… en kun je niet achteruit rijden?
[medeverdachte 1] : En waar moet ik naartoe komen?
[medeverdachte 2 ] : Waar je mij hebt afgezet [medeverdachte 1] , maar iets meer naar voren want het is ver…
[medeverdachte 1] : Waar ik je heb afgezet moet ik vooruit richting centrum rijden, bedoel je?
[medeverdachte 2 ] : Ja jonge… ja
Gesprek op 20 maart 2015, 13.56 uur, sessieno. 804 (blz. 429):
[medeverdachte 2 ] bun [medeverdachte 3] .
[medeverdachte 2 ] : Goh, wat hebben ze me in Bergen achterna gezeten.
[medeverdachte 3] : Van daar?
[medeverdachte 2 ] : Ja. ..ze zaten achter de bewakingsvideo.
[medeverdachte 3] : En waar ben je?
[medeverdachte 2 ] ; Ik ben vertrokken.
[medeverdachte 3] : Ben je met de auto vertrokken?
[medeverdachte 2 ] : Ja, ik ben vertrokken..
[medeverdachte 3] : Lief...hoezo kwamen ze achter je aan?
[medeverdachte 2 ] ; Van de videobeelden...ja, ik heb de eerste 2 parfums erin gestopt en een man kwam van boven naar beneden rennen....een man...(gehijg)
[medeverdachte 3] : en wat heb je gedaan? ...heb je ze eruit gegooid?
[medeverdachte 2 ] : Ik heb de tas en al weggegooid…wat moest ik anders.
[medeverdachte 3] : Lief, ik wilde nog zeggen dat je thuis had moeten blijven...
[medeverdachte 2 ] : (hijgend) ik kan niet meer...ik ben van daar tot de Hema gerend.
[medeverdachte 2 ] zegt vervolgens dat dat de reden was waarom die vrouw toen van de trap lopend naar beneden kwam.
[medeverdachte 2 ] : toen jij de drogisterij binnenkwam....daarom, ze zaten naar de camera’s te kijken...geloof me..weet je nog, meteen toen je naar binnen liep, kwam een vrouw naar beneden rennen.
[medeverdachte 3] : Ja, maar er kwam ook een man.
[medeverdachte 2 ] : Ja, die man...die kale liep achter mij aan.
[medeverdachte 3] : Kom naar huis.
[medeverdachte 2 ] : Goed, ik kom nu.
Gesprek op 21 maart 2015, 13.27 uur, sessieno. 833, voor zover van belang (blz. 613):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 4]
: Heb je de crème’s van de Afgaan opgehaald?
[medeverdachte 2 ] : Nee, zus want wij hebben hem niet meer ontmoet... eigenlijk vanaf het moment dat [medeverdachte 3] ruzie heeft gehad met hem... maar ik ga [betrokkene 5] vragen. Hij ging een beetje moeilijk doen, wij hebben hem zelfs geen goederen meer gegeven.
[medeverdachte 4] : Aan wie hebben jullie de goederen gegeven, dan?
[medeverdachte 2 ] : Aan een andere Afgaan die oogschaduw koopt voor 2€ en 2,50€, hij koopt alles, nagellak, lippenstift, alles en alle kleuren, je moet niet meer attent zijn voor kleuren en hij doet niet zo moeilijk als ”die”. Die was een walgelijke vent geworden, verdomme. Ik zal [betrokkene 21] vragen om met hem te praten over jouw crème’s.
Gesprek op 22 maart 2015, 12.55 uur, sessieno. 2754 (blz. 480):
[medeverdachte 3] (sh) BUN [medeverdachte 2 ]
Sessie lijkt halverwege gesprek te beginnen.
[medeverdachte 3] spreekt op gedempte toon en is eerst ntv. Vervolgens zegt [medeverdachte 3] dat hij links zal gaan en het aan [medeverdachte 2 ] zal laten zien.
[medeverdachte 3] : Jij gaat naar binnen en positioneert je daar, helemaal achteraan, als het ware achter de aanbiedingen, daar ga je staan. En dan zie je mij en je zult zien dat er niets ’schijnt/gericht’ is’ (opm.: werkwoord gebruikt voor lamp, maar voor camera). Hup.
[medeverdachte 2 ] : Schat, maar als we deze doen, gaan we hier weg!
[medeverdachte 3] : ja ja.
Gesprek op 22 maart 2015, 13.26 uur, sessieno. 877 (blz. 487):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 4]
[medeverdachte 2 ] wil dat [medeverdachte 4] op internet nakijkt of de ICI Paris in Delft open is.
Gesprek op 22 maart 2015, 13.35 uur, sessieno. 881 (blz. 488):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 4]
zegt dat ze gekeken heeft naar de parfumerie en zegt dat die geopend is van twaalf tot vijf uur.
Gesprek op 26 maart 2015, 15.13 uur, sessieno. 1067 (blz. 553):
[medeverdachte 2 ] BUN [medeverdachte 3]
[medeverdachte 2 ] zegt dat zij kan niets wegnemen want er zijn heel veel verkoopsters en er zijn ook camera’s.
[medeverdachte 3] zegt: goed dan, goed.
[medeverdachte 2 ] vraagt [medeverdachte 3] of zij niets in de Blokker hadden. [medeverdachte 3] zegt: zij hadden ze bij de kassa.
Wat zullen wij doen ? vraagt [medeverdachte 2 ] .
Waar ben je? zegt [medeverdachte 3] .
Kijk maar, ik ben aan de andere kant richting Blokker, zegt [medeverdachte 2 ] .
Kom hier naartoe, kom, zegt [medeverdachte 3] .
Gesprek op 28 maart 2015, 15.41 uur, sessieno. 3237 (blz. 588):
[medeverdachte 3] (sh) bun [medeverdachte 2 ]
[medeverdachte 3] heeft problemen om de weg te vinden, [medeverdachte 2 ] legt dat uit.
[medeverdachte 2 ] zegt dat [medeverdachte 3] zich moet haasten want de parkeerwachters zijn in de buurt, ze hebben al de auto verplaatst.
[medeverdachte 3] wordt boos en begint te schelden, hij denkt dat hij er bijna is. Dan blijkt dat hij toch nog ver weg is.
[medeverdachte 2 ] wordt nu ook boos omdat [medeverdachte 3] de weg niet kan vinden. [medeverdachte 3] begint te schelden.
Dan zegt [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 3] even moet wachten; [medeverdachte 1] vraagt hoe de straat heet waarop [medeverdachte 3] zich nu bevindt, [medeverdachte 3] spelt: Achterdijk.
[medeverdachte 1] heeft de straat in zijn navigatie ingevoerd.
Gesprek op 28 maart 2015, 18.26 uur, sessieno. 3243 (blz. 589):
[medeverdachte 3] BUN [betrokkene 4]
[medeverdachte 3] zegt dat hij hem heeft gebeld omdat hij “luchtjes” heeft.
[betrokkene 4] zegt dat hij ze wel nodig heeft. [betrokkene 4] komt vanavond langs bij [medeverdachte 3] .
Ja, zegt [medeverdachte 3] , maar wanneer kom je, zodat ik het weet, want vanavond komt “die” aan wie ik de goederen geef.
[betrokkene 4] zegt dat hij om half acht, acht uur bij [medeverdachte 3] langskomt.
Goed, zegt [medeverdachte 3] .
[betrokkene 4] vraagt of [medeverdachte 3] een t-shirt of een rugzak voor hem weggenomen heeft.
Nee, zegt [medeverdachte 3] . Misschien morgen.
OK, zegt [betrokkene 4] , ik wacht nog tot morgen.
[medeverdachte 3] : Goed, ik wacht op je.
Persoonsdossier [medeverdachte 2 ]
Gesprek op 30 maart 2015, 12.56 uur, sessieno. 1218 (blz. 97):
wgd [medeverdachte 4]
vertelt dat ze bij Western was om geld te sturen: 500 naar mama voor het kind en 1000 voor [betrokkene 22] .
[medeverdachte 4] zit in de auto en moppert dat het niet goed loopt. [medeverdachte 2 ] vraagt hoeveel ze ”toen” had verdiend. [medeverdachte 4] zegt: 350 euro.
vraagt of [medeverdachte 4] ze dan ”daar” heeft verkocht. [medeverdachte 4] zegt van niet; dit betreft een berekening op grond van de prijzen die ze weet dat ze voor parfums krijgt. [medeverdachte 2 ] zegt dat dat flink klote is. Dat vindt [medeverdachte 4] ook: ”En je kunt er bovendien nergens van 100 nemen”. [medeverdachte 2 ] zegt dat [medeverdachte 4] dan verdorie beter hierheen zou komen! [medeverdachte 4] antwoordt dat ze vandaag wil kijken hoe het is, anders gaat ze niet meer. [medeverdachte 2 ] herhaalt: Je kunt dan beter hierheen komen. [medeverdachte 4] antwoordt: ”Nou, nu komt Pasen eraan, dan wil ik bij haar zoon zijn. Daarna.”
Zaaksdossier Goedkope Lucht

3.

Het proces-verbaal van observerendonderdag 19 februari 2015 van de politie Eenheid Den Haag, [nummer] d.d. 23 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaren, voor zover te dezen van belang (AH-348, blz. 17-18):
21.01
uur
Een personenauto van het merk Volkswagen, type Touareg, kleur grijs en voorzien van het [kenteken] , hierna te noemen Volkswagen, wordt geparkeerd op het parkeerterrein voor de slagbomen van recreatiepark De Woudhoeve te Egmond aan den Hoef. ( [nummer] )
21.04
uur
Vanaf het recreatiepark De Woudhoeve komen [medeverdachte 3] en een vrouw welke wordt herkend als zijnde NN5 van proces-verbaal [nummer] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ), hierna NN4 te noemen, aanlopen. [medeverdachte 3] en NN4 hebben beiden een gevulde plastic tas bij zich en lopen richting de Volkswagen. [medeverdachte 3] en NN4 leggen de tassen in de Volkswagen. NN4 loopt terug het recreatiepark De Woudhoeve op. [medeverdachte 3] stapt als bijrijder in de Volkswagen.
21.1
uur
De Volkswagen rijdt het recreatiepark De Woudhoeve verder op en wordt daar geparkeerd. ( [nummer] )
21.23
uur
De Volkswagen vertrekt vanaf recreatiepark De Woudhoeve te Egmond aan den Hoef. ( [nummer] )

4.

Het proces-verbaal verdenkingvan de politie Eenheid Den Haag, nr. 594, d.d. 26 februari 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar, voor zover te dezen van belang (AH-307, blz. 29):
Bij navraag bij de Rijksdienst voor het wegverkeer blijkt de Volkswagen Touareg, voorzien van het [kenteken] , op naam te staan van [naam] , geboren te Kabul (Afghanistan) op 25 juni 1975.
Bij navraag bij de Kamer van Koophandel blijkt dat [naam] eigenaar is van de eenmanszaak [Winkel] . De opgegeven activiteiten betreft markthandel in overige goederen.
Zaaksdossier Achttien Twee
5.
Het proces-verbaal identiteit NN personen observatie 18/2/2015van de politie Eenheid Den Haag, nr. 813, d.d. 15 april 2015, opgemaakt in de wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar. Dit proces‑verbaal houdt onder meer in als relaas van deze opsporingsambtenaar (AH-474, blz. 126-127):
Op 18 februari 2015 tussen 11.00 uur en 15.31 uur werden er observatiewerkzaamheden verricht welke werden omschreven in het proces-verbaal met nummer 004.F-2015.
In dit proces-verbaal werd gesproken over een aantal NN personen.
Op basis van de in het proces-verbaal gegeven signalementen, gemaakte video-opname en/of verwijzingen/herkenning van personen in eerdere observaties werd door mij verbalisant een inventarisatie gemaakt van deze NN-personen en hierbij hun identiteit gezocht.
NN5 = [medeverdachte 4] geboren [geboortedatum]
Op basis van de omschrijving signalement in het OT Pv en hierna de vaststelling identiteit na aanhouding.